blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Een orgie van politiek en bestuurlijk vandalisme

door Eric de Brabander

Freek van Beetz was tien jaar lang adviseur van de Minister-President van de Nederlandse Antillen. In die hoedanigheid was hij ooggetuige van de moeizame relatie van de Antillen met Nederland, de opeenvolgende problemen binnen het landsbestuur, de interne politieke verwikkelingen en met name het langdurige proces dat uiteindelijk leidde tot de opheffing van het land de Nederlandse Antillen. Van Beetz werd door de  oppositiepartijen in die tijd gewantrouwd. Sommigen zagen hem als een spion binnen de regeringsgebouwen in Forti. Immers, hij was ‘uitgeleend’ door Den Haag voor assistentie bij het financieel economisch herstelprogramma van Pourier, dat moest resulteren in een akkoord met het Internationaal Monetair Fonds. En dat akkoord was voorwaarde voor financiële steun uit Nederland. Keiharde afspraken waren daarover gemaakt, die, naar later bleek, minister Gijs de Vries niet zou honoreren. Dit leidde uiteindelijk tot electoraal verlies van de PAR ten gunste van de FOL van Anthony Godett.

Van Beetz beschrijft in zijn boek Het einde van de Antillen: Kroniek van een adviseur op Curaçao hoe Gijs de Vries hiermee het podium creëerde waarop de PAR uiteindelijk politiek bijna ten onder ging en de populist Anthony Godett met de macht aan de haal ging, gebruik makend van slogans als ‘sin miedu, zonder angst,’ en ‘brood en een dak boven het hoofd’. En waar, na het ontstaan van het nieuwe land Curaçao een coalitie gevormd werd tussen de partij van Helmin Wiels, die radicale afscheiding van het moederland voorstond, en de door duistere figuren gefinancierde MFK van Gerrit Schotte. Dat de oppositiepartijen in de beginjaren van het nieuwe decennium dachten met Van Beetz het paard van Troje binnengehaald te hebben was op zich niet zo verwonderlijk. Ook in Den Haag werd gevonden dat de adviseur die door hun uitgeleend was aan het kabinet van Minister President Pourier schatplichtig was aan de Nederlandse regering. Dat kwam al snel aan het licht toen, tijdens het IMF traject, en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen, het duidelijk werd dat de Antillen financiële hulp nodig hadden om het traject met goed gevolg te doorlopen. Deze hulp was ook toegezegd, met name sociale hulp aan al die ambtenaren (34%) die wegbezuinigd waren.

Van Beetz schreef namens Pourier een brief aan premier Kok waarin gemeld werd dat: ‘verdere bezuinigingen binnen de huidige Antilliaanse staatkundige structuur desastreus zullen zijn, niet alleen voor het effectief functioneren van het overheidsapparaat, doch ook voor de essentiële diensten en voorzieningen aan onze bevolking.’

De brief werd in Den Haag door BKZ niet in dank ontvangen. Ze hadden de hand van Van Beetz herkend en hij werd er op aangesproken. Van Beetz maakte daarop duidelijk dat hij uitgeleend was aan de Antilliaanse regering en verantwoording verschuldigd was aan Minister President Pourier en niemand anders. Veel begrip ontving van Beetz niet. De relatie met BKZ is er daarna jaren een geweest van koude oorlog.

Toen ik dit verhaal las moest ik onwillekeurig denken aan het boek van Aart Broek, Dwarsliggers. Wellicht zou dit boekje verplichte kost moeten zijn voor heel bestuurlijk Nederland.

In 2006, toen het voor de Antillen duidelijk was dat Nederland zijn financiële afspraken niet nagekomen was en ook niet zou nakomen, hield minister Brinkhorst in de aula van de Universiteit van de Nederlandse Antillen een lezing getiteld ‘een gezonde bestuursstructuur in een gezonde economie’. Brinkhorst hamerde op het belang van bezuinigingen en na afloop merkte van Beetz tijdens de staande receptie tegen een oud-collega uit Den Haag op, ‘een gemiste kans.’ Hij bedoelde dat politiek Den Haag de kans had laten liggen Pourier de nodige ruggensteun te geven ten tijde dat het kabinet Pourier daadwerkelijk met de bezuinigingen bezig was waar Brinkman het over had. De Antillen zouden er heel wat voortvarender hebben uitgezien als Gijs de Vries niet zo halsstarrig was geweest.

Deze opmerking werd doorgekletst en veroorzaakte in Den Haag een diplomatieke rel. Weer verwijs ik naar Dwarsliggers waarin Aart Broek beschrijft hoe moeilijk het is voor bestuurders om beleid over een andere boeg te gooien als duidelijk wordt dat een andere koers gevaren dient te worden. In dat soort gevallen, waar de cognitieve functies van de bestuurder dissoneren met de realiteit, is het helaas usance om eerst de boodschapper af te schieten. Van Beetz moet teruggeroepen worden, zo eiste Laurens Jan Brinkhorst. Dat is uiteindelijk niet gebeurd. Freek van Beetz heeft drie minister presidenten geadviseerd, Pourier, IJs en de Jong Elhage, waarna een einde kwam aan de Nederlandse Antillen op 10 oktober 2010.

Het einde van de Antillen is geen formele wetenschappelijke studie. Van Beetz wisselt de politieke gebeurtenissen van de afgelopen tien jaar af met passages uit zijn logboek, waarin hij al die gebeurtenissen van persoonlijke kanttekeningen voorziet. Die passages hebben een andere schrijfstijl, ze zijn als het ware een verademing na de delen van het boek waarin de politieke processen worden beschreven en waar Freek van Beetz zich ervan bewust is dat hij aan geschiedschrijving doet. De persoonlijke ervaringen zorgen ervoor dat het boek Het einde van de Antillen leest als een roman.

Ik genoot van de passage over de slotverklaring, een orgie van bestuurlijk en politiek vandalisme, zoals Freek van Beetz het noemde. Allereerst moest er gestemd worden  of Anthony Godett al dan niet uit Bon Futuro gehaald moest worden om hem aan het debat te laten deelnemen. Iedereen bemoeide zich ermee, en met name in de Papiamentstalige kranten ontstond een hetze, die versterkt werd door de nogal onhandige PAR zet  de overeenkomst inzake de slotverklaring geheel op het conto van de PAR te schrijven. Si en No werden toen geboren. Na een opeenvolging van scheldpartijen en holle retoriek werd de slotverklaring afgewezen. Men vierde dit besluit feestelijk. Weldenkende burgers vroegen zich af waar dit allemaal heen moest. Duidelijk was het dat de PAR door de coalitiepartij van Godett gezien werd als verlengstuk van Holland. Dat was al zo vanaf het verraad van de Vries. De FOL had hiermee een stok om de hond te slaan.

Het boek van Freek van Beetz verdient een plaats in de boekenkast van eenieder die begaan is met de Caribische eilanden, maar met name in de boekenkast van onze politici, ter lering ende vermaeck. ‘Het einde van de Antillen’ is bovenal een aanwinst voor onze nationale bibliotheek en de bibliotheken van onze middelbare scholen, daar het in een leemte voorziet wat betreft onze politieke geschiedenis.

Freek van Beetz, Het einde van de Antillen; Kroniek van een adviseur op Curaçao
ISBN: 9789059727564
Uitgever: Eburon
Jaar : 2013
Pagina’s : 336

[uit Antilliaans Dagblad,  (rubriek ‘Voor u gelezen’), zaterdag 18 mei 2013]

Over Dwarsliggers zie dit eerdere bericht.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter