blog | werkgroep caraïbische letteren

Een kleine boeroe-jongen werd Surinames bekendste historicus

Interview met André Loor

door Anne Huits

“Ham thag gaili, ik ben moe, streep eronder”, zegt hij plotseling en met die woorden maakt hij pardoes een eind aan ons gesprek. Gisteren televisieopnamen over pleinen in Paramaribo, vanmorgen om negen uur de eerste afspraak. Daarna ons gesprek. Het is nu bijna twaalf uur, André Loor, doctor honoris causa aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname, onze meest bekende en zeer gewaardeerde historicus is moe, erg moe.

Vijftien jaar geleden sprak ik met hem voor de Weekkrant Suriname. Onder de titel ‘André Loor een lopend archief’, verscheen naar aanleiding van dit gesprek een artikel. In die tijd gaf André op de vroege zondagmorgen nog rondleidingen door de binnenstad van Paramaribo voor zijn studenten en overige belangstellenden.
Maar de tijden zijn veranderd. Loor is nu bijna tachtig jaar, de ouderdom kwam ook voor hem met gebreken. Lopen gaat moeizaam, zijn gezichtsvermogen is ernstig achteruit gegaan. Lezen kan hij niet meer. Erg vindt Loor dat. Heel erg. “Maar ach”, relativeert hij, “ik heb de tijd gehad om er langzamerhand aan te wennen. Ik ben dankbaar met wat ik nog heb.”

Lees verder in de Parbode, klik hier

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter