blog | werkgroep caraïbische letteren

Edsel Samsons beginjaren in toneel (6)

In het Sticusa-journaal van 15 november 1974 staat een kort bericht: “Aan Edsel Samson (tweedejaarsstudent) aan de theaterschool (afd. regie/dramatische vorming) te Amsterdam is toestemming gegeven om gedurende twee en een halve maand stage te lopen op Curaçao zodat hij zich kan oriënteren op zijn toekomstige werkveld en met de realiteit aldaar rekening kan houden bij zijn verdere studie.”

Hij maakt tijdens die stage onder meer Kuater be’ un. De acteur “leert geen rol uit het hoofd, die een idee van een toneelschrijver propageert, maar men speelt zijn eigen wereld. Dit voert tot bevrijding, omdat de spelers zich zelf leren zien zoals ze zijn. Ze houden hun eigen omgeving tevens een spiegel voor.” Pim  Heuvel verwijst in zijn bespreking naar de invloed van Tone Brulin. “Helemaal nieuw is dit systeem niet voor de Antillen. Tone Brulin heeft met een groep Amerikanen reeds in deze richting gewerkt, maar nu zijn het Antillianen die het toepassen.”

Edsel was gewaarschuwd door vakmensen “dat het een grandioze mislukking zou worden”. Maar Pim is enthousiast. “Wie de moeite neemt naar het resultaat te komen kijken van Vier Maal Een zal verbaasd staan. Het is wel mogelijk.”

Er wordt door de regisseur gebruik gemaakt van “Brechtiaanse effekten. Schoksgewijs verloopt het verhaal, herhalingen van sleutelwoorden verduidelijken de toeschouwer waar het omgaat.” Het stuk is net als de vorige eigen creaties niet een zogenaamd avondvullende voorstelling geworden, deze keer duurt het een uur. “Het is toneel geworden van het zuiverste soort.” 

Mocht een toeschouwer het Papiamentu niet machtig zijn, dan kan die het stuk gewoon volgen. Het is geen literair theater, “Er is een evenwicht tussen woord en gebaar, dat alweer zo essentieel is voor het echte toneel.” (Amigoe 22-03-1975) 

Edsel bezig met de bandopname voor Krapps laatste tape. BRON: Amigoe

In de recensie over de première schrijft Pim over “toneel als gewetensonderzoek” en een “culturele gebeurtenis van de eerste rang”. Hij schrijft dat het publiek heeft genoten en onder de indruk is geraakt.

“Hier werd geen toneel gespeeld tot meerdere eer en glorie van wat dan ook, maar hier werd een stuk realiteit op de planken gebracht met de volle persoonlijke inzet van de spelers, omdat ze wisten wat ze deden, omdat ze volledig achter hun rol stonden. Die verhouding tussen toneelspel en werkelijkheid is een moeilijke kwestie”, vindt Pim en ook hij vond “weer met de essentie van toneel te maken te hebben.”

Samson, links, regisseert Krapps laatste tape.

Over het verhaal schrijft hij “Drie gevangenen zijn eigenlijk wel tevreden met hun leven in de cel. Ze spelen samen absurde spelletjes, maar hebben niet in de gaten dat hun situatie absurd is. Tot er een vierde gevangene bijkomt die zich niet laat inpalmen. Hij doorziet de dwaasheid van zijn medegevangenen. Hij is de enige realist. Door zijn komst wordt de illusie van de anderen verstoord. Iedereen reageert daar anders op. De rust is echter verdwenen en er ontstaat agressie. Hoe dit eindigt?” Dat laat Pim over aan de toeschouwer die later voor het eerst dit stuk gaat beleven. Over de vormgeving schrijft hij: “Het merkwaardige is dat er helemaal geen decor is, maar dat je toch de vier muren voelt, de enge ruimte waarin het stuk zich afspeelt.”

Bijzonder aan de werkwijze die Edsel op Curaçao invoerde is dat hij zijn werkwijze op schrift heeft vastgesteld en die na de voorstelling met het publiek deelt. “Na afloop van de voorstelling werden stencils uitgedeeld die de werkmethode bevatten. Door de overtuigingskracht van Kuater be’ un is deze eenakter een brok gewetensonderzoek voor ons allemaal.” (Amigoe 27-03-1975) 

Het stuk heeft een open einde en Edsel heeft net als bij Naamloos … Naamloos graag een discussie na afloop.

Kaft van Autonoom, het eerste boekje voor middelbare scholieren over de Nederlandstalige literatuur in de Antillen. Hierin wordt Edsel Samson als auteur behandeld.

Dit is de laatste recensie van Pim Heuvel voor Amigoe, vanwege verhuizing naar het moederland. Weliswaar wordt er nog eenmaal over de band tussen hem en Edsel Samson in de krant geschreven. In het eerste boekje voor middelbare scholieren over de Nederlandstalige literatuur in de Antillen, geschreven door Pim en een collega van hem, Kees Smit, getiteld Autonoom, wijdt Pim een bladzijde aan het toneel van Edsel. In Dagdromer was volgens Pim de tekst -nota bene dat dit staat in een boekje over de literatuur- “in belangrijkheid toegenomen. Het manuscript bevatte veel lyrische passages en deed, omdat het associatief ‘begrepen’ moest worden, denken aan de poëzie van de Vijftigers.” Het bericht over Autonoom stond in Amigoe van 12-05-1975.

Op 1 december 1976 treedt Edsel Samson op Curaçao aan als Sticusa-regisseur.

Situashonnan – situaties
Een volgende recensent die voor Amigoe schrijft is B. Jos de Roo. Ook hij is van beroep leraar Nederlands, van een jongere lichting dan Pim. Van de tweetalige voorstelling Situashonnan-situaties die in maart 1977 in het CCC is opgevoerd, schrijft hij dat de actuele situaties van Curaçao de basis vormen. “Alle medewerkers aan het stuk dragen hun steentje bij. Als overeenstemming is bereikt, dan pas worden de scenes door de regisseur in elkaar gezet. De repetities kunnen beginnen.” (Amigoe 11-03-1977) Aan dit theaterwerkstuk deden mee: Erna Gaspar, Marcel Stomp, Carmen Mac Donald en Norman de Palm. De choreografie was in de handen van de echtgenote van Edsel, Zita de Ley.

De advertentie voor de tweetalige voorstelling Situashonnan – Situaties is ook in twee van de officiële talen van de Nederlandse Antillen. BRON: Amigoe

On the dark side of the moon
Het volgende project is begin juli 1977 al te zien, het bewegingsspel On the dark side of the moon, naar het gelijknamige muziekalbum van Pink Floyd. In de voorbeschouwing (Amigoe 27-06-1977) laat De Roo Edsel aan het woord. “Wat we nu brengen was ik allang van plan. Ik vind dat ik hier iets anders moet brengen als het conventionele toneel. Ik wil hedendaagse vormen brengen. En nu gaat het vooral om de muziek van Pink Floyd. Die groep is in de Verenigde Staten en Europa heel bekend. Maar wie kent Pink Floyd hier? Ik ben gek op hun muziek.” Het is een heel technische voorstelling. Op de achtergrond worden dia’s geprojecteerd, door Hubert Derkx gemaakt. Derkx is vanaf dat moment een vaste medewerker van Edsel geworden, hij heeft in een of meer producties meegespeeld, maar zijn sterkste kwaliteit was vooral zijn fotografie, veelal gebruikt voor de affiches, programmaboekjes en andere doeleinden rondom of in de voorstellingen.

Hubert Derkx heeft in enkele voorstellingen meegespeeld. Hij is vooral bekend vanwege de vele foto’s die hij voor en van voorstellingen van Edsel Samson heeft gemaakt, zowel op Curaçao als in Nederland toen Edsel TIE-3 Nederland had opgericht.
BRON: Amigoe 20-7-1979

Krapps laatste tape
Krapps laatste tape, de volgende voorstelling, is in april 1978 in première gegaan. Edsel heeft het stuk van Samuel Beckett bewerkt.

“Edsel Samsons bewerking bestond namelijk niet alleen uit wat randwerk als het localiseren op Curacao, maar vooral uit het actualiseren van de strekking. Het gedeelte waarin de jonge Krapp meent dat het zinloos is je ergens voor in te zetten, en het daarmee corresponderende stuk waarin de oude Krapp inziet dat dat juist de essentiële fout in zijn leven geweest is, zijn eigen toevoegsels. Het is de actuele stellingname van Edsel Samson, die hiermee het gebrek aan ruggegraat in de Curaçaose maatschappij hekelt. Daarmee krijgt het stuk een dimensie meer. De manier waarop Edsel Samson dat doet, is zeer geslaagd omdat hij niet te concreet wordt. Dat zou de zinloosheid van Krapps leven aangetast hebben.”

Advertentie voor Krapps laatste tape. BRON: Amigoe

Deze monoloog werd gespeeld door Jeroen Heuvel. Het masker om de acteur veertig jaar ouder te maken, noemde De Roo “een technisch kunststukje” van grimeur Minguel de Lannoy. (Amigoe 08-04-1978)

Niet streven naar professionalisme
Edsel Samson wil geëngageerd theater en bewerkt daarom bestaande toneelteksten. In een interview met B. Jos de Roo (Amigoe, 6-4-1978) komt dit standpunt naar voren. De Europese auteurs die het publiek shockeerden bij de premières van hun stukken, kun je niet zomaar jaren later op Curaçao opvoeren, als je datzelfde shockeffect bereiken wil. Je moet als regisseur stelling durven nemen. “Je speelt voor een Curaçaos publiek, je moet de zaken die Brecht voor zijn publiek duidelijk wilde maken, hiervoor jouw publiek duidelijk maken. Dat kan niet op precies dezelfde manier als Brecht deed.” Theater moet meer zijn dan een avondje uit, “het moet een belevenis zijn. Als het dat is, is toneel onverwoestbaar.” Edsel streeft er niet naar “dat ons toneel naar professionalisme toegaat, daar hebben we de tijd niet voor, daarvoor krijgen we ook veel te weinig kritische reacties.” Hij mist producties “van eigen bodem die het denken van deze mensen in deze tijd tonen. Theater moet een spiegel van deze tijd zijn, daar zou ik meer van moeten zien.” Hij noemt specifiek Tone Brulin die met zijn producties Tula, E Negernan en E Lucha Final op Curaçao de problematiek van hier laat zien. Ook voor Pacheco Domacassé heeft Edsel een enorm respect.

eerder verschenen in Antilliaans Dagblad, 5 december 2019

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter