blog | werkgroep caraïbische letteren

Don Experientia – Waar ziet men het fortuin zo blind

Vrolijkhart zingt, Stem: liefdezuchjes.

Waar ziet men het Fortuin[1] zo blind
Haar gaven slechts uitdelen,
Als men in Surinamen vindt?
Of men verstand heeft als een kind,
Maar geld! dan kan ‘t niet schelen.

Hier ziet men hoe Fortuna’s gunst
Tot plompaards[2] is genegen,
Daar menigeen vol geest en kunst
Moet zoeken bij een ezel gunst:
O, armoede allerwegen!

Wat ziet men menig Fransen vent
Braveren[3] door ‘t vals spelen,
Wijl zij ‘t van jongsop zijn gewend
En bankroetiers zeer wel bekend
Fortuna’s gaven delen.

Wat ziet men menig kalen haan
En ander soort landlopers
Voor adels en barons hier staan,
Daar hun de honger dreef te gaan
Tot hier, door zielverkopers.[4]

Hier ziet men hoe het blind Fortuin[5]
Een eerlijk[6] treedt met voeten,
Daar[7] men die met geschoren kruin[8]
Hun kappen hingen op den tuin.[9]
Voor protestants moet groeten.[10]

Zodat het door bedriegerij
Hier alles wordt verkregen.
Een aardigheid is schelmerij,
Een handigheid de dieverij,
‘t Geen men hier staag ziet plegen.

 [Uit: Het Surinaamsche leeven, tooneelschwyse verbeeld door Don Experientia. Z.p.: z.u., 1711, p. 11-13. Ook in: Lichtveld / Voorhoeve 1980, p. 188-189.]


[1] Vrouwe Fortune, personificatie van het lot
[2] lomperiken
[3] Weelderig leven, pronken
[4] ronselaars
[5] Fortuna werd voorgesteld met een blinddoek, ze zag niet aan wie ze haar gunsten verleende
[6] Eerlijk mens
[7] terwijl
[8] monniken
[9] Hun monniksgewaad op de omheining hingen, d.w.z. hun gewijde staat verzaakten
[10] Deze ontwijden zijn zogenaamd protestant, maar zijn in werkelijkheid oplichters

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter