Eerbetoon aan culturele voorgangers: Pater Paul Brenneker en Elis Juliana
![]() |
Paul Brenneker, illustratie: Philip ‘Fifi’ Rademaker/NAAM |
![]() |
Elis Juliana, illustratie: Philip ‘Fifi’ Rademaker/NAAM |
Elis Juliana werd op 8 augustus 1927 in Nieuw Nederland, tussen de Oranjestraat en Penstraat, geboren. Het was de tijd dat Shell migranten uit het hele Caribische gebied naar Curaçao bracht. De radio deed zijn entree, de showbizz en het verenigingsleven vierden hoogtij. Geconfronteerd met de veranderingen van de moderne tijd ging de jonge Juliana op zoek naar de eigen identiteit, die van zichzelf en die van het Curaçaose volk. Hij begon als voordrachtkunstenaar. Al spoedig ontpopte hij zich als een artiest van velerlei kunnen, – dichter, verteller, tekenaar, beeldhouwer, verhalenschrijver – , maar hij begaf zich ook op het pad van onderzoeker naar de eigen cultuur. Wat begon uit nieuwsgierigheid en om inspiratie op te doen voor verhalen en voordrachten, groeide uit tot een passie: het bezoeken van ouderen als bron van informatie en kennis. Daarbij ontmoette hij Paul Brenneker. Door hun verschillende culturele achtergrond, – een Curaçaose volksjongen en een Limburgse priester – , vulden ze elkaar bij dit etnografische veldwerk voortreffelijk aan. Elis Juliana kan bogen op een lijst van ruim 50 publicaties, waaronder zijn eerste dichtbundelFlor di datu, ziin verhalen als Wazo riba ròndu (1967, 1981, 1988), Guia Etnológiko I, II, III en zijn filosofie OPI I, II, III, IV, Organisashon Planifikashon Independensia (1979, 1980, 1983, 1988).
De grote verdienste van het onderzoek van Brenneker en Juliana is dat zij de cultuur van de jaren van voor en tijdens de modernisering in de twintigste eeuw op een systematische wijze hebben gedocumenteerd. Ze verzamelden een onvervangbare schat aan informatie met een rijkdom aan gegevens uit de orale geschiedenis, maar ook vele objecten, als getuigenis van de materiële culturele erfenis. Die objecten variëren van huisgerei, documenten, religieuze objecten tot muziekinstrumenten en kunst. De collectie zelf is in 2001 officieel overgedragen aan de Fundashon NAAM. Een representatief deel daarvan is ten toon gesteld in het Curaçaos Museum en Museo Tula en vanaf 17 september tot 12 februari 2010 in de expositie Altá di Kòrsou, bij NAAM.
Wat nog onvoldoende aandacht heeft gehad is de unieke verzameling van 1400 liederen, muziek en verhalen die Brenneker en Elis Juliana in de jaren vijftig, zes jaren lang op eigen kracht en met heel veel inzet hebben verzameld en dat in 1975 is overgedragen aan de Fundashon Zikinza, toen ondergebracht bij het Centraal Historisch Archief aan de Roodeweg. Angel Salsbach, initiatiefnemer en secretaris van Fundashon Zinkinza, memoreerde hun werk bij de opening van het documentatiecentrum Zikinza in 1975 aldus:
![]() |
Curaçao. Foto © Bea Moedt |
E prome kontako tabata ku Iya di Wanota ku e tempu ei, esta mas ku 10 aña pasá, tabatin 80 aña di edat. Mulando su maishi chikitu riba un piedra el a kanta e prome kantika “Zuntan, zuntan zun klintan”. Despues a tumba pa Seru Fortuna i otro luganan na Kòrsou i Boneiru. E kamindanan tabata kamindanan di problema, pasobra ta kon ta kanta un kantika di rema boto, planta maishi, kap palu, koba buraku sintá den un stul di zoya den kas o riba un banki pariba di kas? Hopi biaha un pal’i basora ku a funkshoná komo rema, chapi o piki a sirbi komo yabi pa habri porta di kanto. Pero hopi biaha tambe mester a bai kas i bolbe bèk despues ora machi o pachi su kurpa tin mas grasia.” (uit: na Apertura di Sentro di Dokumentashon Zikinza, Angel Salsbach, 7 di februari 1975)De serie ‘Het Nationaal Museum vormen we tezamen’ verschijnt ook in Extra en The Daily Herald. Reacties op en suggesties voor bijdragen zijn van harte welkom. U kunt National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM) bereiken op het Johan van Walbeeckplein 13, telefoon (09) 462 1933, fax (09) 462 1936, e-mail: info@naam.an, website www.naam.an