blog | werkgroep caraïbische letteren

‘Eigen geschiedenis betekenis geven’

door Brede Kristensen

Nu het derde Bocas literatuurfestival heeft plaatsgevonden in Trinidad & Tobago, vroeg ik de energieke initiatiefneemster, Marina Salandy-Brown, wat haar tot dit initiatief had bewogen. Haar spontane antwoord luidde: “De eilanden uit hun literaire isolement halen.” Erop doorpratend begreep ik dat ze ook vond dat de al lang bestaande Caribische literaire traditie een eigen referentiekader nodig heeft.

Nu is het zo dat de goede en ambitieuze dichters en schrijvers van de Caribische eilanden vooral naar erkenning zoeken in de Europese en Amerikaanse ‘moederwereld’. Engelstalige auteurs kijken naar Engeland en Noord-Amerika, Spaanstalige auteurs kijken naar Spanje en Latijns-Amerika, terwijl Franstalige en Nederlandstalige auteurs naar Frankrijk en de lage landen kijken voor erkenning. Omdat de afstanden groot en de netwerken beperkt zijn, lukt het met die erkenning slechts moeizaam. Meestal moeten ze genoegen nemen met het stempel ‘exotisch’. Wellicht is dat de reden dat zoveel Caribische auteurs ervoor kiezen zich in Europa of Amerika te vestigen, het voorbeeld van V.S. Naipaul volgend. Daar worden ze opgenomen in literaire netwerken, worden ze uitgenodigd om te doceren op universiteiten en vinden ze hun weg naar de media. Zo worden ze vanzelf wat minder exotisch.

Inmiddels gonst het in het Caribische gebied van literaire activiteit. De diversiteit van literaire tradities, culturen en geschiedenissen, vormt allerminst een belemmering zoals soms wordt beweerd, maar blijkt integendeel een stimulans voor creativiteit te zijn. Erkenning door de ‘moederwereld’ is natuurlijk helemaal geen voorwaarde voor literaire bloei.

Toen Salandy-Brown vier jaar geleden begon met de organisatie van het eerste Bocas Lit Fest was het haar bedoeling een platform te creëren voor auteurs van verschillende eilanden om op elkaars werk te reageren. In eerste instantie de Engelstalige auteurs, om vervolgens ook de andere taalgemeenschappen erbij te betrekken. Het is te gek voor woorden dat we voor erkenning zo afhankelijk zijn van lezers en critici duizenden kilometers verderop. Het festival, waaraan een kleine 100 auteurs plus een groot aantal lezers deelnemen, wordt als buitengewoon inspirerend ervaren. Trinidad leeft mee en is er trots op.

De Guyanese historicus Richard Drayton sprak over het belang om als regio zelf de feiten van onze eigen geschiedenis betekenis te geven. Het kan niet zo zijn dat buitenstaanders ons voorschrijven hoe wij onze geschiedenis dienen te interpreteren, maar dat is precies wat nog steeds gebeurt. Het interpretatiekader voor de geschiedenis, zoals door de ‘moederwereld’ vastgesteld, is in sterke mate gebaseerd op militaire en economisch-technologische machtsuitoefening, gericht op overleven en onderdrukken. De rest is bijzaak. In feite dus een sociaal-darwinistisch kader. Bij dat kader past een politiek, economisch en cultureel instrumentarium dat ieder land nodig schijnt te hebben om zijn weg in de wereld te vinden. Hij wees erop hoe ook de in de moederwereld opgeleide Caribische professionals het spel meespelen en lid worden van wat hij de kaste noemde van ‘multi-raciale-en-nationale goedverdienende wereldwijd werkende technocraten’, werkzaam bij grote ondernemingen en internationale organisaties zoals het IMF, of als hoge ambtenaar, bij voorkeur vaak internationaal op stap. Ieder voor zich lijkt gefascineerd te zijn door de ‘mystiek van het professionalisme met zijn bijkans magische macht’. Vaak is hun alter ego cultuurminnend en bekend met de laatste literaire trends, maar helaas huist het alter ego vooral in de kleding, niet in de ziel. Hun ziel is doelloos zwervend. De doorsnee burger gaat dezelfde kant op.

Zijn gesprekspartner, Pankaj Mishra uit India, schreef een onthullend boek over het verzet van Aziatische intellectuelen, zoals Rabindranath Tagore en Liang Qi Chao, tegen het Europese politieke en intellectuele imperialisme: From the Ruins of Empire, 2012. Vaak citeerde hij Tagore: “The West is becoming demoralized through being the exploiter, through tasting the fruits of exploitation.” Tagore zag het nationalisme als een van de meest dubieuze imperialistische methodes. Door van iedere verzameling mensen een georganiseerde natie te maken, krijgen imperialistische grootmachten er greep op. Door hun zucht naar erkenning en mooie posities in het publieke bestuur zijn de geëxploiteerden zo kortzichtig hun volledige medewerking te geven. Dit inzicht heeft vandaag niets aan actualiteit verloren. Bovendien hebben macht en geldzucht zowel een verslavend als een demoraliserend effect. Tagore, die deze verslaving met opium vergeleek, was ervan overtuigd dat alleen de menselijke geest in staat is weerstand daartegen te bieden en zodoende de mensheid voor uitsterven te behoeden. Literatuur kan daarbij een belangrijke rol spelen mits er gelezen wordt, mits erover gesproken wordt en mits deze zich niet in dienst van nationalistische belangen stelt.

Dat brengt ons bij de vraag: welke literatuur? Alle literatuur? Pankaj Mishra liet het de Japanse auteur Natsume Soseki (1867-1916) zeggen: “Teveel zoeken we (in Japan) aansluiting bij wat er in Europa gebeurt. Ook op het gebied van literaire trends. Het is alsof we aan een vreemde tafel aan het dineren zijn en het ene na het andere onbekende gerecht krijgen voorgeschoteld… fascinerend, maar al dinerende vergeten we dat we zelf een fantastische keuken hebben.” Hij kon nog niet spreken van de ‘McDonald’isation of the world’, maar zoiets stond hem voor ogen. Het lijkt alsof civilisatie en literatuur, mode en filosofie nog steeds door Europese en Amerikaanse standaarden worden bepaald. We kunnen niet zonder standaarden, maar laten die standaarden dan alsjeblieft ter discussie mogen staan. Het Europese postmodernisme is anders dan het Caribische. Aldus Drayton en Mishra en het voltallige Bocas-publiek waarmee ze in gesprek waren.


Eigen karakter reg
io

Drayton beklemtoonde de noodzaak het karakter van Caribische literatuur te accentueren. Dat bracht ons op een gesprek over het eigene van de Caribische regio. Heeft deze regio wel een eigen karakter? Zoals het Caribische gebied zijn Europa en Amerika inmiddels cultureel gemengde regio’s geworden. Wat is het verschil? Ja, er is een groot verschil. Het verschil is dat Europa en de meeste Amerikaanse landen gekenmerkt worden door een dominante, traditionele cultuur en dito literatuur, waaraan de culturele import zich op de een of andere wijze moet aanpassen. Natuurlijk is de invloed ook omgekeerd, maar toch beduidend minder sterk.

Dit ligt heel anders in het Caribische gebied. Nadat de Indianen op trieste wijze waren geliquideerd en de Europese machten uiteindelijk een toontje lager moesten zingen, zien we dat hier naast elkaar een drietal stromingen werkzaam zijn, die zich geleidelijk aan vermengen: een vercaribiseerde Afrikaanse stroming, een vercaribiseerde Europese stroming en een zich vercaribiserende Indiase stroming. In de ogen van Drayton lopen onze Caribische auteurs gevaar te ‘ontcaribiseren’ vanwege de zucht naar erkenning door de moederwereld. Daarom is het zo goed dat er een Bocas Lit Fest is waar alle Caribische auteurs, inclusief die uit de diaspora heen kunnen, om het contact met elkaar en met de Caribische regio te onderhouden, zo merkte hij op.

In het verlengde daarvan werd een seminar gepresenteerd over de vraag ‘A National Literature?’ met inderdaad een groot vraagteken. Het gloedvolle betoog van Marlon James uit Jamaica, hoogleraar literatuur en auteur (in 2009 publiceerde hij de roman The Book of Night Women), maakte korte metten met dat vraagteken. Geen sprake van. Als literatuur zich in dienst stelt van de natie, blijft er van kwaliteit niets meer over. Al die politici die vinden dat literatuur behoort bij te dragen aan natievorming weten niet waarover ze het hebben en zijn in feite alleen maar met vrijheidsbeperking bezig… ‘should shouldn’t’, was zijn motto. Een door naties versnipperde regio valt ten prooi aan imperialistische machten. Door over dingen na te denken, veranderen de dingen van karakter, verliezen zij hun vanzelfsprekendheid en beginnen ze te verwijzen naar de diepere of hogere en vooral werkelijkheid die ons geheimzinnig omringt en ontsnapt aan de greep van ons begrip. Dat is wat literatuur doet.


Caribische identite
it

Wat is dan de Caribische identiteit? Identiteit is geen ding en omdat het geen ding is, kan je het ook nergens aan vasthaken en nergens aan ontlenen. Je kunt dus niet zeggen: kijk dat zijn onze wortels dus dat zijn we. Of dit is onze natie en daarom zijn we zo. Of dit is mijn opleiding: ik ben metselaar. Verbazingwekkend hoe actueel het existentialistische inzicht is dat al dat verschuilen achter ‘iets’ gelijk staat met het ontlopen van verantwoordelijkheid. Identiteit is een wijze van omgaan met de werkelijkheid, individueel en gezamenlijk. De Caribische regio, inclusief haar cultuur, is volop in beweging. Geen vaste tradities en uitgekristalliseerde waardepatronen. Een duizelingwekkend geschakeerd en bewegend kleurenpalet, zonder overheersing door een specifieke kleur. Ik denk dat er geen regio in de wereld denkbaar is waar zoveel verschillende stromingen zijn die een antwoord proberen te geven op de grote levensvragen. Omdat die antwoorden verschillend zijn en geen ervan zich kan permitteren zich als HET antwoord te presenteren, kan juist in de Caribische regio het ‘gevoel voor het onkenbare’ zich ontwikkelen.

De Engelse dichter T.S. Eliot merkte op dat de ‘mensheid niet in staat is veel werkelijkheid te verdragen’ (Four Quartets, 1944). Liever reduceren we dat chaotische kleurenpalet tot een beperkte wereldbeschouwing of een nationalistische ideologie of gewoon tot professionalisme of consumentisme. Tot iets dat een gevoel van identiteit, een thuisgevoel geeft. Vervolgens verwachten we dat de boeken die we lezen dat thuisgevoel zullen bevestigen. Sterker, we vragen onze schrijvers en dichters zulke boeken te schrijven. Zo niet, dan zetten we ze weg als ‘moeilijk en onbegrijpelijk’.

‘Niet aan toegeven’, riep Marlon James. Het motto ‘should shouldn’t’ schept vrijheid. Maar daarmee is nog geen chemische reactie tot stand gekomen tussen al die verschillende culturele elementen die de regio rijk is. Noch in onze eigen individuele geest, noch binnen het literaire circuit van auteurs van verschillende eilanden, noch tussen auteurs en lezers. Ingewikkelde chemische reacties hebben een katalysator nodig. Ziedaar, de zin en de betekenis van het Bacos literatuurfestival.

Kan literatuur iets betekenen voor de zwervende ziel die naar enig inzicht in de onkenbare werkelijkheid verlangt? Geen richtlijnen, geen omschrijving van de Caribische identiteit, geen bijdrage aan ‘nation building’, geen antwoorden op levensvragen. Literatuur kan alleen onder woorden brengen. Het onder woorden brengen is een vorm van verwerking, reflectie en bewustwording. In feite is dat wat ze doet. Dat is ook wat Derek Walcott steeds indringend (het woord is hier op zijn plaats omdat het de ziel van de lezende lezer raakt) weet te bewerkstelligen. Prachtig, zoals hier in de Schooner Flight (Collected Poems, 1986):

Sometimes is just me, and the soft-scissored foam

At the deck turn white and the moon open

A cloud like a door, and the light over me

Is a road in white moonlight taking me home

[uit Amigoe, 18 mei 2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter