Dromers, doemdenkers en doorzetters
Bij KIT Publishers verscheen onlangs Dromers, doemdenkers en doorzetters; Verhalen van mensen en gebouwen in Coronie, van Fineke van der Veen, Dick ter Steege en Chandra van Binnendijk.
“Het begon zoals veel liefdes beginnen, met de verleiding van uiterlijke schoonheid: de oude houten huizen met de ruime erven; het vele groen; de wuivende kokospalmen. Ook de plaatsnamen intrigeerden: Inverness, Mary’s Hope, Hague. Waar kwamen die namen vandaan? Al snel volgden meer vragen: wie wonen hier, wat leeft er achter de rustige façade? Hoe was het hier vroeger; waar zijn de oude verhalen? En welke toekomst heeft dit schaars bewoonde gebied? Kunnen de karakteristiek gebouwen beschermd worden voor verder verval?”
Coronie is een unieke plek met een unieke geschiedenis. Het district grenst in het noorden aan de Atlantische Oceaan, in het westen aan Nickerie, in het zuiden aan Sipaliwini en in het oosten aan de Coppenamerivier. Het district beslaat 3.902 km² en ontleent zijn naam aan de Coronakreek. Aan weerszijden van de huidige autoweg waren vroeger plantages die vanaf 1808 door Engelse en Schotse kolonisten zijn aangelegd. Uit die periode stammen plaatsnamen als Burnside, Totness, Iverness en Hamilton. Het werk op de plantage werd gedaan door slaven. Daar kwam een einde aan na 1 juli 1863, de dag waarop na Engeland en Frankrijk ook Nederland eindelijk de slavernij afschafte.
In 1863 waren er in Coronie een grote suikerplantage, negen katoenplantages en een aantal kleinere plantages met voornamelijk voedselgewassen. De plantage-eigenaren waren niet in staat de nu vrije arbeiders loon te betalen. Het gevolg was dat de arbeiders delen van de plantages tegen gunstige voorwaarden konden kopen. Op de nieuwe percelen werden kokospalmen geplant, een teelt die ook nu nog belangrijk is voor Coronie. Daarnaast zijn de varkensteelt, visserij, rijstbouw van belang. Uit Coronie komt ook de zeer gewaardeerde Parwahoning.
Met deze middelen van bestaan leefden de bewoners van Coronie na 1863 in redelijke welstand, wat ook tot uiting komt in de woningbouw. Uit die tijd stammen de historische houten huizen en (overheids)gebouwen. De meeste bebouwing ligt aan weerszijde van de hoofdweg die parallel aan de zeekust loopt.
Tot de jaren ’40 van de vorige eeuw lag Coronie nogal geïsoleerd wegens het ontbreken van een weg. Er was een schelpenrits die diende als weg voor lokaal verkeer. Het district was verder uitsluitend te bereiken over het water. Dit veranderde toen de Saramaccaweg werd doorgetrokken naar Boskamp, de verbinding over water tussen Boskamp en Jenny werd verbeterd en de weg van Jenny doorliep naar de belangrijkste plaats, Totness.
Na de periode van welstand is het district al jaren geplaagd door verval en trekken jongeren weg naar Paramaribo.
In Dromers, doemdenkers en doorzetters wordt een momentopname gepresenteerd: een documentaire van oude huizen en van verhalen van bewoners van Coronie. Gevat in een historisch kader en ruim voorzien van foto’s en tekeningen. Daarnaast bevat het boek 48 pagina’s bouwhistorisch cahier met dvd.