blog | werkgroep caraïbische letteren

Een jonge odysseus & El Negro en ik

door Jerry Dewnarain
.

De Rotterdamse schrijver, danser, reiziger en NRC-columnist Raoul de Jong (1984) reisde op zijn negentiende maanden alleen door Afrika, maakte een pelgrimstocht naar Rome en verbleef op zijn eenentwintigste drie maanden in New York met slechts vijftig dollar. Hij reisde enkele jaren met de trein, bus of per vliegtuig heen en weer tussen zijn woonplaats Rotterdam en die van zijn moeder, Marseille in Frankrijk. Op een dag besloot hij die afstand op eigen benen af te leggen. Letterlijk en figuurlijk, omdat hij vond dat reizen met het vliegtuig hem niets spannends opleverde. Met Google Maps, Ryan Air en Wikipedia kreeg Raoul het gevoel dat hij alles met één druk op de knop kon bereiken. Ongetraind en onvoorbereid vertrok hij in de zomer van 2012 vanuit Rotterdam voor een wandeling van twaalfhonderd kilometer naar Marseille. In november 2013 verscheen zijn boek De grootsheid van het al over zijn wandeltocht en zijn zoektocht naar geluk. Tijdens zijn tocht wordt hij ook vergezeld door vrienden en medewandelaars. Samen beleven zij heel wat spannende avontuurtjes, zoals de Griekse held Odysseus uit de Ilias en de Odyssee van Homerus die ook beleefde. Het verschil is wel dat Raoul niet op oorlog ging maar op avontuur en als avonturier ook erg geniet van de plaatselijke bevolking en haar eten. ‘La gourmandise, ik zou zeggen: alles wat mooi is aan het leven in een pot alcoholische besjes gestopt, maar het is: lekker eten. Dat is voor iedereen anders, voor Virginie zijn het bijvoorbeeld twintig jaar oude beschimmelde kaasjes. Voor mij is het de zelfgemaakte dessertwijn van Hélène. Die we met een beetje geduld ook gewoon in onze koude Nederlandse keukens kunnen maken.’ (p. 226). Het komt niet vaak voor dat jonge reizigers in hun reisavontuur het hebben over eten. Dit boek is zonder twijfel een leuke expeditie die ooit heeft plaatsgevonden van een jongeling als Raoul. En het verslag daarvan is een serie verhaaltjes die grappig of ontroerend zijn, of allebei, die ik met plezier heb gelezen. Tenslotte komt de jonge Odysseus ook tot de conclusie dat iedereen aardig is, overal. Iedereen heeft een verhaal, iedereen is interessant en van iedereen kun je houden, dat is wat hij uit zijn reis begreep. ‘We zijn allemaal familie. En wat we allemaal het liefste willen is samenzijn. Het enige wat je hoeft te doen om dat te merken is kenbaar maken dat dat zo is voor jou.’ (p. 277).

Raoul de Jong: De grootsheid van het al. Een hedendaagse odyssee; 286 pp.; illustraties: Elizabeth Tomasetti. Amsterdam: De Bezige Bij, 2013. ISBN 9 789023 483205

Een ander interessant boek over reizen is El Negro en ik van Frank Westerman. Dit boek verscheen in 2004 en is onlangs heruitgegeven. De schrijver komt door een reis in Noord-Spanje in contact met het opgezette lichaam van een zwarte man. Deze neger blijft hem fascineren. Wie was hij? Waar kwam hij vandaan? Wie heeft hem geprepareerd? Het leek een obscure vondst die Westerman in december 1983 deed. Lifterstoeval bracht hem in het kleine natuurhistorische museum van Banyoles, honderd kilometer boven Barcelona, waar hij oog in oog kwam te staan met de opgezette neger. Op het voetstuk omschreven als ‘bosjesman uit de Kalahari’, ‘El Negro’ genoemd. Het boek kan geclassificeerd worden tot  literaire non-fictie. Literaire non-fictie bevat slechts gegevens uit de werkelijkheid, in principe wordt niets door de auteur verzonnen, hij houdt zich bij de feiten. Tegelijkertijd bedient hij zich van literaire middelen waar het de vormgeving betreft: zinsbouw, beeldspraken, structuur van het boek. In een andere aflevering zal dit boek uitgebreid besproken worden.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter