blog | werkgroep caraïbische letteren

Ed Hart – Puertos

In de eerste helft van de jaren ’60 verscheen Cautal, de eerste dichtbundel van Bea Vianen. Een van de gedichten ‘Puerto del Sol’, begint niet opgewekt en het einde is niet hoopvol maar het is zo beeldend geschreven dat de lezer het als een driedimensionale film ervaart.

Eind jaren ’40 – begin ’50 vonden geregeld opvoeringen plaats in theater Thalia. Ook voor schoolgaanden toegankelijk. Te zien waren de Thesosgroep, balletvoorstellingen met o.a. Amy Mac Combie, toneelgezelschappen en amateuroptredens. Een bekende Nederlandse voordrachtskunstenaar [Johan Schmitz, 14 juli 1960 – red.] bracht Gijsbrecht van Amstel ten tonele voor leerlingen van verschillende scholen. Die educatieve voorstelling vond overdag plaats. De leerlingen vertrokken vanuit school en keerden daarna terug naar school. Voor allen een welkome ontsnapping uit de schoolbanken.

Op een avond begin jaren ’50 was Thalia weer volgestroomd met Ulo- en Mulo-leerlingen. Het ging er heel beschaafd aan toe net als op de schoolfeesten van de Hendrik en de Van Syp. Er werd hoogstens gezwaaid naar medeleerlingen die op de balkons boven zaten of op enkele plaatsen voor of achter. De aanwezigheid van jongelui uit vooraanstaande families droeg bij tot het als voornaam ervaren van dit evenement. In tegenstelling tot de bioscopen waar tijdens een kindervoorstelling het jonge publiek zich allesbehalve ingetogen gedroeg wanneer ze helemaal opgingen in de tweedimensionale technicolor zeepbellen. Filmvoorstellingen waar we onze zakcentjes en zelfs onze broodcentjes voor spaarden.

De optredens van deze avond waren tot nu toe min of meer in de smaak gevallen maar bleken slechts opwarmers te zijn voor wat ons werd aangeboden als recital door een solo-artiest. Op het podium bevonden zich nu slechts een stoel en een voetbankje. De artiest kwam op met een gitaar en zijn verschijning vergaarde goedkeurende blikken van de piekfijn geklede meisjes. Van licht getinte Chinese komaf maakte hij deel uit van de tientallen vrij populaire Adonissen waartoe ook August van O. behoorde en hij was een twee jaar oudere verkenner uit onze groep 3 van de Padvinderij. Elk weekend was hij trouw aanwezig in het gebouw aan de Weidestraat, ontbrak niet op trips naar Republiek en Zanderij en deed mee met het spoorzoeken in de bamboebossen bij de Cultuurtuin. We waren wat trots om deze verkenner volop in de schijnwerpers hier te zien. Ik had eerder niet zo op zijn muzikale gave gelet.

Zijn charme lag deels in zijn bescheidenheid. Een beleefd applaus verwelkomde hem en hij knikte olijk naar het publiek, stelde zich voor en nam plaats op de stoel. Met aller ogen op hem gericht stemde hij totaal ontspannen zijn instrument. Het eerste lied dat hij aanhief met zijn aangename zangstem had een licht-wiegende melodie en voerde ons naar een vergelegen oord. Een havenstadje aan de Atlantische Oceaan. Het lied getiteld ‘Puerto de Santa Maria’ was me niet bekend. De Spaanstalige tekst was echter geen belemmering om de teneur aan te voelen van een warm herinnerd geluk. Het was geen lied waaruit hunkering of triestheid droop. Maar meer een zoete mijmering over een tedere, onvergetelijke liefde en de plek van beleving.

Enkele meisjes luisterden met gesloten ogen en lieten zich vrijelijk vervoeren, maar de meeste toeschouwers hielden hun blik strak gericht op de zanger en wiekten als betoverd mee naar een zwoele setting van stranden, blauwgroene golven en dichtbesterde nachten. Zijn muzikale aureool sprak zo tot mijn verbeelding dat ik in de ban geraakt, magische momenten beleefde. Samen met anderen in de zaal.

Het eerste lied oogstte een geestdriftig applaus dat hij verrast en gevleid in ontvangst nam waarna hij een tweede lied getiteld ‘Sandunga’ aankondigde. Dit idem Spaanstalig lied begon wel met een enigszins gekweld klinkende aanroep en was doortrokken van een verlorenheid die bleef achtervolgen. Hiermee sloot de zanger zijn kortdurende recital af en nam het daaropvolgend overweldigend applaus geamuseerd buigend in ontvangst.

Een toegift kon er helaas niet bij vanwege de strakke regie. Met een vermakelijke sketch van twee amateurspelers liep de gevarieerde show ten einde.

In hun hum als na een viering, gingen de theatergangers na afloop huiswaarts, keuvelend door avondlijk Paramaribo, onze veilige, fraaie en geliefde stad. Langs verlichte Chinese winkels, koningspalmen, mahonie- en flamboyantbomen. Begeleid door radiomuziek uit woningen aan de straatkant, na weer een geslaagd avondje Thalia.

De voornaam van de zanger kan Henk zijn, zeker ben ik er niet van maar geen andere schiet me te binnen. Zijn achternaam heb ik wel degelijk onthouden. Namelijk Lo-Fo-Sang. Hij had groep 3 meesterlijk vertegenwoordigd op deze bonte avond. Was de onbetwiste Ster van de avond geworden en mocht zich een tijdlang een geadoreerde favoriet voelen.

Het eerste liedje heb ik nooit meer gehoord maar voor mij bleven sindsdien de naam Lo Fo Sang en zowel ‘Puerto De Santa Maria’ als ‘Sandunga’ onlosmakelijk aan mekaar verbonden.

Zoals o.a. ‘Puerto del Sol’ en ‘Berm ’56’ voor mij één begrip zijn geworden met de naam Bea Vianen.

on 14.01.2012 at 10:25
Tags: /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter