Door lezen leer je het leven kennen!
door Els Moor
Van 2 tot en met 4 april was het Kinderboekenfestival in Albina. Het was, net als de twee vorige in Nickerie en Paramaribo, weer een groot succes. Veel, veel scholen uit Albina en omstreken, zelfs helemaal van Stoelmanseiland, waren gekomen en de leerlingen genoten.
Het was héél goed dat het festival ook in Albina gehouden werd. Sinds het geweld en de vernielingen tijdens de Binnenlandse Oorlog (1986-1992), is Albina – eens een mooi en rustig grensplaatsje aan de Marowijnerivier tegenover het Franse Saint Laurent – erg veranderd en niet in positieve zin. Met de wederopbouw werden de verschillen tussen arm en rijk, commercie en criminaliteit steeds groter. Albina is nu een druk plaatsje met veel chinese winkels, maar ook veel werklozen en kinderen en jongeren die niet naar school gaan. De criminaliteit is enorm gegroeid, waarbij drugsgebruik en illegale drugshandel een grote rol spelen. Liefde en zorg voor de eigen plaats heeft men verloren. Albina is een slordig dorp geworden met hopen vuil en afval op straat, op het strand bij de rivier en wat helemaal verschrikkelijk is, veel glasscherven op de bodem van de rivier. Een lekker bad nemen is gevaarlijk geworden! Albina heeft zijn aantrekkingskracht volledig verloren.
De vele schoolklassen, ook veel van het mulo, die in de ochtenduren het festival bezochten voor activiteiten waren over het algemeen wel positief. Het zijn de kinderen die het wél zullen redden, mede dankzij veel goede leerkrachten. Zij genoten, gingen zitten lezen in een stand met boeken en kochten ook boeken.
Tussen vijf en acht uur liepen de bezoekers rond, veel gezinnen, loslopende jongeren, maar ook geïnteresseerde volwassenen. Ze bezochten stands, deden mee aan activiteiten en konden de eerste en laatste avond de musical van Sandra Purperhart en Annelies den Boer (uit Albina) bezoeken, getiteld Marwina gaat naar school, die aansluit bij de problematiek van Albina van vuil in het dorp en niet naar school gaan. Marwina gaat uiteindelijk wel naar school… en bereikt heel veel! Veel kinderen werkten enthousiast mee, van klein tot groot, en dansten en zongen. De gespeelde dc, ditmaal van Marowijne, in wit pak, ontbrak weer niet!
Op een van de avonden, het was rustig, kwam een moeder van vier dochters een praatje maken in mijn stand, ‘Lees je wijs!’, waar veel Surinaamse kinder- en jeugdboeken liggen uitgestald. ’s Morgens komen er klassen en wordt met boeken gewerkt, ’s middags kunnen bezoekers ze bekijken of ze gaan zitten lezen.
Met deze bezoekster raak ik in gesprek. Meteen al vertelt ze dat een van haar dochters meedoet aan de musical. Wat vindt ze van het Kinderboekenfestival? Is lezen belangrijk voor kinderen? Haar hoofd schiet omhoog bij deze vragen. ‘Ja, lezen is heel belangrijk. Je gaat het leven begrijpen en zo kun je meewerken aan de ontwikkeling van je dorp of stad. Je ziet verschillende kanten van de maatschappij. Hier in Albina is heel veel nodig om de criminaliteit te verminderen. Van buitenaf moeten jongeren kunnen leren hoe ze zich moeten gedragen. Ik vind het erg goed van al die mensen van het Kinderboekenfestival dat ze ons weghalen van de slechte kanten van het dorp.’ Deze vrouw maakte me een belangrijke doelstelling op een kernachtige manier duidelijk!
De volgende ochtend, weer werkend met leerlingen en leerkrachten, veel van de muloschool ook, werd me bevestigd dat het lezen van en het samen praten over boeken en verhalen een sterk middel tot bewustwording is. In een nog in ontwikkeling verkerend land als Suriname is dit van groot belang. Door over situaties te lezen en erover na te denken of met elkaar erover te praten, leer je je eigen situatie beter kennen. Als een boek of verhaal je echt boeit, kom je erop terug. Wat me op geen enkel Kinderboekenfestival overkwam, noch in de stad, noch in andere districten, gebeurde hier: kinderen, jongeren en leerkrachten kwamen ‘s middags terug om in de stand, rustig op een stoel zittend, boeken te lezen. Enkele kinderen kwamen iedere middag. Zelfs een paar jongens! Ze lazen eenvoudige, herkenbare boekjes, zoals de Amaisa-serie. Een meisje las alle vijf Amaisa-boekjes op één avond. Ook het prachtig uitgevoerde boek van Hilly Arduin, Aboikoni, ging door veel handen en werd gelezen.
Heel jammer is het dat de scholen, ook in de dorpen, over het algemeen geen of weinig Surinaamse kinder- en jeugdboeken hebben. Geen schoolbieb hebben ze, of een met Nederlandse boeken die de kinderen nog niet begrijpen. Zelfs het prachtige boek van Ismene Krishnadath, Seriba in de schelp, dat nota bene op Galibi speelt, kennen ze niet. Ook Okorié en Agambé, over een jongen uit een inheems dorp en een uit een marrondorp ontbreekt. En indiaanse verhalen, boeken waarin ze al vastgelegd zijn, hebben ze niet en veel vooral Kalinha-verhalen zijn nog niet uitgegeven.
Daar moet gauw verandering in komen! Alle Surinaamse kinderen moeten hun eigen boeken kunnen lezen!