blog | werkgroep caraïbische letteren

Elis Juliana: Een man van eenvoud en diepgang

door Quito Nicolaas

Elis Juliana

Hij is er niet meer, de kleurrijke dichter in de Curaçaose literatuur. Niet geheel onverwacht nam dichter Elis Juliana afscheid van dichtersland. Over zeven weken zou hij op 8 augustus 86 jaar zijn geworden, maar dacht afgelopen zaterdagnacht dat het nu mooi was geweest. Als jong volwassene moest hij een avontuurlijke man zijn geweest, weetgierig en beschikte over grote mensenkennis. Als dichter vertolkte hij de rol van boodschapper en spreidde de vrijheids-gedachte in woord en daad ten toon. Elis Juliana was een veelzijdige kunstenaar, veranderlijk en progressief van geest, maar wist dat er ooit een einde aan dit bestaan zou komen. Vandaag neemt het volk afscheid van zijn Dichter des Vaderlands.

Juliana begon op latere leeftijd met dichten; in een levensfase die de ruimte bood om terug te blikken. Hij debuteerde op 2 mei 1957 – op 30-jarige leeftijd – voor een groot publiek in het Roxy Theater. Eerder reciteerde hij z’n gedichten voor de radio en was alleen daarom reeds bekend. Elis Juliana was een voortreffelijke voordrachtkunstenaar die met zijn mimiek en pantomime het publiek meekreeg, die   later werd opgevolgd door dichters als Gibi Basilio. Bij het voordragen van een gedicht zag je de beelden van het Curaçaose landschap, de Curaçaoënaar en de verwikkelingen op het eiland voorbij komen. Zijn gedichten werden gedragen door ritmische geluiden en klanknabootsingen die hij uit het Papiamentu uitputte.

De gedichten van Elis Juliana kunnen niet onder een algemene term gekarakteriseerd worden, omdat ze zo divers van aard zijn. Als een antropoloog wist hij het geweten van het volk aan de kaak te stellen door deze te vertalen in zijn poëzie. De thema’s die hij behandelde hadden bijna allemaal betrekking op de verschillende facetten van het individu en de Curaçaose samenleving. Schrijver Jules de Palm zei ooit het volgende over de gedichten van Elis Juliana:  “Deze kunstenaar houdt de gemeenschap een spiegel voor: hij schildert typen die iedereen wel eens ontmoet moet hebben, die dit gemeen hebben, dat zij de luisteraar of lezer om de een of andere wijze vertederen.”

Ondanks dat hij als kind zonder een vader moest opgroeien, kun je nergens in zijn gedichten een stuk wrok of verslagenheid merken. Hij had die werkelijkheid als kind  beleefd, verwerkt en geaccepteerd, maar wist dit gemis op latere leeftijd op een positieve manier om te buigen. Deze handelswijze verklaart tevens de kijk die de dichter had op de samenleving: niet pessimistisch, ook niet sarcastisch of cynisch, maar een beetje ironisch over het lokale gebeuren en maar hopen dat het later allemaal goed komt. De humor in zijn gedichten is dan ook meer ironisch bedoeld.

Terwijl Pierre Lauffer de charmeur was die in een melancholische bui zijn gedichten schreef, wist Elis Juliana hem en de alom geprezen Joseph Sickman Corsen, te overtreffen door een nieuwe koers te gaan varen. En dat was Elis Juliana aardig gelukt, daar hij het publiek met zijn gedichten een uitlatingsklep bood.

Groot was de verrassing toen in 2003 zijn zoon Egbert Juliana aan de schrijfwedstrijd Proza en Poëzie van Stichting Simia Literario deelnam. Dit betekende een eerste stap om in de voetsporen van zijn vader te treden. Hij had er niet lang over gedaan om het gedicht op papier te krijgen en kon het gemakkelijk uit zijn mouw schudden. Op zich een prachtig gedicht met hier en daar enkele sporen van de meester dichter Elis Juliana. Bij het lezen van het gedicht herkende je meteen de Juliana-benadering: eenvoud, ironie en de ingesloten boodschap. Het gedicht werd geselecteerd voor de long-list, maar uiteindelijk had de vakjury een andere keus gemaakt.
Elis Juliana was minder bekend om zijn prozawerk. Hij schreef voornamelijk kinder-verhalen, kinderliedjes en korte verhalen.  Hoe religieus zijn korte verhalen – bijv. Luangu: Djo-Wili-Patagan – in de tegenwoordige tijd mogen worden gekwalificeerd, echter ze zijn van grote historische waarde. In een ander verhaal E Congrenis debota (Echa kuenta:98-99) gaat het om een jong meisje die zeer devoot is en geloofde in het bezoek van Christus. In feite betrof het haar witte prins op de paard die vermomd als Christus dichterbij haar wilde zijn. In kort bestek behandelde Juliana in dit verhaal, behalve het goede en kwade in de mens, ook de grensverleggende initiatieven en extreme poging waartoe men in staat is.
Naast zijn dichterschap verrichte hij werkzaamheden samen met Pater Paul Brenneker  die van onschatbare waarde zijn. Al in de tijd dat hij verbonden was bij de AAINA, was Juliana begonnen met de eerste opgravingen op het eiland. Hij was echt een mens die de eigen cultuur een warm hart toedraagt en ging op bezoek bij ouderen om meer te weten te komen over de tradities in het verleden en gewoontes in de volkswijken.

Een van de gedichten die jaarlijks zal terugkeren en worden voorgedragen is die van San Nicolas, i pobresa [Sinterklaas en armoede]. De tegenstelling tussen rijk en arm in de Curaçaose gemeenschap en de wensdroom van een kind.

Niet alleen was zijn oeuvre onderwerp van studie geweest, die ons toegang verschaft tot een diepgaander begrip van zijn poëzie. Maar Juliana verkreeg de nodige erkenning voor zijn werk op het culturele-literaire vlak: in 1973 ontving hij de Cola Debrot prijs, een Koninklijke onderscheiding in de Orde van Oranje-Nassau, een Zilveren Anjer (2008) en in Cuba nam hij de Jose Maria Heredia onderscheiding in ontvangst. Door de verkregen prijzen en onderscheidingen is hij altijd een eenvoudig mens gebleven, zonder enigerlei kapsones. Zoals Elis Juliana op de avond dat hij zijn eredoctoraat in ontvangst nam zelf zei: “Mijn hele leven heb ik geprobeerd om het Curaçaose volk te verheffen. Of het mij is gelukt, is niet aan mij om te zeggen.”

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter