blog | werkgroep caraïbische letteren

Edgar Cairo – Vandaag

Vandaag heb ik geen zin
in zalvende verklaring
over geen enkele
Bigi Dagu, Hogepiet dati,
van dit land! Nee, baja!

Geen enkele Grote Bons
gaat z’n verwachting moeten hebben fo me,
dat ik met bedekte smoel
die lage polletieke tori van ’em
ga lopen staan verbloemen!
Die onbeschoft vrijpostige uitbuitenaren
met die stinkedaden van ze! Aidjakasa!

In plaats van dát, ga ik
me mónd opemake fo ze! Ik spuw!
Die hele stinkespijs & -drank
wat zíj me hebbe lere vrete
kots ik, laat zij van misselijkheid
kraperen! Ija baja!

Dan kijk me, hoe ik hier sta te reppen:
slijm druipt z’n water langs me lip.
Me smoelwerk is kapot zonder vitamien.
Dat slijmwater loopt tot langs me nek,
terwijl dat ik lig te draaien
als een bezopen Leba met ’n voddenarij!

Kinderen daarzo! Hey-jo! Vrijpostig!
Zak je oog op grote mensen!
Kijk me niet net of ik Bubu ben, jo!
Durf nie te zien hoe ik als een bezetene
lig te rollen (buik draait op rug!)
precies hoe mensen een Winti
krijgen en met een Fodu-geest
hun bezetenheid wegdansen!

Ga hinkeldepinkel spelen, jullie!
Of speel ‘schuiltje’ met die anderen!
Jullie zijn allemaal toch evengrote
wilderbeesten!

Jullie bille draagt geen broek,
want jullie vader kan geen klere kope.
Dan wát dan?! En?!
Nèks temake met geen niemand, hór!
Een blote mars aan je achtergat
heeft nog nooit geen enkel oog gebroken! So!!

Hang je bakadjari over de rand van die stinkgoot!
Je weet: je vangt djaki door met je onder-
achterwerk een klontje poep te lozen.
Dan komt die vis eten,
dan hengel je z’n mars voor ’em!

Vang die strontvis, kom met ’t, kook ’t
en vreet peperwater!
Want wie nie met z’n klauwfieter werkt
gaat nie vreten, hòr mi boi!
Is dát is onze verzekering!

[Edgar Cairo in: Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding. Haarlem: In de Knipscheer, 1984]

 

houten woningen contractarbeiders

on 18.10.2014 at 20:55
Tags: /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter