Drie Antilliaans-Curaçaose dichteressen
Over de wereld, de liefde en zichzelf
door Klaas de Groot
Op de Caribische eilanden schijnt altijd de zon en is de zee altijd blauw, denken veel mensen. Toch is er nog een pluspunt: al die verschillende mensen met hun eigen gebruiken en uitingsvormen, ook op cultureel gebied. Muziek, verhalen en poëzie laten die diversiteit goed zien. Maar naast de verschillen zijn er natuurlijk ook overeenkomsten met Nederland. Schrijvers en schrijfsters van gedichten bijvoorbeeld hebben het vaak over hoe zij het leven en de wereld ervaren, vooral gelet op de liefde of de natuur. Als het gaat over de Caribische eilanden die een rol spelen in de Nederlandse geschiedenis kun je dat goed laten zien aan de hand van de gedichten van drie Curaçaose dichteressen die met flinke tussenpozen met hun werk naar buiten kwamen: Oda Blinder, Aletta Beaujon en Carla van Leeuwen.
Verschillende talen
Gemeenschappelijk hebben deze vrouwen hun milieu en het gebruik van het Nederlands. Voor Beaujon en Van Leeuwen geldt wel dat ze ook heel wat gedichten in het Engels schreven, Oda Blinder enkele in het Spaans. Van het gebruik van die verschillende talen moet je niet opkijken in het Caribisch gebied. Wel is opvallend dat ze alle drie amper in de Curaçaose volkstaal het Papiaments dichtten. Dat zal vooral het gevolg zijn geweest van hun scholing en dus van het milieu waarin zij leefden. Beaujon heeft wel een enkele keer in het Papiaments gedicht. Van Carla van Leeuwen is hierover niets bekend en van Blinder is de bijzondere uitspraak dat ze eigenlijk alleen in het Nederlands kon dichten. De verschillen zitten in hun kijk op de wereld en de medemens. Blinder is het meest in zichzelf gekeerd in het besef dat de liefde voor haar een onmogelijk gebied was. Aletta Beaujon keek meer naar de wereld en Carla van Leeuwen ziet vooral dat deel van de wereld dat ze wil inpassen in haar bestaan.
Lees hier verder op literatuurgeschiedenis.org