Eugen Gomringer: het gedicht is mede-schuldig
door Chrétien Breukers
Het gedicht van Eugen Gomringer: Es erinnert zudem unangenehm an sexuelle Belästigung, der Frauen alltäglich ausgesetzt sind.
De AStA (Allgemeiner Studierendenausschuss – de vertegenwoordigers die de studenten van een hogeschool representeren) was duidelijk over het gedicht ‘avenidas’ van Eugen Gomringer: ‘Es erinnert zudem unangenehm an sexuelle Belästigung, der Frauen alltäglich ausgesetzt sind.’
Het gedicht, dat zes jaar geleden op een muur van de Alice Salomon Hochschule in Berlijn werd aangebracht, gaat zo:
avenidas
avenidas y flores
flores
flores y mujeres
avenidas
avenidas y mujeres
avenidas y flores y mujeres y
un admirador
In het Duits is dat:
Alleen
Alleen und Blumen
Blumen
Blumen und Frauen
Alleen
Alleen und Frauen
Alleen und Blumen und Frauen
und ein Bewunderer
Ik geef toe: het is geen topstuk uit de wereldliteratuur. Maar om het nu na gedram van studenten te laten overschilderen, zoals de hogeschool van plan is? (Zie Der Spiegel voor uitgebreidere berichtgeving.) Dat lijkt me overdreven. Had het dan nooit op die muur laten schilderen. De argumentatie van de studenten is te lezen in een uitgebreid citaat uit de brief die de AStA stuurde over deze kwestie, een fijn voorbeeld van hedendaags hysterisch denken:
Die U-Bahn-Station Hellersdorf und der Alice-Salomon-Platz sind vor allem zu späterer Stunde sehr männlich dominierte Orte, an denen Frauen sich nicht immer wohl fühlen können. Dieses Gedicht dabei anzuschauen wirkt wie eine Farce und eine Erinnerung daran, dass objektivierende und potentiell übergriffige und sexualisierende Blicke überall sein können.
Bewonderen = bijna verkrachten, lijkt de boodschap. Het gedicht is mede-verantwoordelijk aan een vijandige omgeving, als een aansporing voor mannen om zich op een bepaald metrostation slecht te gedragen. Het gedicht is mede-schuldig en moet daarom wég. Nu Gedichtendag nadert, is dit bericht wel het bewijs dat poëzie iets teweeg kan brengen. Niet veel goeds, maar toch: iets.
[van de site van Chrétien Breukers, 24 januari 2018]