blog | werkgroep caraïbische letteren

Een groot schrijver uit ons continent is heengegaan

door Els Moor
De op 17 april 2014 in Mexico overleden schrijver Gabriel García Márquez van Columbiaanse afkomst, is een van de groten uit de wereldliteratuur, maar ook een schrijver die als geen ander de realiteit van Latijns-Amerika weergeeft in zijn werk. Márquez groeide als kind op bij zijn grootouders, die diep geworteld waren in de lokale cultuur en vooral zijn oma kende veel verhalen die ze haar kleinzoon vertelde. Dat is een belangrijke basis geworden van het werk van deze schrijver, het eigene. Met zijn grootouders woonde hij in het Columbiaanse stadje Aracataca, dat in Honderd jaar eenzaamheid Macondo heet. Als jongeman ging hij naar de hoofdstad Bogotá om journalistiek te studeren en daarna naar de kustplaats Barranquilla, waar hij leerling-journalist werd en later journalist. Hij had daar drie goede vrienden, ook aankomende journalisten en ’s avonds in een café discussieerden ze eindeloos over het werk van grote schrijvers uit de wereldliteratuur. Een tweede inspiratiebron voor de aankomende schrijver. In veel landen heeft hij gewoond, ook, zoals veel andere Latijns-Amerikaanse auteurs, in Parijs. Hij was een wereldburger, net als ‘onze’ Albert Helman.
Márquez was schrijver van fictie (die hij altijd baseerde op de realiteit). Anderzijds bleef hij journalist en heeft hij ook veel non-fictie-werken geschreven.
Ver kon hij gaan in zijn fantasie. In zijn studietijd las hij Kafka. Diens verhaal De gedaanteverwisseling sloeg als het ware een gat in zijn bewustzijn. Hij las, liggend op zijn bed, de eerste zin: ‘Toen Gregor Samsa na een onrustige nacht wakker werd, ontdekte hij dat hij in een reusachtige kever was veranderd.’ Verdomme, dacht hij, dus dat kun je maken. (Uit: De geur van guave, 1982, gesprekken met Plinio Mendoza, een jeugdvriend. Márquez had in 1982 de Nobelprijs voor literatuur gekregen.) Márquez ging dus heel ver met zijn fantasie, maar de bron was altijd de door hem waargenomen werkelijkheid. Een duidelijk voorbeeld hiervan is een scène uit zijn beroemdste roman, Honderd jaar eenzaamheid (1972). Binnen de grote familie met stammoeder Úrsula als leidende figuur zijn er ongelooflijk veel klein-, achterklein- en achterachterkleinkinderen. Een van de jongsten is ‘Remedios de Schone’, een beeldschoon meisje met nogal wat afwijkingen, maar dat veel mannen aantrok, van wie sommigen niet lang meer leefden. Had ze dodelijke krachten? Schrijver Márquez zocht een middel om haar weg te krijgen. Hij ging het erf op en zag daar vrouwen bezig lakens te vouwen en de wind speelde nogal op. In de roman steeg ‘Remedios de Schone’ op aan lakens die door de wind bewogen werden en verdween in de lucht!
Kleuren en symbolen uit de Zuid-Amerikaanse – van oorsprong inheemse – cultuur spelen ook een belangrijke rol, zoals ‘gele vlinders’. Die gele vlinders vervulden al een belangrijke rituele rol in de cultuur der Azteken, en omringen met honderden een jonge vrouw, Meme, uit Honderd jaar eenzaamheid, als de op haar verliefde Mauricio Babilonia, in aantocht is. En als Márquez ging schrijven, moest zijn vrouw altijd gele bloemen op zijn tafel zetten. Als de voormalige kolonel Aureliano Buendía uit de grote familieroman Honderd jaar eenzaamheid al heel oud is, maakt hij visjes van goud. Die verkoopt hij en dan krijgt hij in plaats van geld goud ervoor, en daar maakt hij weer visjes van en die verkoopt hij en zo gaat het door… Werkelijk, we herkennen de cyclische visie op de tijd van de inheemsen al vanaf de Azteken: niet rechtdoor… rechtdoor… maar rond… rond…
Veel schreef Márquez ook over de politiek in Latijns-Amerika: herkenbare fictie en werkelijkheid die op fictie lijkt. Hoort Suriname bij Latijns-Amerika?

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter