blog | werkgroep caraïbische letteren

Een boek dat moed geeft: Kollektieve schuld van Edgar Cairo

door Sheila Sitalsing

Eenentwintig jaar geleden stierf de grote Surinaamse schrijver Edgar Cairo alleen in zijn huis in Amsterdam. Niet de opbeurendste openingszin voor een lekkere zomerleeslijst, maar dit is misschien al beter: wat is zijn Kollektieve Schuld toch een fijn boek om de zomer mee door te komen.

Deze klassieker uit 1976 vertelt over een kleurrijke Surinaamse familie die bijeenkomt voor een winti-prei (een reinigend ritueel uit de afro-Surinaamse winti-religie, dat altijd als ‘afgoderij’ verboden was geweest door kerk en koloniaal bestuur). Er is het hoofd van de familie Ma Marjan, er is Tante Lien die alles organiseert, er zijn Rudi en zijn bakra-vrouw uit Holland, er is dronken Oom, er zijn neven en nichten en er zijn yorka’s (geesten). Allemaal hopen ze op de winti-prei van vervloekingen en ongemakken uit het verleden af te komen.

In mijn antiquarische exemplaar van De Kollektieve Schuld zit een kaartje van hulporganisatie Novib (het huidige Oxfam), die in de jaren zeventig in Nederland boeken van niet-westerse schrijvers aan de mens bracht als een alternatieve vorm van ontwikkelingssamenwerking. Het is een ontroerende herinnering aan een tijd waarin dit soort stemmen een opkontje kregen van witte mannen en vrouwen met, zoals Edgar Cairo het zelf zou noemen, ‘een schuldkompleks’.

Hij gebruikt de taal van de kolonisator en injecteert die met Sranantongo.

Ook vijftig jaar later past de roman naadloos in een tijd waarin een nieuwe generatie migrantenkinderen haar rechtmatige plek opeist en haar stem verheft. Op aanstekelijke en overtuigende wijze laat Cairo zien hoe je dat doet: je eigen stem laten klinken. En hoe je kalmpjes om de erfenis van het kolonialisme heen werkt en je eigen cultuur en identiteit viert. Hij gebruikt de taal van de kolonisator, injecteert die met Sranantongo, Surinaams-Nederlands en zijn eigen woorden, en creëert zo een geheel eigen taal: ‘Fa joe foetoe fini so, Rudi? Hoe kom je zo magertjes?’ Ma Lien vroeg het. ‘Is slanke lijn doet hij, Tante’, iemand die antwoordde. Ma Lien daarop: ‘Hou op met gekheid. Jij een hele kerel. En dan slanki slanki! Een dikke buik Rudi, en je bent rijk. Want kapitaal en grootheid van den lijve gaan samen, hand in hand!’

[Ontleend aan One World, 26 augustus 2022]

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter