blog | werkgroep caraïbische letteren

Drie culturen, One Love

door Bonnie van LeeuwaardeDe Surinaamse rasta Leroy is een van de hoofdpersonages in One Love, het eerste boek van de Nederlander Ronald van Reenen. De schrijver spreekt zelf Sranan – geleerd van zijn Surinaamse vriendjes in zijn jeugd. Hij schreef het boek over liefde voor elkaar in een week. “Het moest gewoon eruit.”

In het boek zijn de drie hoofdpersonages de Surinaamse rasta Leroy, de Ethiopische moslima Samira en de Nederlandse Bea.

Waarom hebt u juist deze culturen uitgekozen om uw verhaal te vertellen?
“Het gaat om mensen die ver weg van elkaar staan qua achtergrond en beleving. En die mensen moeten toch samen door een deur kunnen. Ze zien uiteindelijk in dat ze toch meer gemeen hebben dan ze aanvankelijk dachten.”

U woont zelf in Nederland. De rasta- en moslim-cultuur zijn aanwezig in het boek. Op welke manier bent u in contact met de multiculturele samenleving?
“Ik woon nu in Breda, vroeger in Rotterdam. Vanaf de lagere school, de Martin Luther Kingschool, ben ik met Surinaamse jongens uit mijn klas opgetrokken. De moeder van een van de jongens vroeg me altijd om te logeren. Ik leerde de taal heel snel, het is een natuurlijk proces geweest. Het was de tijd van Bob Marley. Ik ben nog met een van die Surinaamse vrienden naar een concert van Bob Marley in Rotterdam geweest. Dat is een schat die ik altijd bij me draag. De figuur van Samira is mij persoonlijk niet onbekend. Ik ben zeventien jaar getrouwd geweest met een half-Ethiopische, half Somalische. Een moslim, vandaar dat ik ook best veel van de islam weet. Ik beschouw die verschillende culturen als een verrijking. Trouwen met een islamitische vrouw, betekent dat alles waar jij in gelooft, op de proef wordt gesteld. Waar geloof ik zelf in? Ik denk zelf dat God boven de religie staat. Wij mensen maken religie, omdat we proberen God te begrijpen. Het is altijd ons menselijk deel dat probeert God te begrijpen.”

Het boek begint al met ‘Aai baja’, een verzuchting van Leroy. Wanneer Van Reenen aan de telefoon is met muzikant Dowieman, vraagt hij hem: ‘Eeh Dowie, pe yu de?’ Waarom bent u in Suriname?
“Ik ben op vakantie, maar heb ook met een andere vriend, de artiest Moski Jerry, een single opgenomen, samen met Dowieman en Romeo Starke. Het lied heet Wi na Wan. Er hoort ook een videoclip bij.”

Waarom wilde u een boek schrijven over dit onderwerp?
“Als je zoveel verschillende mensen kent, ervaar je dat mensen botsen met elkaar om wat ze geleerd hebben. En daardoor krijg je vooroordelen en hebben ze problemen om elkaar te begrijpen. Als je ze elkaar laat ervaren, komen ze erachter dat ze eigenlijk meer gemeen hebben met elkaar. En verliefdheid is het thema om deze dingen ter discussie te stellen. Dat is bij mij ook gebeurd. Vooral in Nederland speelt dat met de islam heel erg. Het is heel gemakkelijk om mensen als groep te veroordelen, maar wat als iemand heel dicht bij je staat? Ik wil geen antwoord geven, maar mensen laten nadenken. Het was ook een stukje frustratie omdat ik altijd tegen deze dingen aanliep. Eigenlijk zouden mensen gewoon de interactie met elkaar moeten aangaan. Ik heb het boek in een week geschreven. Ik kreeg ‘s nachts een idee en kon niet verder slapen. Het verhaal moest gewoon eruit. Ik had er niet over nagedacht, alsof het me werd ingegeven.”

Er is weinig aandacht besteed aan interpunctie – er ontbreken vooral veel komma’s, waardoor het niet altijd makkelijk leest – en aan de stilistische vormgeving. Net alsof u zo graag de boodschap van One Love wilde uitdragen dat dat erbij is ingeschoten.
“Ik denk dat dat klopt, ja. Wanneer ik het boek weer lees, valt dat me ook op. Daar ben ik me heel bewust van. Ik ben er wel heel trots op. Het is een soort kindje. We maken niet alleen kindjes van vlees en bloed, maar ook dit soort kindjes.

[uit de Ware Tijd, 26/02/2011]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter