blog | werkgroep caraïbische letteren

Een liefdevol portret van stadshindostanen

door Michiel van Kempen

In de bellettrie van de voormalige Nederlandse koloniën nemen de memoires een bijzondere positie in. Verhalend vullen zij een lacune voor periodes waarin de roman- of poëzieproductie gering was of soms zelfs helemaal stil lag. Authenticiteit kunnen die geschriften niet ontzegd worden en ze zijn in veel gevallen nog goed geschreven ook. Ik denk bijvoorbeeld aan de Curaçaose herinneringen van John de Pool in Del Curazao que se va uit 1935, de Herinneringen van Pangeran Aria Achmad Djajadiningrat uit 1936 of Swietie Sranang; kan me nog meer vertellen; herinneringen aan een rot jeugd uit 1990 van Walther Donner. In die categorie zou ik ook het onlangs verschenen Uit de klei van Saramacca; een Surinaamse familiegeschiedenis van K.R. Sing willen plaatsen.

Soekdei Oedjaghir, Trees, doopnaam Maria Theresia. Uit het besproken boek. Beeldarchief van de familie.

De naam K.R. Sing zal niemand iets zeggen, maar het ©-tekentje geeft direct uitsluitsel: de schrijver is Kermechend Raghoebarsing – in het alledaagse leven Stanley Raghoebarsing genoemd -, die tien jaar lang minister was in verschillende Surinaamse kabinetten, eerst van Planning en Ontwikkelingssamenwerking, later van Landbouw, Veeteelt en Visserij. Met dat verschuilen/niet-verschuilen schaart Raghoebarsing zich in een lange traditie: ik heb zelfs boekjes in de kast staan waar op het titelblad een naam staat en eronder de uitleg: pseudoniem van —. Waarom Uit de klei van Saramacca onder een andere naam dan die van de auteur verschijnt is duister: we zouden toch ook geen boek gaan kopen van ene Beertje Hazes, wanneer de auteur eigenlijk Mark Rutte heet?

Nu gaat het in dit geval niet om politieke memoires, maar om de geschiedenis van de familie van de auteur. Dat is bij deze hindostaan dus een geschiedenis die terugreikt tot het moment waarop Brits-Indiërs in India voor een betere toekomst kozen door zich aan te melden als contractarbeider voor het verre, onbekende Suriname. Het accent in het boek ligt overigens op de nazaten van die immigranten, en dan in het bijzonder op de laatste vier decennia van de 20ste eeuw. De belangrijkste rollen zijn weggelegd voor de ouders van de auteur, Nandoe en Trees, met betrokkenheid getekend in al hun emoties maar vooral toch in hun drang om maatschappelijk aanzien te verwerven. Nandoe is een eenvoudige landbouwerszoon die zich uit de klei van het district Saramacca opwerkte tot kleermaker met een bloeiend bedrijf in de hoofdstad Paramaribo. Dat kon hij alleen maar doen dankzij de krachtdadige steun van zijn vrouw Trees, een onderwijzeres die zich dwars tegen familietradities in een weg baande door het leven. Om deze personen heen draperen zich de verhalen van de andere familieleden, van de voorouders die als contractarbeiders uit India kwamen tot de jongste telgen die hun heil zochten in Nederland.

Er zijn de laatste jaren aardig wat boeken verschenen over de geschiedenis van de hindostanen, van de driedelige geschiedschrijving van Chan Choenni (2012-2016), een brede generatieroman als Vervoering (2014) van Shantie Singh tot de levensschetsen De rechteroever van de Saramaccarivier (2018) van Bish Ganga – het laatste een mooie aanvulling op de hier besproken uitgave. Het boek van Sing/Raghoebarsing is bijzonder omdat het juist een beeld geeft van hoe de hindostaanse stadsmiddenstand vorm kreeg en zich consolideerde. Het is ook in die zin een stadsgeschiedenis, dat het laat zien hoe gemakkelijk stadsmensen zich kunnen bewegen over de grenzen van hun etnische en religieuze groep heen. Dat blijft bij Sing geen sociologisch verhaal, maar hij weet de gevoelens van de protagonisten raak neer te zetten. Uniek is dat hij daarbij gebruik maakt van veel brieven die bewaard zijn gebleven en die het hart van de lezer treffen, evenzeer door de fraai geschreven brieven van onderwijzeres Trees, als de ontroerend naar taal tastende, eenvoudige brieven van haar echtgenoot.

 

Sahadew Raghoebarsing, Nandoe, is op deze foto uit 1946 22 jaar. Uit het besproken boek. Beeldarchief van de familie.

De hele microkosmos van de Prinsenstraat in hartje Paramaribo, waaraan de kleermakerij van zijn vader stond, weet Sing met scherp oog voor details neer te zetten. Zo ontstaat een time-lapse van de groei van een bedrijf, de uitbreiding van een familie, de verstedelijking en modernisering van een stadswijk. En gezegd moet worden dat de auteur een voortreffelijke pen heeft en stevige zinnen neerzet. Soms wil hij het wel eens te mooi maken: “Een avondbries gleed over de stille, verlichte straat en deed de bladeren aan de bomen op de donkere erven zachtjes ruisen.’ Ik zou zeggen: laat de avondbries en de ruisende bladeren maar over aan Michael Slory. Het verhaal is zo al goed genoeg; een eenvoudige zin als deze zin roept veel krachtiger een wereld op dan welke krullendraaierij ook: ‘Buurman Pangat van de warung naast de kleermakerij had een plan om meer geld te verdienen en installeerde achter op zijn erf onder de kersenboom een grote stenen molen.’

In de klei van Saramacca is een waardevolle memoir van een schrijver die met de pen uit de voeten kan. Daarom begrijp ik niet hoe een gerenommeerde uitgeverij als Boom er redactioneel zo’n potje van kan maken. Het wemelt werkelijk van de verschrijvingen, weggevallen woordjes en tal van andere zaken die een debuterend auteur nu eenmaal vaak over het hoofd ziet, maar een vakbekwame redacteur gemakkelijk rechtzet. Zo’n redacteur had toch een vijf pagina’s lange, niet te pruimen politieke proclamatie van politicus Jagernath Lachmon onmiddellijk eruit gehaald. En had ook gezorgd voor iets anders dan het groezelige kaartje op p. 12, waar bijna geen enkele van de plaatsen die de auteur noemt op te zien zijn. Hopelijk revancheert Boom zich met een beter verzorgde heruitgave van dit intrigerende en liefdevol geschreven boek – zo besloot de recensent, tegen beter weten in.

 

K.R. Sing, Uit de klei van Saramacca; een Surinaamse familiegeschiedenis. Amsterdam: Boom, 2019. Foto’s in zwart-wit, woordenlijst, namenlijst en bijlage. ISBN 9789024427116.

1 comment to “Een liefdevol portret van stadshindostanen”

  • Inderdaad een prachtig boek en de recensie staat! Geen woord teveel.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter