blog | werkgroep caraïbische letteren

Een gedicht van Clyde Lo A Njoe

De rubriek Herlezen vraagt aandacht voor teksten die langer geleden zijn verschenen en de moeite van het herlezen waard zijn. Suggesties? Laat het ons weten via ons emailadres. Vandaag een stuk over een gedicht van Clyde Lo A Njoe.

door Klaas de Groot
Dertig jaar geleden, in 1984, verschijnt Doodverf,  een bundel gedichten met werk van Lo A Njoe,Ton Luiting, Raoul-Maria de Puydt en Simon Vinkenoog. Het boek is een uitgave van de Kofschip-Kring (Hilversum – Brussel).
Clyde Roël Lo A Njoe  (Aruba,1948) staat erin met beeldende kunst en acht gedichten. Het is zijn tweede publicatie na de bundel Dansen / Baliamentu die in 1983 verscheen bij In de Knipscheer in Haarlem. Na Doodwerf verschijnt er nog een bundel: Echolood bij Kwadraat in Utrecht. Het is dan 1989. Daarna zwijgt de dichter, althans in het openbaar. Maar ja, een dichter mag dan zwijgen, gedichten blijven klinken, zolang er lezers zijn die ogen en oren openhouden. Herlezen is altijd mogelijk.
De beeldend kunstenaar die Lo A Njoe ook is, doet luider van zich spreken. Doodverf liet werk zien. De omslag van de dichtbundel van Henry Habibe Vukanisch samenzijn  (Haarlem 2008) toont een indringend beeld en de site van Lo A Njoe laat nog veel meer zien.
Dansen / Baliamentu is een kleurrijke bundel. Niet alleen dat er helder gekleurde litho’s van de beeldend kunstenaar in staan,maar ook de vertaling van de gedichten in het Papiaments (door Luis Daal) werkt mee aan de die veelkleurigheid. Net zo goed als het feit dat, de titel zegt het al, de dans een belangrijk motief is. De tango, de rumba , de merengue en vele andere ‘bewegingen’ roepen kleurassociaties op.
Opvallend is nu dat de bundel Echolood, waarin veel elementen uit de beeldende kunst, met name uit de schilderswereld, een rol vervullen, helemaal niet geïllustreerd is. Dat boek roept om kleur, maar de kleuren zitten er alleen in als literair motief. We zien de dichter en de beeldend kunstenaar aan het werk maar de beelden zullen in het hoofd van de lezer moeten ontstaan. En dat gebeurt ook vanaf het eerste gedicht: ‘Ontstaan’ met de eerste regel: ‘Starend in de kern van het trage licht’.
Over een soortgelijk  ontstaan gaat het gedicht ‘Een ingehouden snik’. Dat is een schitterend gedicht uit Doodverf, het is ook te lezen op de site van Lo A Njoe.
Een ingehouden snik
Een droom, een illusie, een loos moment,
dat je goed aangekomen bent.
De steppe van een ogenblik,
veel korter dan een ingehouden snik.
Terug, terug naar het voorlaatste woord,
dat alleen de tijd heeft gehoord.
Geperst uit een benauwd strottenhoofd,
eer-, eergisteren door dronken tekst verdoofd.
Toevallig als de plooi in het tafelkleed
komt er een kreukel in het blad;
kruipen punten en komma’s weg…
Oeroude tover, één pagina breed,
beweegt boven ‘t blad, ik strijk ‘t glad,
vóór ik de formule opzeg…
Het gedicht lijkt te gaan over het scheppingsproces. Het is een poëticaal gedicht over wat er op het papier ontstaat in woorden, punten en komma’s. Het papier ligt op een kleed met een kreukel, die zich voortplant naar het papier. En wat er op het  papier komt, is een formule, het is oeroude tover. Het is de magie van het woord dat onder invloed is ontstaan, nu naar buitenkomt en genoteerd wordt. Als een droom, als een illusie. Dan is het loze moment ‘goed aangekomen’. En deze aankomst is alleen paradoxaal te ervaren als ‘de steppe van een ogenblik’. En wat voor een ogenblik: ‘veel korter dan een ingehouden snik’. Maar dat wat ontstaat is een snik, die de ik kan opzeggen. Hij kan het gedicht voorlezen.
Over goede gedichten kan veel gezegd worden, maar nooit alles. Dat is mooi: ‘de steppe van een ogenblik’ moet je zien en de woorden moet je (her)lezen. De paradox moet de lezer voelen. Dat gebeurde ook al in 1984, toen Wim Rutgers een stuk schreef over de eerste bundel van Lo A Njoe met de paradoxale titel ‘De minuut van de constante extase’. In de introductie van het stuk, popgenomen in zijn Dubbeltje lezen, stuivertje schrijven, beklemtoonde hij dat die eerste bundel veel meer aandacht verdiende. Ik denk dat we dat in 2014 nog steeds kunnen zeggen, ook voor de gedichten in Doodverf en Echolood.

Meer info op http://www.clyderloanjoe.com

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter