blog | werkgroep caraïbische letteren

Elis Juliana: ‘Geluk kwispelt maar heel even zijn stompe staart’

door Aart G. Broek

Op 29 september 1998 tekende Elis Juliana een overeenkomst voor de uitgave van Awe t’awe: het is me ‘t dagje wel. Deze eerste en tot nu toe enige Papiamentstalige dagkalender was een overrompelend succes. Vijftienhonderd exemplaren werden er in enkele weken tijds verkocht. Vlak na Elis’ verjaardag, op 8 augustus, kreeg ik deze uitdaging als uitgever/redacteur in de schoot geworpen.

Elis Juliana - foto Henk Looman - Caraibisch Uitzicht

Elis Juliana – foto Henk Looman

‘Mijn volk leest niet,’ verzuchtte Elis Juliana en hij schreef verder. ‘Mijn volk leest niet, weet je. Maar het is wel dol op praten. Het houdt van filosoferen. Leg ze een gedachte voor en ze kunnen er uitgebreid over nadenken en met elkaar de voors en tegens afwegen. Daar zijn mijn haiku’s voor. Kleine gedichtjes. Drie regeltjes. Een vast aantal lettergrepen per regel. Antilliaanse haiku’s.  Haiku’s met een heel lichte moraal.  Even over nadenken. Even bij stilstaan. Een duwtje in de rug. Een handreiking. Een luchtige vingerwijzing.’

VIJFHONDERD / Elis Juliana schreef verder. Het bleken uiteindelijk vijfhonderd haiku’s te zijn geworden! Vijfhonderd! Ik dacht eraan dat ‘mijn volk’ niet leest. Die haiku’s meende ik niet in een boek onder te hoeven brengen. Dan worden er vijftig exemplaren weggegeven. Honderdvijftig exemplaren worden er verkocht. De rest van de oplage blijft achter in het washok. Prooi van de drie k’s: klimaat, kakkerlakken en komehèn (witte mier). ‘Mijn volk leest niet.’ In ieder geval geen boeken. En dan vijfhonderd haiku’s!
Hoe brengen we de haiku’s aan de man. Probleem? Nee: een uitdaging! Het jaar biedt uitkomst. Dat heeft in ieder geval driehonderdvijfenzestig dagen. Iedere dag een haiku: we zouden de beste uit de vijfhonderd kiezen. Dat is voor een iedere lezer te behappen en sluit goed aan bij het verlangen te filosoferen. Iedere dag een haiku: een scheurkalender. Per dag een vel. Per dag een haiku.

Elis Juliana omslag Awe t'awe - Henk Looman

Elis Juliana omslag Awe t’awe – Henk Looman

En natuurlijk een illustratie van Elis Juliana zelf. Liefst 365 tekeningen. Dat was even slikken voor shon Elis. Hij heeft een zeer vaardige hand en zijn tekeningen zijn geliefd, vooral die met kleine stippeltjes waaruit je na goed kijken van alles en nog wat kunt halen. Desalniettemin  is het aantal van driehonderdvijfenzestig tekeningen toch wel wat veel. Elis werd geboren in 1927 en was op 8 augustus 1998 net 71 geworden.  Ik begreep het en toonde sympathie. We zuchtten. We zuchtten nog een keer. Juliana begreep het: een tekening voor iedere dag: gotas: druppels: zweetdruppels? tranen? Ook nog te voorzien van een titel.

DRIEHONDERDVIJFENZESTIG / Iedere dag een haiku van Juliana. Iedere dag een tekening van Juliana. En daarna weer de harde werkelijkheid: hoe we het ook draaiden of keerden, het publiek bleef beperkt. Dat is de grote hindernis voor iedere vaardige jongleur met een Papiamentstalige pen. Vertalingen erbij dus. Driehonderdvijfenzestig haiku’s in het Papiaments en dan de Nederlandse prozavertaling erbij. Ook op die velletjes. Moet kunnen. Nog een uitdaging.
‘Dat is wat voor Lucille,’ opperde Elis. Ik naar Lucille Berry-Haseth. Zij zuchtte. Wij zuchtten. Het was inderdaad iets voor Lucille. Het potentiële publiek verdubbelde zich – in ieder geval in onze gedachten – door de Nederlandse vertaling bij de driehonderdvijfenzestig haiku’s van Elis.
Vervolgens weer de harde werkelijkheid: dat publiek is hoe we het ook draaien en keren nog steeds niet groot genoeg voor een oplage van een kalender met haiku’s en tekeningen van Elis Juliana die in de duizenden loopt en daardoor betaalbaar wordt. Curaçao bleek echter opnieuw het eiland van oplossingen. De volgende handreiking kwam van de drukker: de toentertijd nog jonge ondernemer Chris Quast van Inter Press, aan de rand van Willemstad, in Suffisant. Een vriendenprijs en toch nog professionele kwaliteit, zo garandeerde hij: mooier papier dan wat ze in Nederland voor dagkalenders gebruiken. Een kalender van Elis is tenslotte niet voor op het toilet. Daar moet je mee voor de dag kunnen komen.

AANPAKKEN / Realistisch als zij kan zijn, zuchtte Lucille nog wel, zij het al minder: ‘Het is ook geen product dat je jaren kunt aanbieden. Alles moet weg voor het nieuwe jaar aanbreekt. We moeten precies weten hoeveel we er moeten drukken. Geen een teveel, geen een te weinig. We zijn te laat voor fondsen. Het bedrijfsleven heeft z’n kerstgeschenken voor personeel en relaties al geregeld. Hoe krijgen we dat voor elkaar?’
Idealistisch als zij is, sprak Lucille gedecideerd zich zelf en mij toe: ‘Dat kregen we voor elkaar. Aan de slag.’ Dat werd flink aanpakken voor ieder van ons.
In de opvolgende zes weken maakten we een keuze van 365 haiku’s. Juliana maakte er kleine beeldende tekeningen bij in druppels gegoten: 365 verschillende druppels (gota). Met 365 titels. Lucille Berry-Haseth en ik vertaalden de haiku’s: 365 prozavertalingen. Elis kwam met een titel voor de uitgave: Awe t’awe: ’t Is me het dagje wel. Als uitgever zorgde ik ervoor dat de tekeningen werden gescand, de lay-out werd verzorgd en er een omslagontwerp kwam. Voor dat ontwerp hadden we een foto van Elis Juliana nodig. De fotograaf Henk Looman maakte een beeldende foto van onze expressieve man. Vervolgens verhuisden de digitale files – toen nog per zipdisk –naar de drukkerij voor verdere bewerking tot dagkalender: un haiku i un gota pa dia.
Het was oktober 1998 geworden. Ons lot lag in de handen van Chris Quast en zijn medewerkers. Hij garandeerde dat vijf weken later, in de tweede week van november, de dagkalender er zou zijn. Mijn vertrouwen in de goede afloop was groot en zodoende tekenden Elis en ik op 29 september de overeenkomst die de uitgave van Awe t’awe garandeerde. In de overeenkomst wordt de oplage gepreciseerd: 1.500 exemplaren.

Lucille Berry-Haseth - foto Gregory Berry , ca. 1999

Lucille Berry-Haseth – foto Gregory Berry , ca. 1999

ENTHOUSIASME / In een ingezonden brief sprak ook Johan van Gastel – een Nederlandse passant die toen twee jaar op het eiland huisde – zijn vertrouwen uit in het project, ver vóór hij het tastbare resultaat van het  ‘unieke idee’ onder ogen kreeg. Zijn enthousiasme was groot: ‘Het zou geweldig zijn als dit een jaarlijks terugkerend festijn wordt. Het zal bijdragen aan het behoud van onze (Curaçaose) cultuur en bovendien ons eiland promoten. Het kan ook helpen om de makamba meer inzicht, begrip en kennis van het Papiamentu te geven.’
Inderdaad, zo bleek direct toen we een exemplaar in handen hielden. De uitgave was geen voorwerp om dagelijks verder uit te dunnen tot op het laatste vel. Doodzonde om de bladzijden uit de kalender te scheuren. De haiku’s en gota’s vormen een boeiend vlechtwerk. Het is inderdaad een kalender, maar bovenal een boek! Als zodanig bleef het in menig boekenkast bewaard.
Van Gastel bestelde tien exemplaren. Hij was niet de enige die opgetogen en motiverend reageerde. Dat deden tal van burgers en enkele bedrijven, waaronder – voor de verspreiding zo belangrijk – de toen nog bestaande Boekhandel Salas en de nog steeds aanwezige Mensing’s Caminada. Natuurlijk ontbrak ook de Maduro & Curiel’s bank niet: die schonk alle zorginstellingen op het eiland exemplaren.

Lusette Verboom - geschilderd door Daan Corstjens - 2018

Lusette Verboom – geschilderd door Daan Corstjens – 2018

BAN TOPA ELIS /  Voor de promotie schoof Lusette Verboom aan. Zij organiseerde in haar galerie Kas de Alma Blou – toen nog in Otrobanda gevestigd – de mogelijkheid om Elis te ontmoeten: ban topa Elis, op zondagochtend 22 november 1998. Voor de gelegenheid deed Lusette nog meer: ze liet van twaalf tekeningen zeefdrukken maken, elk in een oplage van vijftig, gesigneerd door Elis. De ‘ban topa’ trok vele honderden mensen die ieder een of meerdere exemplaren van de ‘kalender’ wensten en door de auteur lieten signeren.
Die ochtend zou de toenmalige gouverneur mr. Jaime Saleh,  het eerste exemplaar in ontvangst nemen. Geïnteresseerd als hij zich steevast toonde in cultuuruitingen, had Saleh hiermee direct ingestemd. De belangstelling voor Elis’ werk was echter zo groot, dat er eerder sprake was van het ‘laatste’ exemplaar, dat hem door Juliana werd overhandigd.

Twaalf-tekeningen-van-Elis-Juliana-foto-Aart-G.-Broek

Twaalf tekeningen van Elis Juliana – foto Aart G. Broek

Een glorieuze ochtend voor de auteur en beeldend kunstenaar, die zich zeer dankbaar toonde met de uitgave. We wisten er echter geen traditie van te maken. Een jaarlijks terugkerend festijn werd het niet. Elis Juliana’s Awe t’awe is de enige Papiamentstalige ‘dagkalender’ tot nu toe.  Nog even maar, want Lusette Verboom heeft het initiatief opgepakt om voor 2019 weer een dagkalender uit te geven met haiku’s uit de nalatenschap van Elis Juliana. De tekeningen komen van de leerlingen van de school die naar Juliana werd vernoemd. Ban topa Elis.

***

Vanuit ons bureau Carilexis nv, gevestigd op Curaçao, verzorgden we in de jaren 1997 – 2001 niet alleen Juliana’s dagkalender, maar eveneens werk van onder meer Jopi Hart, Edward Heerenveen, Gibi Bacilio, Joes Wanders, Ornelio (Kees) Martina en Marie-Céline Hendrikse. Archivalia inzake de uitgaven zijn ondergebracht in de bibliotheek van de Universiteit Leiden, speciale collecties nr. DH 1547.

Ontleend aan Antilliaans Dagblad, 8 augustus 2018.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter