blog | werkgroep caraïbische letteren

Edgar Cairo – Gedicht

`a no den ler’ mi bari
na ondrofeni’

a ben bun sote…
sote…!!
a ben e piki moni
gi loms’kerki

te sonde m’manten
weti steifi kakipaki
e brenki fu k’sabagoma

tide mi no mu si en moro
(nak’ wan kroisten esesi)
masra sa de nanga en

patri ben ler’ en sakafasi
begi
suma du y’ ogri
lib’ en baya…
gi en dasnoti
libi san mek’ a go
gado e go pai en
te a de fanowdu, yere
bigisma sa lob’ anu
a y’ ede tapu, mi boi

kwetkweti a no asranti lanti
f’ en libidei

a ben bun sote…
a ben mu de!

wan dropu weiwatra
mesdinari tya wan afkandra
saka en na in’ doi platakisi
eses’ rij f’ no stoor ferkeer

a so den prani en
na p’kintiki

[Sranan]

 

`niet “men” leerde mij schreeuwen
het was de ondervinding die het deed’

hij was zo goed…
zo geschikt…!!
hij haalde geld op
voor de roomse kerk

op zondagmorgen
een witgesteven kakhipak
dat glom van kassavegom

vandaag moet ik hem niet meer zien
(snel een kruisteken)
de heer zij met hem

pater leerde hem onderdanigheid
te bidden
wie je kwaad doet
ach, laat maar gaan…
schenk vergeving
laat de dingen blauw blauw
god zal het betaald zetten
als het zonodig moet, hoor
ouderen zullen je zegenend
over het hoofd strijken,
m’n jongen

nooit stond hij op tegen de staat
geen dagje uit z’n leven

hij was zo goed…
hij mocht er zijn!

een drupje wijwater
een misdienaartje met een half
opgebrand kaarsje
snel gelegd in een ruwe kist
snel door het verkeer gereden

zo plantte men hem met wat
sprokkelhout als grafkruis de bodem in

 

Uit Edgar Cairo, Gedichten (1974)

 

A.s. zondag, 18 november 2018, is er een middag gewijd met verhalen van en over Edgar Cairo. Klik hier voor meer informatie.

on 16.11.2018 at 15:48
Tags: /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter