blog | werkgroep caraïbische letteren

Edgar Cairo – m’e dede foe joe ede/ ik ga dood om je hoofd

Dit artikel heeft twee bedoelingen. De eerste is om diegenen die gewoonweg niets van het Sranan Tongo afweten, aan informatie te helpen. De tweede is om de mensen die het Sranan zelf spreken maar er niets van afweten, ‘een handje te geven’.

Nu stel ik een daad met onmiddellijk diegenen die het woord ‘takki takki’ gebruiken een spreekverbod op te leggen. Het is een beledigende en kleinerende term voor het Sranan Tongo, ofwel de Surinaamse Taal. Ook diegenen die zeggen ‘Negre-Tongo’, dus ‘Neger-Engels’, moet ik tot orde roepen. Want laat ons wel zijn, zonder ideologische romantiek: de Surinaamse taal, ofwel het Sranan Tongo is een vrijwel door iedereen in Suriname gesproken taal en wel op een manier die natuurlijk is voor de dagelijkse omgang.

Met het noemen van Suriname (Sranan) zal de lezer wel begrepen hebben, dat het gaat om, zeg maar, de volkstaal die in Suriname wordt gesproken. En niet op de Antillen dus. Want daar spreken ze Papiamento, een taal die veel met het Spaans te maken heeft.

Met het onderscheid Surinaams – Papiamento duiken we in de koloniale geschiedenis. Het Sranan Tongo is ontstaan uit de omgang tussen de slaven onderling, die uit Afrika (de Westkust) via Curacao etc. werden aangevoerd. Deze taal is ontstaan rond het midden der 17e eeuw. Beter dan een jaartal te noemen, kan ik wijzen op het feit dat het Sranan eigenlijk al in Afrika begon, waar de Portugezen en daarna(ast) de Nederlanders de slaven vandaan haalden. Deze mensen moesten soms wachten op de aankomst van zo’n slavenschip. En eigenlijk vanaf hun eerste kontakt – het waren negers uit zowat alle delen van Afrika bij elkaar gesleept – ontstond er in dat woordelijke kontakt dat ze hadden een bepaalde systematiek. Deze systematiek kan men zien als voornaamste norm voor een taal en dus ook voor het Sranan Tongo. In Suriname zelf, met de vele afgelegen plantages waar er katoen, tabak, koffie, en vooral suiker door slavenarbeid werd geproduceerd, kreeg je natuurlijk vele varianten van het Sranan Tongo.

Na veel ‘stuivertje verwisselen’ tussen Nederlanders, Engelsen en ook Fransen kreeg Nederland Suriname definitief in 1667. Daarvóór waren er al Spanjaarden en Portugezen in het land geweest. Deze hadden toen al invloed op de omgangstaal. Al deze Europeanen hebben invloed gehad op het Sranan, waarvan ik vooral de Engelsen noem.

Ook de slaven, onderling verschillend van taal, hebben het Sranan Tongo ontwikkeld. Doordat de negers meer dan tweehonderd jaar als slaaf hebben moeten zwoegen, heel lang zonder recht op onderwijs, zonder ‘de waardigheid en het respekt’ de taal van de blanke heer en meester te mogen spreken, is het Sranan vooral een ‘negertaal’ geworden.

Tot in de vijftiger jaren heeft het Sranan een vrijwel geïsoleerde positie gehad, in die zin, dat het beperkt bleef tot voornamelijk de kreoolse (lees: neger) groepen. En vooral: het gewone volk dat niet ontwikkeld was sprak Sranan! Deze taal werd zelfs onderdrukt.

Het gewone volk kreeg als werkelijke KULTUUR de Nederlandse (blanke) kultuur voorgeschoteld, die gekoppeld was aan de ‘blauwogige bakra’ met zijn blanke huid en zijn hooggeëerde beste baantjes en beste huizen. Hij was de verpersoonlijking van het beste!

Pas iemand als Papa Koenders, een onderwijzer uit de vijftiger jaren, leerde via zijn blad FOETOEBOI (=Loopjongen) het volk zichzelf te respekteren en daarmee z’n eigen taal. Niets was de Nederlandse kolonisator liever, dan de gekoloniseerde zoveel mogelijk te onderdrukken, te vernederen en eigen identiteit te onthouden. Een dankbaar middel daartoe was dan ook het stelselmatig verwerpen van ‘die negertaal’. Ik heb zelf op school van de onderwijzer (een missie-frater in witte rok) met z’n knokkels tegen mijn kop gehad (aan mijn rechterwenkbrauw nog het litteken ervan!) omdat ik als volksjongen de taal van thuis, mijn moedertaal dus, sprak. Ik was daarom ‘vernegerd’, ik verkeerde ‘in negerachtigheid’, zoals dat zo verachtelijk werd uitgesproken.

Anno 1976 ligt het wel heel anders met de waardering van het Sranan. Behalve de kreolen, wij negers dus, spreken ook hindoestanen, javanen, chinezen en anderen, kortom, spreekt de Surinamer deze taal in de vrije omgang. Heel vaak van huis uit. Moedertaal dus. Velen van ons, Surinamers, weten nieteens dat het Sranan Tongo woorden heeft die afkomstig zijn uit het hindoestaans (bijv. doni, dubbeltje) of van een indiaanse taal (bijv. moetete, draagmand).

Ligt in Suriname zelf de positie van het Sranan moeilijk, doordat er toch wel méér dan één taal in Suriname wordt gesproken, op internationaal nivo ligt het nog veel moeilijker. Wij Surinamers, die het Sranan spreken vormen een klein taalgebied. (Met het officiële Nederlands in Suriname is dat trouwens ook het geval).

Maar met het ontwaakte bewustzijn van de Surinaamse natie en het gegroeide zelfrespekt, moet het wel moeilijk zijn om in het onderwijs nog steeds geen Sranan bijvoorbeeld als keuzevak te kunnen nemen. Vooral omdat steeds meer blijkt, dat het Nederlands door de toenemende ‘intellektualisering’ (de Surinamer raakt steeds meer geschoold) het Sranan niet is blijven wegdrukken. Integendeel. Meer dan men vermoedt, is juist het Sranan Tongo invloed gaan uitoefenen op het Nederlands. Mede daardoor is het z.g. Surinaams-Nederlands ontstaan. Een zin als: ‘M’e dede f’ joe ede!’ wat in het Sranan betekent: ‘Ik ben gek op je’, wordt schertsend letterlijk vertaald met: ‘Ik ga dood om Jouw hoofd’. Maar achter dat stukje zelfspot schuilt toch juist die herkenning van een stukje eigen identiteit, namelijk, dat je op originele wijze jezelf uitdrukt in die toch wel vreemde taal die het Nederlands voor de Surinamer is. Meer nog, velen zijn zich niet bewust van de invloed die bijvoorbeeld het Sranan uitoefent op het gebruik van het Nederlands door de Surinamer.

[Dit artikel is verschenen in het tijdschrift Bzzlletin, jrg. 5 (1976-1977), nr. 40, klik hier . Het maakt deel uit van een Suriname-special van Bzzlletin, dat nu in zijn geheel is gedigitaliseerd en te vinden is op de DBNL, klik hier.]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter