blog | werkgroep caraïbische letteren

Een nieuw Algemeen Letterkundig Lexicon

Afgelopen donderdag, 29 november, is op de Dag van het literatuuronderwijs in Rotterdam het Algemeen Letterkundig Lexicon gepresenteerd. Dit lexicon biedt beknopte definities van meer dan 4000 termen op het terrein van de letteren, in de meest brede zin van het woord: stromingen, periodes en genres; de klassieke retorica en metriek; de moderne, stilistiek; de hedendaagse literatuurtheorie; de ‘populaire’ vormen van literatuur die mondeling, via de massamedia of in digitale omgevingen circuleren; de wereld van drama en theater, de versleer en de verteltheorie; de teksteditie, codicologie, boekwetenschap en andere hulpwetenschappen en zusterdisciplines; ook een aantal raakvlakken met andere kunstvormen zoals de muziek worden bestreken.

Vierduizend termen voor tal van gebruikers

Dit lexicon verklaart specifieke concepten uit de academische literatuurwetenschap maar ook schijnbaar eenvoudige termen als ‘gedicht’, ‘roman’ of ‘rijm’. Het vermeldt meer dan 4000 termen, bevat 3000 lemmata, en beloopt, wanneer het gedrukt zou worden, een omvang van meer dan 2500 pagina’s. In de filosofie van open access wordt het gratis aangeboden in de DBNL. Op deze wijze hoopt de redactie heel wat doelgroepen van dienst te kunnen zijn: leerlingen van middelbare scholen, studenten, leraren, onderzoekers, critici, journalisten, uitgevers en tal van algemene gebruikers met interesse in de letteren. Dankzij de grenzeloze mogelijkheden van het digitale medium kunnen bovendien studenten en collega’s extra muros er gebruik van maken.

Terminologische traditie

Dit werk vindt zijn oorsprong in de samenvoeging van twee bestaande lexica, het Lexicon van literaire termen (Hendrik van Gorp, Dirk Delabastita en Rita Ghesquiere, met medewerking van
Jan Flamend) uit 1980 (achtste herziene druk in 2007 bij Wolters Plantyn), en het Letterkundig lexicon voor de neerlandistiek (Gé van Bork, Piet Verkruijsse, George Vis en Henk Struik), dat sinds 2002 raadpleegbaar is in de DBNL. Beide lexica kenden van oudsher niet alleen overlap, maar vulden elkaar ook op allerlei manieren aan. Vijf leden afkomstig uit beide redactieteams hebben hun
krachten gebundeld om door de integratie van de twee werken een up-to-date terminologisch standaardwerk in het Nederlands tot stand te brengen voor de volgende generatie van literatuurliefhebbers.

Digitale toekomst

De digitale publicatievorm maakt allerlei zoekfuncties, kruisverwijzingen en externe hyperlinks mogelijk. Dit maakt van het Algemeen Letterkundig Lexicon bovendien work in progress.
Verdere updates, aanvullingen en uitbreidingen zijn reeds gepland en zullen spoedig online worden aangeboden. Een aantal ervan moet de didactische bruikbaarheid van het werk nog verhogen. Zo staan overzichtsartikels en aparte deel-lexica (genres, poëzie, de  retorica, de verhaalanalyse…) in de steigers, en verder ook bijkomende illustraties, en een semantisch gebaseerd zoekapparaat
voor het opsporen van termen vanuit de betekenis. Het interactieve karakter van het medium maakt het de redactie mogelijk om de gebruikers met eventuele suggesties voor verbetering van het
lexicon bij het project te betrekken.

Totstandkoming

De redactie bestaat uit (v.l.n.r.) Gé van Bork, George Vis, Piet Verkruijsse (†), Rik van Gorp en Dirk Delabastita. Vrouwen werden om principiële redenen niet toegelaten: de redactie is geen lachertje. Zij kan steunen op de expertise van een adviesraad bestaande uit Jan Baetens, Geert Buelens, Rob Erenstein, Dirk De Geest, Ralf Grüttemeier, Mary Kemperink, Johan Koppenol en Frank Willaert. Het Algemeen Letterkundig Lexicon is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de Nederlandse Taalunie, evenals door de steun van de Universiteit van Namen, de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren en de uitgeverij Wolters Plantyn.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter