blog | werkgroep caraïbische letteren

Een klap in het gezicht van de literatuur

door Daan Heerma Van Voss

Goed, Bob Dylan heeft dus de Nobelprijs voor de Literatuur gekregen. Ikzelf, een Dylan-liefhebber, was opgetogen over de uitverkiezing, alsook over de werkelijke betekenis ervan: ook muziekteksten tellen dus mee. En waarom ook niet? Leg Dylans ballade Sad Eyed Lady of the Lowlands eens naast een gedicht van TS Eliot, en je zult zien dat de ene tekst niet onderdoet voor de ander. Blood on the Tracks is een van de beste romans over liefdesverdriet die ik ken, Time Out of Mind een van de beste romans over ouder worden. De jaren tachtig uitgezonderd, toen Dylan verleid werd door God respectievelijk de Drummachine (destijds misschien wel machtiger dan de Heer), heeft hij altijd onvergetelijke teksten afgeleverd.

 

Bob Dylan

Maar niet iedereen was blij. De uitverkiezing stuitte op veel tegenstand in de literaire wereld. Het meest gehoorde tegenargument: muziektekst is geschreven voor een ‘niet-literair’ doel – namelijk muziek, klank – en behoort daarom geen literaire prijs te kunnen krijgen. Maar dat toneelteksten al jaren meetellen, werd blijkbaar even vergeten, terwijl die ook geschreven zijn met een niet-literair doel, namelijk een opvoering. Wie van de tegenstanders vertelt de nabestaanden van Beckett dat hij zijn bokaal eens mag terugbrengen?

Niettemin noemde NRC-columnist Christiaan Weijts de uitverkiezing van Dylan ‘een klap in het gezicht van de literatuur’. De onbedoelde ironie dat deze zin op zichzelf een klap in het gezicht van de literatuur is, laat ik even buiten beschouwing. De hoofdzaak van zijn klacht: schrijvers (eigenlijk: schrijvers zoals Christaan Weijts) bepalen kennelijk wat het gezicht van de literatuur is, hoe het eruit ziet, wanneer het een klap krijgt en wanneer niet.

Toen de prijs de afgelopen jaren steevast naar obscure schrijvers ging die niemand had gelezen – wat natuurlijk niemand toegaf, want de schrijver in kwestie had zojuist de Nobelprijs gewonnen – , hoorde je weinig commentaar. Door te kiezen voor een onbekende laureaat, was het edele gezicht van de hoogwaarde literatuur tenminste behouden.

Met de uitverkiezing van Dylan is iets anders aan de hand. Het is jurisprudentie. De Nobelcommissie heeft de facto verklaard dat het recht te bepalen wat Echte Kunst is, niet langer is voorbehouden aan een select gezelschap dat er ondoorzichtige maar uiterst strenge eisen erop nahoudt. Truckers houden van Dylan, boeren houden van Dylan, muzikanten houden van Dylan – Kortom, literair ongeletterden lopen met hem weg. De niet-ingewijden hebben dus hun zin gekregen, of preciezer: hun beoordelingsvermogen is niet langer inferieur aan dat van de kenners.

Maar goed, daar wil Christiaan Weijts natuurlijk niet aan. Evenmin als thrillerschrijfster Saskia Noort trouwens. Wat? Inderdaad, Noort twitterde dat ze ‘De Nobelprijs nu ook niet meer serieus hoefde te nemen’. Bij het lezen van deze zin wist ik onmiddellijk: ik zal hem nooit meer vergeten. Bij dezen draag ik Saskia Noort voor als kandidaat voor de Nobelprijs voor de Ironie.

 

[overgenomen van Facebook]

on 20.10.2016 at 16:46
Tags:

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter