blog | werkgroep caraïbische letteren

Een andere reiziger

[In 1957 bezocht Cees Nooteboom – een van de Nederlandse schrijvers van romans, verhalen, poëzie en vooral ook reisverhalen – Suriname. Hij was toen 24 jaar. Zijn indrukken van het verre vreemde land verschenen pas in zijn bundel met reisverhalen, ‘De koning van Suriname’, uit 1993. Hieronder een fragment dat duidelijk vanuit de blik van een jonge Hollander geschreven is]:

Moengo Ruben la Cruz

Moengo. Foto © Ruben la Cruz

[…] Rode stoffige wolken: Moengo, aluminiumstad. Nog aarzel ik of ik hier zal blijven, of doorgaan naar Albina – maar een voorwereldlijke autobus op de kade neemt mijn lot in handen. Hij is geel en lijkt wel van steen en heet Marowijne Master. Ik krijg een plaats naast de chauffeur en een waanzinrit begint. De bus zit vol met Indianen en negers. De Indianen, kinderen van het land, hebben scherpe, ascetische gezichten die doen denken aan vroegchristelijke monniken. Vlak bij mij zit een stamvader met een Baskische baret op zijn hoofd, kennelijk geërfd van de Franse kant. Hij heeft al zijn verste nageslacht op de knieën. Zij zeggen geen woord, de hele reis, in tegenstelling tot de negers, die een onmogelijk plezier hebben om allerlei grappen die zij alleen begrijpen. Telkens breekt een hoog en gierend gelach los, gescandeerd door het meedogenloze, stenen schokken van de bus. De avond valt, een lichte nevel.

 

nooteboom de koning van suriname
De weg is rood en smal en vol gaten, het bos sluit ons nauwer in, geholpen door het donker. Nu begint ook het dalen en klimmen, en bij het laatste houdt iedereen de adem in. Als de chauffeur terugschakelt naar de eerste versnelling, heb ik het gevoel dat we midden op de steile helling stilstaan. Een moment lang is er geen enkel geluid, dan begint de motor weer te hoesten en de bus kruipt met zijn laatste krachten naar boven. […] (pp. 42-43)

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter