blog | werkgroep caraïbische letteren

Einde van een traditie

door Charles Chang

Koewarasan – Vóór hij begint te dansen, bidt hij tot moeder Aarde voor een goede afloop. De wit geschminkte artiest is een man, gekleed in een vrouwenkostuum. Zijn handen zijn verborgen in handschoenen. Veel figuren als Soemeer Devanand (43) zijn er niet meer. “Het is mijn cultuur, ik houd ervan,” zegt Soemeer die al dertig jaar danst als vrouw voor het publiek.
 
Carrière
Dit fenomeen in de Hindoestaanse cultuur is een uitstervend beroep. Hij telt zes overgebleven londwa ke naatj-dansers die worden gevraagd voor verschillende gelegenheden – met name huwelijksfeesten.
Tijdens het omkleden van de bruidegom, houdt de londwa ke naatj-danser de gasten bezig. “Of de londwa ke naatj-dansers meer in de districten voorkomen? Geen één! Wij worden juist ingehuurd door de districten!” Op zijn dertiende begon hij instrumenten te sjouwen voor opa die ook een danser was. “Zo leerde ik de kneepjes van het vak beetje bij beetje. In India werd dit werk vroeger gedaan door vrouwen, maar dit leidde vaak tot huisvredebreuk en het was ook niet netjes voor een vrouw om in gezelschap te zijn van drie mannen, de muzikanten. Wanneer de mannen dronken waren, vielen ze de danseres lastig. Zo werd de vrouw later vervangen door een man.”
Communiceren
De instrumenten bij deze culturele dans zijn de dolak (slagwerk), het harmonium en een ijzeren staaf, maar voor Soemeer is vooral het ritme belangrijk. Tikkend tegen zijn buik zoekt hij de maat en wanneer hij die eenmaal heeft, komt de danser wervelend los. Maar niet zomaar, elke beweging in de londwa ke naatj heeft een betekenis waarmee Soemeer communiceert met de muzikanten. Heftig ronddraaien betekent ‘geef me tempo’, handen achter de rug betekent ‘het tempo is goed’ en bewegingen omlaag met de handen en rok willen zeggen ‘verlaag het tempo, ik ben moe’! “Het is niet makkelijk, zegt Soemeer. “Bij een band kan je nog wenken, maar op cd-muziek kan dat niet, het lied gaat door! Daarom zie je me soms stoppen, omdat ik moe ben of de maat kwijt ben.”
Schaamte
Voor hem maakt het niet uit wat voor feest het is, zolang hij het respect en de energie terugkrijgt van het publiek. Hoewel hij er goed aan verdient, mist Soemeer de waardering voor de Surinaamse cultuur en artiesten. “Wanneer ze uit Nederland komen, is de zaal vol en andere bevolkingsgroepen waarderen het eerder dan mijn eigen mensen. De mannen van nu schamen zich om dit werk te doen en hebben meer belangstelling voor muziek. Ik hoop niet dat dit stukje cultuur verloren gaat. Aan mijn familie heb ik duidelijk gemaakt: cremeer me met deze kleren of laat iemand ze overnemen.”
[uit de Ware Tijd, 08/12/2012]
[Noot van de redactie van CU: Er is een officiële spelling van het Sarnami. Waarom houdt de auteur zich niet daaraan? Of komttut omdattie veel van de sjinese kultuur weet maar nix van de indiejaase?]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter