blog | werkgroep caraïbische letteren

Door Gebroken wit van Astrid Roemer is het naoorlogse Paramaribo even heel dichtbij

door Persis Bekkering

Astrid Roemer is helemaal terug, met een grote, aangrijpende familieroman, die speelt in naoorlogs Paramaribo. Als een Caribische Virginia Woolf springt ze tussen de innerlijke levens van haar personages.  

foto Aart G. Broek

wit gebroken / foto Aart G. Broek

Gebroken wit is de crèmige kleur van amandelen, als je het vliesje eraf pelt. Van de zoete orgeadesiroop, waar grootmoeder Bee dol op is. Het is ook de kleur van haar nachthemd aan de droogmolen, zolang dat niet bebloed is, van de maïzena waarmee Bee koekjes bakt, en van het briefpapier waarop kleindochter Heli, in ballingschap in Holland, geheime brieven stuurt aan haar oudere, getrouwde minnaar. Gebroken wit, soms gespeld als gebroken-wit, is ook hoe grootmoeder haar familie omschrijft: ze zijn niet zwart, ze zijn niet wit. Ze dragen de kleur van een geschiedenis van geweld, de ‘kinderen van vaders die vooral geworteld waren in een Europa waar zij niets van konden zien, dan joodse vluchtelingen, predikanten en missionarissen, militairen en verwaarloosde plantages’.

Lees hier verder op de website van de Volkskrant, 19 april 2019.

on 20.04.2019 at 20:17
Tags: / / /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter