blog | werkgroep caraïbische letteren

Een geboren verhalenverteller (2 en slot)

door Quito Nicolaas

Kinderboekenschrijfster Olga Orman reist vaker naar andere landen om haar vertelkunst met anderen te delen. Als een van de trouwste leden van de schrijfgroep trad ze in 2006 tot het bestuur van Stichting Simia Literario. Als secretaris was ze de spil van de organisatie en alles draaide om haar kijk op de samenleving en voorzichtige benadering. Onder haar toeziend oog verscheen ook de Simia-publicaties Fruta Hecho/Rijpe vruchten (2006) en Symbiose tussen pen en penseel (2008). Haar gedichten verschenen in Wie ik ben/Ta ken mi ta (2011). Op 8 december jl nam ze definitief afscheid van Simia Literario en na een welverdiende vakantie gaat zij zich op een andere manier inzetten.

Je reist overal met je Kamishibai, je verteltheater om het verhaal levendiger te maken. Hoe reageren de kinderen hier op?
Altijd enthousiast, want de Kamishibai laat hen actief deelnemen. Hoewel de Kamishibai een Japanse magische eeuwenoude hulpmiddel is bij het voorlezen, hebben wij in Nederland in de werkwijze iets toegevoegd en iets weggelaten namelijk de tekst op de achterkant van de platen. Het is zo, dat juist de interactie voor niet-Nederlandse kinderen heel belangrijk is voor de verdieping en verbreding van de woordenschat in het Nederlands.

Daarom heb ik aan toegevoegd dat de kinderen alles benoemen, wat ze op de plaatjes zien. Ze mogen ook een beetje voorspellend vertellen wat er aan de hand is, wat ze denken dat er gebeurt en wat er gaat gebeuren. Deze oefening is heel belangrijk voor hun creatief denken, maar ze horen ook de woorden van elkaar en ze mogen het herhalen. Bij de Japanse versie is de tekst gefixeerd en staat op de achterkant van de plaat, waarvan de leerkracht de tekst voorleest. Op de platen van mijn prentenboeken is de tekst weggelaten. Bovendien heeft de leerkracht hierdoor weinig zicht en oogcontact met de kinderen om te zien of ze wel de tekst begrijpen.

Dit jaar heb je deelgenomen aan de Kinderboekenweek 2012 op Aruba. Kun je wat meer hierover vertellen?
Ik ging naar Aruba om privé-redenen! Men had een vervanger nodig voor een uitgevallen Arubaanse schrijver. Op het laatste moment werd ik gevraagd om mee te doen. Ik had al eerder met het kinderboekenfestival meegedaan, dus was het gemakkelijk een paar ochtenden in te passen. Het was een feest met de kinderen. De leerkrachten hadden vooraf een workshop gehad en je kon zien hoe ieder er een eigen draai aan gegeven had. De ontvangsten met liedjes, tentoonstelling in de hal, overal hing je foto en kopieën van je boeken. Mijn prentenboek E biaha largu pa djeipei paste prima in het thema multiculturaliteit.

Ik kon een kamishibai lenen, want die was al eerder in de negentiger jaren daar door mij geïntroduceerd. Bovendien krijgen alle kleuterscholen dit jaar van de Kiwanis Club een kamishibai aangeboden. Ik heb ook een voorbeeld meegenomen die de leerkrachten met de kinderen kunt maken van een dossierdoos. Dus zelf verhalen schrijven en dan aan elkaar vertellen. Deze kinderboekenfestival was een lustrum, 20 jaar! De initiatiefnemer Ruud Bosch werd een eerbetoon gegeven. Ik heb een paar keer de kinderboekenfestival meegemaakt, maar dit jaar was het heel bijzonder. De opening en de sluiting waren fantastisch, de scholen, leerkrachten, bibliotheekmedewerkers en ouders hebben hun beste beentje voorgezet. Wat kinderen in de kleuterleeftijd op het podium presteerden was verbazingwekkend. Wat bij mij was blijven hangen was een Chinees meisje dat een presentatie gaf met powerpoint en volledig uit haar hoofd met intonatie en zo duidelijk en gracieus! Een waar talent!

In het buitenland heb je tevens op verschillende podia – Wales, Peru en Cuba gestaan. Wat kunnen we in Nederland hier van leren?
Ik denk niet dat er wat van te leren valt. Het was gewoon een uitdaging. En als je die aangaat zelfs in een taal vertelt die je niet helemaal beheerst, maar wel interactief vertelt met de ingrediënten die ik hierboven beschreef, dan is het een feest dat je merkt dat je de luisteraars hebt meegenomen in je verhaal. Het waren geen grote podia, maar meer kleine settings, zoals in Santiago de Cuba, in Peru binnen de workshops van het festival en in Wales in de vertelsessies in tenten. Hier in Nederland heb ik wel in Amsterdam in het Soeterijntheater en in de Bali ooit verteld, in Rotterdam in de Evenaar en in Utrecht in de Rasa, maar het is niet mijn ding. Ik moet mijn publiek kunnen zien en bijna aanraken.

Behalve kinderboekenschrijfster, schrijf je ook korte verhalen. Wanneer kunnen we een roman van je verwachten?
Geen idee! Ik heb allerlei fragmenten. Maar om daarvan één geheel te maken, daar heb ik nog steeds niet de tijd voor genomen. Ik ben steeds met teveel bezig geweest. Bovendien weet ik niet of ik het wel belangrijk genoeg vind om een roman te schrijven en of ik dat wel ook kan!

Ondanks je leeftijd, ben je nog steeds heel actief in Simia Literario. Hoe krijg je dit allemaal voor elkaar?
Nood breekt wet! Het belang van het voortbestaan van zo’n groep als Simia Literario heeft me gedurende de laatste zes jaren de kracht gegeven om door te gaan als bestuurslid. Nu voel ik dat ik de stok moet doorgeven. Loslaten is ook een kunst. Nieuwe media, betrokken jongeren, vernieuwingen qua structuur en inhoud, dwarsverbanden zijn van belang voor het verder voortbestaan.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter