‘Een land zonder investeringen in kunst en cultuur blijft arm’
door Audry Wajwakana
PARAMARIBO – “In de hele hebzucht naar goud en andere edelmetalen en hout vraagt niemand zich af hoe het gaat met de mensen die in de gebieden wonen, waar dit zich uit. Hebben ze geen recht op een bestaan?” Opnieuw brengt kunstenaar Marcel Pinas de bedreigde omgevingen en culturen van Surinaamse binnenlandbewoners internationaal onder de aandacht. Deze keer met de nieuwe kunstinstallatie ‘Mi libi waiti moo gowtu’ (‘Mijn leven is meer waard dan goud’) in de Kunsthal KAdE in Amersfoort, Nederland.
Omdat de ongebreidelde goudwinning al jaren een probleem in Suriname is waarvoor geen oplossing wordt gevonden, besloot Pinas dit uit te beelden. “Met dit kunstwerk lever ik kritiek op hoe we met de natuur en de mens omgaan.” Zijn jongste werk is onderdeel van de groepsexpositie ‘Schurend paradijs’, die tot en met 3 juli loopt.
Pinas, die persoonlijk aanwezig was tijdens de opening op 5 februari, werd een jaar geleden samen met elf andere hedendaagse kunstenaars door de curator van de Kunsthal benaderd om mee te doen met een milieu gerelateerd werk geïnspireerd door de zoektocht naar een ‘Aards Paradijs’ van Piet Mondriaan.
Schedels
Het is precies 150 jaar geleden dat deze bekende Nederlandse kunstschilder, die zijn paradijs wist te verwezenlijken in zijn kunst en ateliers, werd geboren. De realiteit is dat de wereld allesbehalve een paradijs is; klimaatverandering, milieuvervuiling, ziektes en onderlinge spanningen zijn voelbare dreigingen.
Voor ‘Mi libi waiti moo gowtu’ heeft Pinas gebruikt gemaakt van houtsnijwerk waarin de afaka-symbolen, een kenmerk van hem, zijn verwerkt. Hij heeft twaalf houten panelen (triplex platen) gebruikt om de afaka-tekens te laten inkerven. Lokale jongeren zijn ingezet voor het uitsnijden en schilderen.
Het kunstwerk bestaat verder uit vijftig menselijke schedels vervaardigd van recycled aluminium, die symbool staan voor de dood. “Met die schedels laat ik de enge situatie van de toekomst zien als we nu niets aan het probleem doen. Veel binnenlandbewoners trekken weg, worden ziek of gaan dood door de goudwinning. Zelfs in dorpen waar niet naar goud wordt gezocht, hebben dorpelingen last van met kwik vervuilde rivieren of moeite om voedsel te zoeken. Ze worden ernstig in hun bestaan bedreigd.”
[uit de Ware Tijd, 11/02/2022; het volledige artikel in de weekendeditie van de Ware Tijd]