Een bezoek aan de Notenkraker
door Fred de Haas
De bewustwording van de historische betekenis van het Nederlandse slavernijverleden is in de laatste decennia aanzienlijk toegenomen. Wat bij geschiedkundigen al jaren bekend was, is nu ook doorgedrongen tot grote delen van de Nederlandse samenleving, niet in het minst vanwege de aandacht die vooral door de Surinaamse gemeenschap voor dit verleden werd opgeëist.
Deze bewustwording heeft aanleiding gegeven tot een ‘debat’ dat steeds luider, populistischer en vaak tendentieuzer is geworden, vooral omdat veel debaters de feiten niet kennen en genoegen nemen met meningen die de nadruk leggen op de vermeende ‘schuld’ van de voormalige kolonisator. Soms worden deze meningen zelfs op smaak gebracht door ‘wetenschappers’ die het slavernijverleden bijkleuren en desnoods bereid zijn om het ware verloop van de geschiedenis enigszins om te buigen.
Het is daarom een verademing een boek te mogen verwelkomen dat onlangs is uitgebracht door de Leidse emeritus hoogleraar geschiedenis P.C. Emmer die ‘in een notendop’ de geschiedenis van de Nederlandse slavernij aan ons uitlegt en zich daarbij baseert op de nieuwste, historische en, in de ogen van sommige groeperingen onwelgevallige, inzichten.
We zijn bij professor Emmer in goede handen. Hij houdt zich al tientallen jaren bezig met het bestuderen van deze geschiedenis en van zijn hand zijn tientallen, toegankelijk geschreven publicaties verschenen. Hij wordt daarbij gedreven door een sterk ontwikkeld gevoel voor goede, beargumenteerde wetenschap en een weldadig aandoende antenne voor betrekkelijkheid. Dat alles gaat gepaard met een flinke dosis gevoel voor humor.
Dat laatste is een doorn in het oog van sommige ‘wetenschappers’ die de gewoonte hebben een doffe obstructie te voeren tegen iedereen die het niet met hun ‘analyses’ eens is.
Tot slaaf gemaakt
Wat de titel van het boek aankondigt ( ‘De geschiedenis van de Nederlandse Slavernij in een notendop’) is precies wat de lezer te lezen krijgt. Hoewel professor Emmer herhaaldelijk verwijst naar, bijvoorbeeld, de Arabische en de Europese slavernijgeschiedenis, treedt hij niet buiten het door hemzelf gestelde kader. Wel wijdt hij enkele relevante en behartigenswaardige bladzijden aan de interne Afrikaanse slavenhandel die al ver voor de trans-Atlantische handel floreerde.
Toen de Portugezen op het toneel verschenen waren het de Afrikanen die de spelregels bepaalden van de handel in hun eigen mensen. Zij beslisten wanneer, waar en hoeveel mensen er verhandeld konden worden. Soms moesten de Europese kapiteins van de slavenschepen maanden langs de Afrikaanse kust varen om het vereiste aantal slaven bij de Afrikaanse kooplui te kunnen afnemen.
Het spreekt vanzelf dat de Afrikaanse handelaren bij uitstek de eersten waren die hun slachtoffers ‘tot slaaf maakten’.
Eveneens verhelderend zijn de bladzijden waar professor Emmer ingaat op de slavenhandel in het Caribische gebied en daarbij wijst op de sociale verschillen tussen de grote plantagekolonies (suikerriet, tabak, katoen, cacao) en de slavengemeenschappen die zich ontwikkelden in gebieden waar het klimaat en de grond veel minder geschikt waren om grote plantages in te richten. Dat was het geval op de Benedenwindse eilanden.
Het slavernijdebat
Professor Emmer gunt ons in de laatste bladzijden van zijn boek een ruime inkijk in de ontwikkelingen rondom het slavernijdebat dat soms wel eens iets teveel gedomineerd wordt door de meningen van door bepaalde groeperingen bewierookte ‘wetenschappers’ als Gloria Wekker en Fatah-Black, die niet aarzelen de grenzen van het historisch betamelijke te overschrijden, gemotiveerd als zij zijn door hun onwetenschappelijk verlangen om hun postkoloniale gram te halen.
Zo beweerde de aan de Universiteit van Leiden docerende Fatah-Black tijdens een Nederlands Keti Koti Festival, dat de slavenopstand van 1791 in Haiti het sein had gegeven voor de uiteindelijke Emancipatie. Een historische misvatting die het echter wel goed doet bij de onderbuikgevoelens van een groot aantal mensen.
Excuses en Herdenken
Emmer onthoudt zich, als echte wetenschapper, van politieke en morele oordelen. Hij geeft de feiten weer zoals deze uit de nieuwste onderzoeken blijken. Hoogstens stelt hij bij zichzelf wel eens een vraag.
Zo weegt hij zijn mening over de waarde van de onlangs door het stadsbestuur van Amsterdam aangeboden excuses voor het onrecht dat door de stad Amsterdam ooit werd aangedaan aan de slachtoffers van de slavernij. Professor Emmer is van mening dat er honderden gevallen van onrecht in de geschiedenis zijn te vinden waarvoor excuses aangeboden zouden kunnen worden. Maar als zoiets zou gebeuren, zou je aan een heel leven nog niet genoeg hebben om aan die taak te voldoen.
Vermeldenswaard is dat mevrouw Halsema, burgemeester van Amsterdam, in haar toespraak op 1 juli 2021 tijdens de jaarlijkse herdenking van het slavernijverleden Keti Koti (verbroken ketenen) in het Oosterpark uitdrukkelijk stelde dat geen enkele hedendaagse Nederlander schuldig was aan het slavernijverleden.
Wel zijn we schuldig aan op grote schaal woekerende discriminatie en ‘racisme’, maar dat heeft niets te maken met het slavernijverleden, al wordt dat fenomeen er door activistische groeperingen graag aan verbonden. Discriminatie, racisme en, niet te vergeten, antisemitisme hebben bestaan zolang er sprake is van de geschiedenis van de mensheid.
In dit verband kan iedereen zich de vraag stellen of het gewenst is dat er een Nationale Dag wordt ingesteld om exclusief het slavernijverleden te herdenken. Zou het niet een goed idee zijn om al het onrecht dat in het verleden is begaan te herdenken op een Nationale Dag van de Vrijheid?
Toch zal niemand willen tegenhouden dat de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap een eigen, waardige dag in het jaar organiseren om de slavernij te herdenken. Persoonlijk zou ik, gezien de ernst van het onderwerp, daarbij de wens willen uiten dat dit geen folkloristische bijeenkomst zou worden met vrouwen en mannen in schitterende gewaden en een ‘priesteres’ die rituele, wit-magische handelingen verricht onder het uitspreken van onverstaanbare woorden.
Piet C. Emmer, De geschiedenis van de Nederlandse slavernij in een notendop. Amsterdam: Prometheus, 2021; 152 pp., incl. trefwoordenregister en bibliografie met toelichting.