blog | werkgroep caraïbische letteren

Drie Mexicaanse liederen

De dageraad

Hij steeg op, reikte tot hier:
de ontzaglijke blauwgroene zwier,
nu eens vreedzaam, dan weer bewegend,
dan schuimend en zingend tussen de rotsen.

Boven hem uit ga ik vliegen
een vogel gelijk, azuurblauw gevederd.

Tot midden de wateren kom ik:
water van de bloemen, water van goud, van smaragd,
vanwaar ik zwemmende ga en weer kom
en kwakend de stralende eend passeer
die golft met zijn schitterende staart.

[Uit het Nahuatl]

Vergankelijkheid

Is het werkelijk dat wij de aarde bewonen? Ay!
Misschien voor altijd op aarde?
Zelfs de beste gesteenten splijten uiteen,
zelfs het goud vergaat, zelfs de kostbaarste veren verrafelen.
Misschien voor altijd op aarde?
Slechts een vluchtig moment zijn wij hier!

(Netzahualcóyotl, 1418-1472)

Leven is lijden

Vergeefs ben ik geboren,
vergeefs ben ik beland
op deze aarde.
Ik lijd:
maar desniettegenstaande
ben ik hier toch beland
en toch geboren
op deze aarde

[Uit het Nahuatl, maar vermoedelijk van Otomi-oorsprong]

Het Nahuatl origineel luidt:

O nen nonlacat
o nen nonquizaco
ye nican in tlaltipac.
Ninotolinia:
in manel nonquite,
in manel nontlicat,
ye nican in tlatlipac.

[Interpunctie en regelindeling van A.H.]

Uit: Albert Helman: Mexico zingt; een bloemlezing uit de Mexicaanse lyriek sinds de 15de eeuw, In de Knipscheer, 1992

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter