blog | werkgroep caraïbische letteren

Drie generaties voorleesplezier

door Christine F. Samsom

Mijn vader kwam uit een gezin van dertien, één vader, één moeder. Zelf wilde hij een dozijn kinderen naar analogie van het boek Voordeliger per dozijn van Ernestine en Frank Gilbreth, dat naast de Bijbel één van zijn favoriete boeken was, maar het lukte niet omdat mijn moeder na de moeilijke geboorte van nummer tien geen kinderen meer mocht van de huisarts.

Omdat pa van al zijn zussen en broers de meeste kinderen kreeg, had hij recht op een erfstuk uit de familie: de grote, ronde tafel met de dikke poot in het midden en onderaan drie leeuwenklauwen. Die tafel kon met planken eindeloos worden verlengd tot een ovaal waar we, als er gasten waren, soms wel met achttien personen konden aanschuiven. Elke zaterdagavond, van televisie hadden we nog niet gehoord, waren wij kinderen om half acht present aan die grote tafel, want dan deden we spelletjes of we knutselden. Maar het hoogtepunt van die zaterdagavond was steevast het moment waarop vader het boek dat aan de beurt was, nam en opende bij het hoofdstuk waar hij de vorige zaterdag was gestopt. Of hij had een ander spannend boek gekozen uit de wereldkinderliteratuur, omdat het vorige uit was. Alleen op de wereld van Hector Malot, Nils Holgerssonns wonderbare reis van Selma Lagerlöf, De Kinderkaravaan van An Rutgers van der Loeff-Basenau, Het Achterhuis van Anne Frank en de Sprookjes van de gebroeders Grimm, het waren stuk voor stuk boeken die klein en groot boeiden en ontroerden en waaruit we wijze lessen leerden.

Toen ik zelf drie prachtige kinderen kreeg, had de tv al zijn intrede gedaan. Er mocht na Tante Lien en haar poppenkast, het dierenprogramma van dokter Van Ommeren, het plantenrijk van Iwan Wijngaarde of de onvergetelijke geschiedenisverhalen van André Loor, geen avond voorbij gaan zonder het voorleeshalfuurtje: van Nijntjevan Dick Bruna via De kleine kapitein van Paul Biegel, Pippi Langkous van Astrid Lindgren, Panokko en zijn vriendenvan Anne de Vries, Kon hesi baka van Henk Barnard… tot, ja hoor, ook Het geheim van de Goslar van Gerrit Barron, want eindelijk kwamen de eerste Surinaamse kinderboeken op de markt. Er kwam wel steeds meer concurrentie van die televisie, maar nog lang won het voorlezen het met de originele boeken van Joke van Leeuwen, Guus Kuijer en Jan Terlouw en ook de Anansi-verhalen van Ismene Krishnadath en Noni Lichtveld.

Nu ben ik de trotse oma van vier kleinkinderen van twaalf, tien, zes en vier jaar. Vorig jaar was voor Ella en Yannick, de twee oudsten, het populairste voorleesboek Draken en Heksendrank van onze eigen Marja Themen-Sliggers, naast, tot mijn verbazing, Het gouden voorleesboek van W.G. van der Hulst. De jongsten, Ayana en Zoë, genoten van Rozengeur voor Oma Roos van Cobi Pengel; ze waren immers zelf kort ervoor naar de Raleighvallen geweest. Eet je erwtjes op van Kes Gray heeft deze oma al minstens twintig keer voorgelezen, hahaha, want als je vier bent is niets leuker en vertrouwder dan eindeloos herhalen met precies dezelfde woorden, wat je al twintig keer hebt gehoord.

De grote, ronde tafel is nu bij mijn jongste broertje, nummer tien dus. Hij heeft van ons de meeste kinderen, vier, wel met twee vrouwen…! Of hij zijn kinderen en kleinkinderen voorleest aan die tafel…? Voorlezen? Er is toch teevee en IPad en IPhone!

Maar als het gaat zoals het moet gaan, zal zijn oudste dochter Roos de tafel met de leeuwenklauwen erven en ik weet zeker dat zij de voorleestraditie wel voortzet met haar drietal.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter