Eerbetoon voor pionier ‘Tata’ De Lannoy-Willems
Willemstad — Op donderdag 17 maart 1949 gingen vrouwen op het eiland voor het eerst naar de stembus. Dat gebeurde met de introductie van het algemeen kiesrecht op Curaçao, waardoor zowel mannen als vrouwen ouder dan 25 jaar een stem konden uitbrengen. Dit jubileum wordt vandaag gevierd met een eerbetoon aan Altagracia de Lannoy-Willems (1913-1983), de eerste vrouw die lid werd van de Staten.
Tijdens een plechtigheid bij de Katholieke Begraafplaats aan de Roodeweg werd vanochtend De Lannoy-Willems geëerd. Oud-premier Maria Liberia-Peters hield een toespraak, waarin zij inging op het belang van het algemeen kiesrecht voor Curaçao en de belangrijke rol die De Lannoy-Willems, die bekend stond onder de roepnaam ‘Tata’, vervulde in die jaren. De strijd voor het algemeen kiesrecht voor vrouwen was een rechtvaardige strijd, aldus Liberia-Peters. Zij verklaarde blij te zijn dat iedereen samen, los van elke politieke oriëntatie, een van de pioniers die de weg heeft geopend voor het algemeen kiesrecht op Curaçao, kan eren.
Liberia-Peters had een aantal lovende woorden voor De Lannoy-Willems. “Geen negatieve kritiek of beledigende karikatuur kon haar geest breken. Als politicus hebben wij de gewoonte om in de verdediging te gaan, wanneer wij het niet eens zijn met de geuite kritiek. Altagracia was iemand die altijd haar worden woog en er niet voor koos om op een twijfelachtige manier terug te slaan. Van personen die haar gekend hebben, heb ik gehoord dat zij in alle rust, zonder te beledigen, op een positieve manier iets negatiefs kon beantwoorden.” Een voorbeeld dat door Liberia-Peters werd aangehaald was toen De Lannoy-Willems in een karikatuurprent werd getekend als een naakte Lady Godiva op een ezel. De enige reactie van De Lannoy-Willems was: Als zij mij zo willen tekenen is dat goed, want zo heeft mijn moeder mij gebaard”, waarmee de kous af was.In haar toespraak stond Liberia-Peters ook stil bij de kritiek van De Lannoy-Willems op het feit dat telkens wanneer er een nieuwe regering aantrad, deze alles van haar voorganger ging afbreken, om vervolgens alles weer van voren af aan op te bouwen, ‘omdat de ideeën en acties van een politieke tegenstander afkomstig waren’. “Zij betreurde de zucht naar wraak op het eiland en was van mening dat Nederland hierdoor in staat was om ons te manipuleren. Uit haar woorden kunnen wij halen dat wijsheid en kennis de elementen zijn om te voorkomen dat de zucht naar wraak nog groter wordt en schade aan het eiland wordt berokkend.”
De verkiezingen van 1949 waren de eersten waarbij het algemeen kiesrecht van kracht was. De eerste verkiezingen op Curaçao vonden plaats op 20 december 1937. Indertijd werden de eerste leden van het parlement van de Antillen gekozen. Aan deze verkiezingen mochten alleen mannen, ouder dan 23 jaar deelnemen, die belasting betaalden en over eigendommen beschikten, of een opleiding van minimaal zesde klas lagere school. Op 17 maart 1948 werd het algemeen kiesrecht op Curaçao van kracht. De grondleggers die hiervoor hebben gestreden waren onder meer Moises ‘Doktoor’ Da Costa Gomez, Adèle Rigaud, de toenmalige voorzitter van de vrouwenvleugel van de Katholieke Volkspartij (KVP) en de beroemde Damanan di Djarason, de vrouwenvleugel van de Nationale Volkspartij (NVP) onder leiding van Clarita da Costa Gomez, Mena Davelaar en Thelma da Costa Gomez. Vrouwen op Curaçao haalden 1013 handtekeningen op en stuurden brieven naar de Nederlandse Tweede Kamer om steun te verwerven voor vrouwenkiesrecht op Curaçao.Uit een publicatie van de politieke partij Pais blijkt dat in de verkiezingscampagne voor de verkiezingen van 1949 de thema’s katholicisme en autonomie een centrale rol speelden. De KvP was van mening dat politiek en godsdienst hand in hand moesten gaan en plaatste een priester op hun kandidatenlijst. De Curaçaose Onafhankelijke Partij (COP) riep haar kiezers op juist ver te blijven van katholieken en van de Pauselijke richtlijnen die de KvP het volk wilde opleggen. Aan de andere kant werd de COP door haar politieke tegenstanders omschreven als elitair en intellectueel, die ver van het volk afstond. De NVP en DP hielden zich niet bezig met aanvallen op de Katholieke Kerk. De NVP maakte zich sterk voor meer autonomie, terwijl de DP zich tegen de NVP afzetten omdat de rode partij van mening was dat de NVP zich te soft opstelde ten opzichte van Nederland.
Aan de verkiezingen van 1949 namen 37.688 mensen deel. 18.087 mannen en 19.601 vrouwen die voor het eerst een stem konden uitbrengen. Grote winnaar van de verkiezingen was de Nationale Volkspartij (de huidige PNP, red) met vier zetels. De Democratische Partij (DP) volgde op de tweede plaats met drie zetels, terwijl de KVP één zetel behaalde op verkiezingdag. De COP bleef op nul zetels steken. De grootste stemmentrekker was Doktoor Da Costa Gomez, die 12.834 persoonlijke stemmen behaalde.
De nieuwe Staten traden aan op 18 april 1949. Het zou nog tot 4 augustus duren voordat De Lannoy-Willems tot de Staten toetrad.
[uit Amigoe, 17 maart 2014]