blog | werkgroep caraïbische letteren

Een Curaçaose ballade over liefde en dood

door Klaas de Groot

Om de honderdste geboortedag te memoreren van Pierre Lauffer (Curaçao 1920 – 1981) heeft de ‘Fundashon Pierre Lauffer’ kortgeleden een nieuwe publicatie op de markt gebracht. Het boek is duidelijk een eerbewijs aan de man die in 1944 met de bundel Patria de Papiamentstalige literatuur in een nieuw stadium bracht.

Die bundel was niet alleen zijn eerste, maar ook  de eerste in de literatuurgeschiedenis van de toenmalige Nederlandse Antillen met alleen poëzie in het Papiaments.  Een bundel dus die zeer belangrijk was voor de emancipatie  van de volkstaal van Aruba, Bonaire en Curaçao.

De nieuwe publicatie van de Stichting is tweetalig. Na het  Papiaments komt het Nederlands. De kern van het nieuwe boek is een vertaling van de ‘Balada di Buchi Fil’ oftewel ‘De Ballade van Buchi Fil’.  Voor een goed inzicht in de vertaling en bewerking van het gedicht zorgt het feit dat per pagina twee strofes te lezen zijn, eerst komt de strofe van Lauffer, dan die van vertaler/bewerker De Haas. De ballade stond eerder in de bundel Kantika pa Bientu uit 1964. En het is een echte ballade, een eenvoudig gedicht in liedvorm over liefde, wraak en dood, met een tragisch slot.

Het gedicht mag dan een eenvoudige indruk maken, het is tegelijkertijd een aanklacht tegen de slavernij  en de ontmenselijking die daarvan het resultaat is. Wat dat betreft lijkt het op een ander gedicht van Lauffer ‘Keho di katibu’ / De klacht van een slaaf. De Haas zegt in zijn toelichting dat Lauffer geen activist was op maatschappelijk gebied, dat de dichter eerder keek en beschreef. Maar hij beklemtoont ook dat Lauffer wel degelijk oog had voor “de schandvlek van het slavernijverleden” en het “misdadig handelen” dat plaatsvond en na de afschaffing van de slavernij voortwoekerde.

Behalve het gedicht, met een korte woordverklaring, heeft deze feestuitgave een voorwoord waarin Lauffer in zijn tijd wordt geplaatst. In  het slotdeel wordt de dichter onder het vergrootglas gelegd en er wordt uitgelegd waarom hij hier geïntroduceerd wordt als de ‘Genio líriko di nos tera’, de Dichter des Vaderlands. Waarbij dan bedacht moet worden dat  ‘Vaderland ’alleen slaat op Curaçao. Voor de trouwe lezers van het werk van Lauffer is deze uitgave een goede gelegenheid om te zien hoe vertalers te werk gaan. Van de ballade bestaan immers meer vertalingen, bijvoorbeeld één die is opgenomen in De kleur van mijn eiland (Leiden: KITLV, 2006), gemaakt door Sidney M. Joubert, Walter Palm en August Willemsen.

In het eerste nummer van Ruku (juni 1969) het blad van Frank Martinus Arion, plaatste dezelfde een vechtlustig stuk,  gericht tegen de jury die in dat jaar de Cola Debrotprijs toekende aan Pierre Lauffer. Die jury zou op de verkeerde gronden dat  eerbetoon hebben uitgedeeld. Het is misschien teveel gevraagd van de geschiedenis maar laten we hopen dat die andere grote Curaçaose auteur  nu wel tevreden zou zijn geweest met deze gedegen loftuiting. Een uitgave die het goed moet kunnen doen, op Curaçao en in Nederland.  

Pierre Lauffer, Ballada di Buchi Fil  / De ballade van Buchi Fil
Bewerkt en vertaald door Fred W. de Haas
Illustraties Philip Rademaker en George Lichtveld
Vormgeving en omslag Gregory Berry
Willemstad, Curaçao: Fundashon Pierre Lauffer, 2021.

foto Klaas de Groot

6 di òktober 2021                                                                                                           

Fundahson Pierre Lauffer 

Apresiado amigunan,

Balada di Buchi Fil /De ballade van Buchi Fil di Pierre Lauffer  a sali na dos lenga, papiamentu i hulandes, ilustrá ku pintura di Philip Rademaker i George Lichtveld. Ta un edishon ku Fundashon Pierre Lauffer a publiká na okashon di e promé sentenario di Lauffer (2020). Tabata un inisiativa di Fred de Haas, kende a tradusí e poema na hulandes komo regalo pa FPL. (Anteriormente den Kantika pa bientu/Liederen voor de wind Igma van Putte i Henry Habibe a tradusié kaba na hulandes).

Kontenido di e buki ta ademas di e poema di 20 strofa na dos lenga, kada strofa ilustrá pa Philip Rademaker i George Lichtveld, tambe un ensayo di Fred de Haas di Pierre su obra poétiko, ku fragmento pues di Pierre su poemanan.

            Tur Havo-Vwo ta haña tres ehemplar pa nan biblioteka.

            Tur biblioteka ta risibí dos ehemplar.

            Ta presentá e buki mediante un vidio kòrtiku via Telecuraçao.

            Den Ñapa i den AD tambe ta duna publisidat na publikashon di e buki akí.

            For di dia 19 di òktober e buki ta na benta den librerianan lokal.

Mi petishon ta pa bo yuda Fundashon Pierre Lauffer bende e buki akí pa NAf 19,50 ku hendenan den bo ambiente interesá den literatura. (Tin dos buki mas di Lauffer pa bai imprenta pa reedishon).

Na mi kas, Groot Davelaarweg 8, dilanti di e lugá di pone outo di Trupial Inn mi ta bende e buki na mes preis ku librerianan lokal. Hende ku ke kumpra e buki por yama mi na telefòn 737 5818 i mi ta palabrá ku nan ki ora nan por/ke bin buska buki.

Mashá mi ta gradisí bo boluntat di ke yuda promové e plaser ku lektura ta brinda i e bon uso di ‘e leng’a kí di nos’.

Kordial saludo di

Lucille Berry-Haseth

(miembro honorario di FPL)

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter