blog | werkgroep caraïbische letteren

Een plan voor straatverlichting – Leren van geschiedenis 54

door Hilde Neus

In de straten van onze steden is straatverlichting een normale zaak. Voor de veiligheid van verkeer is het in het donker onmisbaar, ook voor voetgangers. Daarnaast gaan vrouwen gemakkelijker over straat als die goed verlicht is, er zouden mannen met kwade bedoelingen in de bosjes schuilen. De Energie Bedrijven Suriname (EBS) draagt nu zorg voor de straatverlichting, de staat betaalt daar niet voor. Is dit een van de vormen van subsidie waar de regeerders het zo vaak over hebben? Veel van de voorzieningen die aan de staat worden geleverd, worden niet gecompenseerd. Maar hoe stond dat vroeger, met die verlichting, toen er nog geen gemotoriseerd verkeer was, en er slechts koetsen rondreden?

Lantaarns als verlichting

In 1785 heeft het gouvernement een plan laten opmaken voor lantaarns in de straten van Paramaribo. En daarvoor het inhuren van de nodige klapperlieden en hen aan te stellen tot verdere beveiliging van de wegen, bij nacht en donker. De houtvesters van Parmaribo hebben hun plan met instemming van de raad en boekhouder generaal overgegeven aan het Hof om goed te keuren.

Om de straten behoorlijk van licht te voorzien zouden er 230 lantaarns op behoorlijke bijlhouten palen worden geplaatst, die groen-wit werden geschilderd. De beraamde kosten zijn:

VoorwerpenKosten in guldens
230 straatlantaarns2300
230 bijlhouten posten lang 12 voeten 8 bij 8 duim a 6 st de voet, bij aanbesteding828
Maakloon 230 lantaarnposten bij aanbesteding f 3690
Het schilderen van 230 lantaarnpalen wit en groen bij aanbesteding250
  
Totaalf 4068

Het fonds tot deze operatie werd gecreëerd bij wijze van willige intekening door de gezamenlijke ingezetenen. Eigenaren van 1776 huizen en erven doneren een vrijwillige gift, bij elkaar gebracht op f5 elk, welke samen f8880 opbrengen, dus er was een overschot van f4812. Dit werd op behoorlijke rente uitgezet op 8%, wat jaarlijks f384 op zou brengen.

Klapperlieden

Mannen vullen een olielamp in de straat, 1815 (Stadsarchief Amsterdam).

Voor het dagelijks aansteken van de lantaarns zijn 8 personen nodig die ook kunnen fungeren als klapperlieden, onder opzicht van een kapitein van de nachtwacht, zodat ze hun plicht behoorlijk vervullen en er goede orde gehouden wordt. De kapitein krijgt bijzondere instructies voor zijn diensten en hoeft verder geen burgerdiensten te vervullen.

Vier van de klapperlieden zouden om de ene nacht de wacht waarnemen van 9u tot 5u ’s morgens en door alle wijken en straten van Paramaribo lopen. Alle huizen dienden hun vergader- of verblijfplaats te bieden. De centrale posten waren:

-1e wijk onder het hof civiel

-2e wijk Burgerwacht

-3e wijk de Vischmarkt

-4e wijk Lands Timmerloods.

Twee van hen houden de lantaarns schoon en zorgen ervoor dat ze niet door ‘quaadwillige blanken’ of ‘moetwillige slaven’ worden gebroken. De onkosten tot het een en ander bestaan uit:

HandelingKosten in guldens
Lantaarn opsteken en elke klapperloper met een bepaald traktement a 7005600
Olij, katoen voor een geheeljaar tot branden bij donker en afgaande van 230 lantaarns 3450   
Reparatie aan lampen glazen in het jaar    250 250
  
Totaalf 9300

Ook zullen 100 zeevarende, zo Hollandse als Engelse, kapiteins bijdragen. Dit nuttige en hoogstnoodzakelijke plan tot inrichting van de lantaarns wordt uitgevoerd zonder belasting van de staatskas, met bijdrage van eenieder, naar vermogen. De hoop is dat iedereen zal meewerken en er geen obstakels zullen zijn. Paramaribo, op 19 december 1785, getekend door de heren G: A: D. de Graaff en F.C Becker.

Lijst voor het plaatsen van de lantaarns

Na de uitleg van het plan en de kostenberaming, volgt de lijst waar de lantaarns zullen worden geplaatst. ‘In de Graavestraat tot bij de brug van het Fort, bij het Gouvernement, tot de brug van tot by het Gouvernement, bij de Poort van het Commandement, Hoek bij Coetse, Idem bij van Hout, P. Mesquitta, Hoek bij Meijer, by de Poort van Mevrouw Desmazures, Juffrouw Trouwt, en zo voorts. Van nummer 211 op de hoek bij de brug in de Dwars Straat tot 214 zijn het zijstraten, zoals het Paatje in die straat van de Joode Comedie tot agter de tuyn van de Heer Becker. Van 215 tot 223 staan ze in de Dwarstraten daar agter heene loopende en van 224 tot 230 in de Dwarsstraten tot de Fiottenbrug.’

Iedereen betaalde mee naar vermogen, en de straten werden ook overal verlicht. In die tijd.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter