blog | werkgroep caraïbische letteren

Een aanklacht wegens smaad en laster – Leren van geschiedenis 12 

door Hilde Neus

Regelmatig worden mensen op hun vingers getikt omdat ze dingen over een ander beweren die hem in diskrediet brengt, in een kwaad daglicht stelt of schande geeft. De belasterde persoon kan daarover de schouders ophalen, maar als het een gewichtige zaak betreft, kan hij de kwaadspreker voor de rechter slepen, die dan wordt aangeklaagd wegens smaad en laster. De klacht kan heel breed zijn, van een klein vergrijp tot een zwaarwichtige corruptiezaak. Regelmatig zien we berichten over dergelijke uitingen in de krant, of horen die op de radio.

Ook journalisten worden aangeklaagd, als – volgens ingewijden – zij het onderwerp waarover ze schrijven niet diep genoeg onderzoeken en dus verkeerde informatie verspreiden. Meestal draagt de rechter als straf op dat er een advertentie in de krant moet worden geplaatst met verontschuldigingen. Deze openbare rectificatie kan gepaard gaan met een forse geldboete, die ingaat als het bericht niet snel genoeg verschijnt.

Sociale media

Veel lastiger wordt het om in te grijpen als de aantijgingen anoniem worden gedaan. Door een klokkenluider bijvoorbeeld. In Suriname, maar ook in andere landen, verkeert die vaak in een lastige positie omdat er in plaats van een beloning represaillemaatregelen staan op het openbaar maken van misstanden. Door de groei van sociale media is de aanpak van smaad veel lastiger geworden. Want je kunt anoniem – onder een fake naam zelfs – van alles en nog wat beweren over iemand aan wie je een hekel hebt. En vaak gaat dat met suggestieve beweringen gepaard, die allerlei vragen en gedachten oproepen. Die hoeven uiteindelijk helemaal niet waar te blijken. Om mensen op Facebook te vervolgen is een heel andere strijd. Dat moet via de moederorganisatie in Amerika en is vaak een moeilijk en langdurig proces. 

Pamflet of paskwil over Christiaan Scholten van Aschat, beoogde opvolger van gouverneur Mauricius, 1753.

Gouverneurskandidaat beklad

Ook vroeger werden er allerlei zaken gesuggereerd en de samenleving ingegooid. We weten dat gouverneur Mauricius naar Nederland is teruggeroepen door de Sociëteit van Suriname vanwege de aantijgingen van de Cabalen, onder leiding van de advocaat Salomon du Plessis. Onder de Amsterdamse elite ontstond er meteen geruzie over zijn opvolging. Christiaan Scholten van Asschat, de zoon van een rijke havenbestuurder, was de gedoodverfde opvolger en werd getipt voor de positie. Maar al snel werd er een toneelstuk over hem gepubliceerd met als ondertitel: ‘… van de gewaande gouverneur van Surinaamen, blijspel […] Daar de vrouw, kamenier en kindermeid gelyk zyn beslapen. 1753.’ Ze zouden alle drie tegelijkertijd zwanger zijn van hem. Zie daar het bewijs. Naast dit boekje werden er 2 pamfletten gedrukt, 1 pro en een contra de beoogde kandidaat. Zijn vijanden hadden er heel wat voor over om hem in een kwaad daglicht te stellen. En dat is gelukt, want hij is nooit gouverneur van Suriname geworden.

1000 dukaten voor de paskwilschrijver

In Suriname zelf was het gouvernement erg streng op roddel en achterklap. Hoe serieus men dit nam blijkt wel uit de discussie die op 15 juni 1773 gevoerd werd door het Hof van Justitie en Criminele Politie over een premie van 1000 dukaten die uitgeloofd zou worden aan de aanbrenger van de maker van een paskwil. Dit wordt ook schotschrift, lasterschrift, of libel genoemd en is een stuk waarin men iemand valselijk beschuldigt van eerloze daden. Een dergelijk pamflet was gericht tegen de overheid, in dit geval ‘zeer leesive deklineerende en ten hoogsten strafbaare termen omtrent de regeering deeser landen’ en waren in strijd met de goede orde, maar ook een schending van het respect dat onderdanen haar wettige overheden verschuldigd is, ‘en hetgeen heylig dient te worden onderhouden’. De naam van deze klokkenluider zal worden ‘gesecreteerd’, geheimgehouden dus. Wat wel lastig zal zijn geweest in een kleine samenleving als Suriname.

Iedereen wist dus dat je geen onwaarheden over een ander mocht verspreiden. En zeker niet valselijk een rechtszaak aanspannen tegen je vijand. Als men ontdekte dat het gefabriceerd was, volgde er een passende straf. In de notulen van het Hof zijn er diverse gevallen terug te vinden, waarin – zelfs vrouwen – een ander te kijk had gezet of beledigd. Deze werd dan opgeroepen om ‘binnen te staan’ in het gerechtshof en zich nader te verklaren. Om vervolgens openbaar verontschuldigingen aan te bieden.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter