blog | werkgroep caraïbische letteren

Een dubbele liefdesgeschiedenis

Bespreking van de derde roman van Diana Tjin, De catalograaf

door Wim Rutgers

Een catalograaf beschrijft boeken en museale voorwerpen voor een catalogus: “Een catalograaf moet weten wanneer het het juiste moment is om aan een beschrijving te beginnen. Soms kun je een boek beter laten liggen, omdat je met zekerheid kunt voorspellen dat de beschrijving ervan extreem lastig gaat worden. Dan moet je wachten tot je je sterk genoeg voelt om verraderlijke valkuilen te vermijden.” (180) Ik heb Diana Tjin, De catalograaf gelezen als een metafoor voor het schrijven van een recensie omdat daar van eenzelfde uitdaging sprake is.

Elke publicatie is anders en daarom is elke beschrijving voor zowel de catalograaf als de recensent een nieuw avontuur. Maar naast de overeenkomst is er ook een essentieel verschil. Boeken catalogiseren verloopt volgens vaste technieken en patronen. Recenseren in zekere mate ook, maar waar er voor de catalograaf maar één juiste oplossing is, moet de recensent genoegen nemen met een voorstel van een lezing omdat andere interpretaties immers mogelijk zijn.

Haar romandebuut Het geheim van mevrouw Grünwald beschrijft hoe tijdens de Tweede Wereldoorlog inwoners van Suriname die de Duitse nationaliteit hadden en daarom als ‘staatsgevaarlijk’ werden beschouwd en behandeld, onder barre omstandigheden in Kamp Copie in het verre binnenland werden geïnterneerd, zonder onderscheid te maken tussen dienstweigeraars, nazi-sympatisanten en zelfs uit Europa gevluchte Joden. Het zou tot voorjaar 1947 duren voor de familie Grünwald in vrijheid werd gesteld. Het opgelopen oorlogstrauma zal nog lang doorspelen in de familie, zelfs als ze in de jaren vijftig naar Nederland verhuist. Mevrouw Grünwald blijkt een dubbel-geheim te torsen.

In het deel dat zich in Nederland afspeelt met zijn naoorlogse gereserveerdheid en vijandigheid tegen Duitsers heeft dit romandebuut veel gemeen met het Papiamentstalige Ursula van de Arubaanse schrijver Herman (Manchi) Hennep uit 2011. In 2018 publiceerde Diana Tjin Een Bijlmerliedje, een verhaal als een coming of age roman, zoals die in de Caribische literatuur een lange traditie vormden. Op knappe wijze mixt Diana Tjin hier het verhaal met populaire liederen.

Verhaallijn

De grote lijn van het verhaal in De catalograaf is gauw verteld. Edgar van Rijn is catalograaf en gaat na een werkzaam leven met pensioen, “een wanhopig makend uitzicht op  een toekomst zonder enig perspectief”. (11) Hij heeft een leven achter zich als een deskundig en gewaardeerd ambtenaar op de catalogusafdeling van de universiteitsbibliotheek van Amsterdam waar hij in zijn werk als catalograaf ‘een gevecht levert om volledigheid en juistheid, zoals de homerische strijders van weleer’.

Na het afscheid van zijn collega’s vertrekt hij direct naar het zomerhuisje dat de familie jarenlang in bezit heeft in Groet aan het Noordzeestrand. Edgar is een man van traditie met zijn oude Volvo 240. In de duinen ontmoet hij een persoon, een zekere, deftige meneer Charles, die in een verwaarloosd kasteel van een huis woont,  en hem vraagt om een catalogus te maken voor een veiling van historische en dus kostbare automata, die hij in bezit heeft en nu wil verkopen.

Automaton ‘The Mechanical Turk’.
(Wolfgang von Kempelen 1770)

Dit heden wordt voortdurend onderbroken door flashbacks over het leven van Edgar, zijn ouders die uit Suriname naar Nederland migreerden, zijn familiegeschiedenis, zijn werk op de catalogusafdeling van de universiteitsbibliotheek: een logisch vertelprocedé over iemand die zich op het kruispunt bevindt aan het einde van een werkzaam leven die een nieuwe levensfase als gepensioneerde voor zich heeft. Edgar van Rijn leeft na nogal zwabberende jeugdjaren een leven van beroepsmatige en nauwgezette plichtsbetrachting van de drie r’s regelmaat, reinheid en rust in betrekkelijke eenzaamheid: ‘Nog voor zijn vijfentwintigste was Edgar wees’. (211) Een volkse buurvrouw die hij tante Aaltje noemt helpt hem koers in zijn leven te brengen.

Herkomst

Talrijke en uitvoerige terugverwijzingen in de tijd tonen een onevenwichtig gezin van een katholieke vader en joodse moeder die de jonge Edgar – te – weinig houvast bieden. Vader Van Rijn heeft een goede betrekking bij een architectenbureau dat hijzelf heeft helpen oprichten en zorgt voor zijn zoon. Hij bestiert het huishouden en vermaakt zijn zoon in zijn vrije tijd met uitstapjes in de stad en naar Groet. Hij blijkt een verzamelaar van dode dieren langs strand en duin. Maar hij is erg traditioneel ten opzichte van zijn echtgenote die hij het liefste in de keuken ziet, waartegen de moeder zich aanvankelijk lijdzaam maar vasthoudend en effectief verzet: moeder raakt ‘verdwaald in haar eigen hoofd’ (58). Feminisme en emancipatie blijken daarom belangrijke motieven in het verhaal. De keurige moeder groeit van een onevenwichtige vrouw die na een periode van depressie waar ze zich in onbeweeglijke stilte hulde, zich ontwikkelt tot een zelfbewuste vrouw die beweegbare boeken gaat maken en zich vervolgens specialiseert als restaurateur van kostbare en zeldzame boeken waarmee ze internationale naam maakt. De moeizame relatie van de ouders loopt uit op een scheiding.

Met het optreden van buurvrouw, ‘tante’ Aaltje krijgen we naast sociaaleconomische verschillen in het leven van arme en rijke mensen in de stad een voorbeeld hoe ook voor Amsterdammers het leven een strijd kan zijn die gewonnen dient te worden en dat ook glansrijk wordt. Vrouwen slaan zich op verschillende manieren door het leven in zelfstandigheid en onafhankelijkheid.

Twee andere motieven zijn migratie en identiteit. Edgar van Rijn is in Amsterdam opgevoed en opgegroeid, maar voelt zich door zijn Aziatische uiterlijk toch buitenbeentje in zijn omgeving door de migratiegeschiedenis van zijn  (voor)ouders als afstammeling van Portugese joden, een Aziatische voorouder en Surinaamse ouders. “Hij was zich niet zekerder gaan voelen wat betreft zijn iets te veelzijdige identiteit,” klinkt als een understatement. Hij vindt geen aansluiting bij leeftijd- noch lotgenoten op school, de universiteit, de schaakclub en een cursus joodse cultuur. Dat zorgt voor Identiteitsproblemen met het opgroeien, tot zijn vader hem meeneemt naar Portugal waar de geschiedenis van de moeder begon in Abrantes.  Hij zal uiteindelijk leren, ‘durf je te laten zien zoals je werkelijk bent’, wat hem ook de moed geeft relaties aan te gaan.

Diana Tjin. Foto: Jet Budelman/Werkgroep Caraïbische Letteren

Toekomst

De ondertitel, ‘een liefdesgeschiedenis’ symboliseert het positieve einde van een man die in zijn levensavond op liefdesgebied, na aanvankelijke mislukkingen door aandoenlijke onhandigheid (Marja, Laura), toch met Maria een toekomst vindt. Dat leidt ertoe dat Edgar uiteindelijk niet alleen beroepsmatig , maar ook persoonlijk-emotioneel zelfstandig wordt. Als bewijs daarvan verkoopt hij het huisje in Groet en zijn oude Volvo. Het boekomslag suggereert een uitzichtloosheid die in het verhaal echter overwonnen blijkt, want het verhaal over catalograaf Edgar is ook een verslag van zelfbevrijding. De ondertitel duidt op de dubbele liefde voor zijn werk als catalograaf en een tenslotte gevonden geliefde aan het eind van het verhaal.

Diana Tjin heeft met haar derde roman, De catalograaf, in bijna vijftig korte hoofdstukken van gemiddeld nog geen vijf pagina’s een zorgvuldig vertelde roman geschreven die zorgvuldige lezing vraagt en verdient. De alleswetende verteller stuurt het verhaal met zinnen als ‘Edgar zou later heel veel films zien, en nog veel meer boeken lezen.’ (74) en ‘Zonder dat hij van zijn toekomstige beroep had gehoord, bleek hij over de juiste mentaliteit te beschikken.’ (176) Door alle overpeinzingen en herinneringen kan Edgar zijn persoonlijke verleden en het ‘migratievirus’ van zijn voorouders verwerken: herkomst wordt toekomst voor hem. Zijn aanvankelijk gevreesd “wanhopig makend uitzicht op  een toekomst zonder enig perspectief” als pas gepensioneerde aan het romanbegin krijgt perspectief aan het eind. Dat levert tot besluit een drievoudig onverwacht slot op, maar dat leest u zelf wel.

Diana Tjin: De catalograaf
Haarlem: Uitgeverij In de Knipscheer (2020)
223 pagina’s
ISBN 978 90 6265 794 0

www.indeknipscheer.com


Diana Tjin werd in 1961 geboren in Amsterdam. Haar ouders zijn afkomstig uit Suriname. Ze studeerde klassieke talen aan de Universiteit van Amsterdam en werkte als catalografe bij de Universiteitsbibliotheek. In 2017 verscheen Het geheim van mevrouw Grünwald, een jaar later Een Bijlmerliedje. Met De catalograaf; een liefdesgeschiedenis heeft ze in hoog tempo haar derde roman gepubliceerd.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter