Elf soorten steekmuggen op Bovenwindse Eilanden
(Aangeboden)
In een onderzoek uit 2018 van steekmuggenpopulaties op de eilanden Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius zijn elf verschillende soorten gedocumenteerd, waaronder twee soorten die nieuw zijn voor Sint Maarten. Van sommige van deze soorten is bekend dat ze ziekten verspreiden. Door onderzoek naar steekmuggenpopulaties te doen, kunnen lokale overheden de verspreiding van door steekmuggen overgedragen ziekten tegengaan en bovendien inzicht krijgen in de gezondheid van lokale ecosystemen.
Steekmuggen worden vaak beschouwd als schadelijke insecten, maar kunnen belangrijke informatie verschaffen over de aanwezigheid van bepaalde ziekten. Bovendien vervullen steekmuggen in verschillende ecosystemen een belangrijke functie als voedselbron, als waterfilter en plantenbestuiver. Door steekmuggen te onderzoeken kunnen onderzoekers inzicht krijgen in de algehele gezondheid van het ecosysteem. Op de Benedenwindse en Bovenwindse Eilanden (met uitzondering van Trinidad en Tobago) zijn voor zover bekend ruim 70 verschillende steekmuggensoorten, hoewel kennelijk niet alle soorten zich voeden met menselijk bloed.
Nu er steeds meer internationaal wordt gereisd en de bodem vanwege verstedelijking anders wordt gebruikt, hebben er in de afgelopen decennia aanzienlijke veranderingen in steekmuggenpopulaties plaatsgevonden. Dit geldt met name in de Cariben, waar een toename van de menselijke populatie gepaard is gegaan met een toename van grote uitbraken van door steekmuggen overgedragen ziekten. Voorbeelden hiervan zijn de uitbraak van chikungunya in 2014 en de uitbraak van zika en dengue in 2016.
Onderzoek van 2018
In 2018 is er op de eilanden Sint Eustatius, Saba en Sint Maarten onderzoek uitgevoerd om beter inzicht in de plaatselijke steekmuggenpopulaties te krijgen. Dit onderzoek maakte deel uit van het Naturalis biodiversiteitsonderzoek van 2018 en was het eerste in zijn soort sinds de onderzoeken in 1947 door Edwin van der Kuyp en in 1949 door Pieter Wagenaar Hummelinck. Niet alleen werden in het onderzoek specifieke aanwezige soorten gedocumenteerd, er werd ook een nieuwe sleutel mee verschaft waarmee soorten van volwassenen en larven kunnen worden geïdentificeerd. Dit zal nuttig zijn in toekomstig onderzoek.
De onderzoeken vonden plaats tussen april en oktober 2018, gedurende één week voor elk van de drie eilanden in het droge seizoen en gedurende tien dagen in het natte seizoen voor Sint Maarten en Saba. In het kader van de onderzoeken werden tien vangstlocaties vastgesteld in verschillende stedelijke, halfverstedelijkte en natuurlijke leefomgevingen. Op elke locatie werd een combinatie van vier verschillende methoden gebruikt: twee verschillende muggenvallen, een net voor het vangen van vrij vliegende volwassen steekmuggen en een waternet, handpipet en elektrische pipet om monsters van larven te nemen.
ResultatenOver het geheel werden op de drie eilanden in totaal 871 volwassen steekmuggen gevangen en werden monsters van elf soorten volwassen steekmuggen en larven geïdentificeerd; acht op Sint Maarten, zes op Saba en twee op Sint Eustatius. De twee meest gevangen volwassenen waren de zuidelijke huismug, Culex quinquefasciatus (56 % van de volwassenen) en de denguemug, Aedes aegypti (35 % van de volwassenen). Van de soorten die op Sint Maarten werden aangetroffen, waren er twee die nooit eerder waren gedocumenteerd en waarvan bekend is dat ze ziekten kunnen overbrengen: de Culex nigripalpus, die de ziekte Florida SLE (Saint Louis encephalitis) overbrengt, en de Aedes taeniorhynchus.
Veranderingen in muggenpopulaties
Over het geheel zijn in dit meest recente onderzoek minder soorten gevangen en gedocumenteerd dan in eerdere onderzoeken. Dit wijst erop dat de biodiversiteit van steekmuggen binnen de steekmuggenpopulaties over het geheel afneemt. Eén soort (Cx. habilitator) die eerder op Sint Maarten werd aangetroffen, werd tijdens het onderzoek van 2018 op geen enkel eiland gevangen. Deze soort is mogelijk lastig te identificeren, omdat de volwassen mug erg lijkt op de Cx. bahamensis en de larve lijkt op de Cx. nigripalpus. Het is dus mogelijk dat deze in het onderzoek van 1947 verkeerd zijn geïdentificeerd. Bovendien werden soorten die gewoonlijk voorkomen in gebieden met grote menselijke populaties, in groten getale aangetroffen op Sint Maarten en Sint Eustatius, maar zeer weinig op Saba. Hieruit blijkt het effect van achteruitgang van de leefomgeving en de positieve resultaten van de intensieve vectorbestrijdingsstrategie op Saba. Op de andere eilanden is de situatie gecompliceerder.
Ook was er een aantal interessante verschillen tussen de historische onderzoeken en het onderzoek van 2018 tussen de eilanden Saba en Sint Eustatius. Hoewel deze twee eilanden historisch en geografisch erg op elkaar lijken, vertoonden de muggenpopulaties enkele opmerkelijke verschillen. De soorten Cx. bisulcatus en Ae. busckii bijvoorbeeld, die een indicator zijn van natuurbos, waren eerder opgemerkt op beide eilanden, maar werden in het onderzoek van 2018 alleen op Saba aangetroffen. De verschillen tussen deze eilanden kunnen het gevolg zijn van beperkte monsterneming, verlies van geschikte leefomgeving of verschillen in methoden van muggenbestrijding, maar vanwege de ontoereikende gegevens konden hierover geen conclusies worden getrokken.
Belang van toekomstige onderzoeken
Door onderzoek te doen naar lokale insectenpopulaties kan inzicht worden verkregen in de gezondheid van het milieu. Populaties die opschuiven in de richting van bekende ‘indicatoren van menselijke activiteit’ zijn bijvoorbeeld een aanwijzing van het effect van toegenomen verstedelijking of een verslechterde lokale natuurlijke leefomgeving. Door onderzoek naar de biodiversiteit en populatiedichtheid van steekmuggen kunnen onderzoekers beter inzicht krijgen in de huidige stand van de natuur en kunnen overheidsfunctionarissen worden gewaarschuwd over mogelijke gevaren voor de volksgezondheid. Om een vollediger begrip van plaatselijke muggenpopulaties te krijgen zijn meer informatie en vervolgonderzoek nodig.
Meld je waarnemingen
Als je insecten hebt waargenomen of op foto hebt vastgelegd, meld dit dan op https://dutchcaribbean.observation.org. Dit is een gratis website en app (iPhone (iObs) & Android (ObsMapp)) waarmee melding kan worden gedaan van waargenomen planten en dieren ter plaatse. Deze tools zijn beschikbaar in ruim 40 talen en zijn niet alleen door biologen maar ook door bewoners en toeristen te gebruiken. Meldingen van soorten door plaatselijke gemeenschappen zijn van onschatbare waarde voor ecologisch werk ter bevordering van bewustwording bij het publiek en algemene bescherming van soorten. Bovendien werkt Observation.org samen met Naturalis Biodiversity Center aan software voor het automatisch identificeren van soorten. De foto’s die je uploadt, zijn hierbij van grote waarde. Voor vragen kun je contact opnemen met research@DCNAnature.org.
Dutch Caribbean Nature
Alliance
Meer informatie:
van der Beek, J.G., Dijkstra, K-D. B., van der Hoorn, B.B., Boerlijst, S.P., Busscher, L., Kok, M.L., Braks, M.A.H., Schaffner, F., Davelaar, G.J., Henry, M., Hulshof, K., Leslie, T.E., Schrama, M. 2020. Taxonomy, ecology and distribution of the mosquitoes (Diptera: Culicidae) of the Dutch Leeward Islands, with a key to the adults and fourth instar larvae. Constributions to Zoology. 1-19. 10.1163/18759866-bja10005