blog | werkgroep caraïbische letteren

Discriminatie op Curaçao

Uit de correspondentie van Fred de Haas met Paul Wanga, een neef van de bekende Curaçaose socioloog Cyrill Wanga. Hij reageert hier op een vraag over discriminatie op Curaçao.

Beste Fred

Mijn neef Cyrill vertelde me dat je in verband met de slavernijgeschiedenis ook was geïnteresseerd in discriminatie, niet alleen onder de Nederlanders, maar ook onder de Antillianen. Naar aanleiding daarvan het volgende.

Curaçao op Koningsdag 2014. Foto © Michiel van Kempen

Hier op de Antillen maken we nog steeds de gevolgen mee van die geschiedenis. Ik ben, zoals je weet een ‘blanke’ Curaçaoënaar, maar een DNA-test heeft uitgewezen dat ik, zoals velen van ons, Afrikaans bloed heb.

Ik zal je iets vertellen over de manier waarop we bij ons thuis de dienstmeisjes behandelden. Dan wordt het vanzelf duidelijk hoe bij ons de discriminatie werkt, bewust of onbewust.

We hebben een Curaçaose hulp. Hier spreekt men over het algemeen over ‘dienstmeisje’. Wij proberen die term te vermijden. We vermijden ook het Papiamentse ‘kriá’ voor ‘dienstmeisje’. We gebruiken ‘e señora ku ta traha serka nos’ (de mevrouw die bij ons werkt / FdH).

Zij heeft, tot een jaar of acht geleden, altijd in de keuken de warme maaltijd genuttigd. Maar sinds de laatste jaren hebben we haar gevraagd om bij ons aan tafel te eten.  Ze heeft overigens altijd hetzelfde als wij met de lunch gegeten.

Dit ‘met ons aan tafel eten’ gebeurt niet vaak bij de meeste huishoudens waar ze een hulp in de huishouding hebben. Dat is althans wat ik zie.

Dat ‘apart van ons eten’ is een vorm van discriminatie, vind ik, waar ook wij dus aan deden.

Ze kwam vroeger met het openbaar vervoer naar ons toe en ging op die manier ook naar huis. Een hele moeizame rit, waar we ons nooit bewust van waren. Dat gebeurde vier keer per week. Sinds enkele jaren halen wij haar ‘s morgens thuis op en brengen haar om half drie weer naar huis.

We proberen nooit te discrimineren. Maar er zijn gevallen waarin ook wij dat doen. Alleen hebben we dat (nog) niet in de gaten.

Oh, for your information, ik ben er zo’n vijf jaar geleden achter gekomen dat mijn overgrootmoeder van moederskant als slavin was geboren.

Dat was ons nooit eerder verteld. Onze generatie weet het nu via de familiegeschiedenis waar een neef van me zich in verdiept

Wat dat met me doet? Hoegenaamd niets. Het heeft niets aan mij veranderd. Ook niet toen een DNA-test van me uitwees dat ik 15 procent Afrikaans bloed heb.

Tot zover een paar dingen die ikzelf heb meegemaakt. Maak je geen illusies. Hier op de Antillen vind je net zoveel discriminatie als bij jullie. Bovenstaande zijn maar kleine voorbeelden hiervan.

Kwida kurpa

Paul

1 comment to “Discriminatie op Curaçao”

  • Als je schrijft, “We proberen [onze dienstmeid] nooit te discrimineren. Maar er zijn gevallen waarin ook wij dat doen. Alleen hebben we dat (nog) niet in de gaten,” dan komt het over alsof je het jezelf onbewust toestaat je Zwarte dienstmeid te discrimineren als ze niet snel genoeg met het dienblad klaarstaat. Maar ik zie de moeite die gedaan wordt om een vastgeroeste visie uit een post-slavernijperiode los te laten.

    Maar ik heb eerlijk gezegd meer respect voor het verhaal van een Nederlandse Curaçaoënaar uit het vroegere Julianadorp op Curaçao, die mij eerlijk vertelde over het racisme en het superioriteitsgevoel waarmee hij was opgevoed. Het was daar puur Hollands, geen gemende relaties en geen kleurlingen in de teint. Ik kende de verhalen, maar dan vanuit de Zwarte kant. Voor wie het niet weet, Julianadorp was de vroegere ‘whites only’-hekwerkwijk voor Shellmedewerkers op Curaçao. De Zwarte locals mochten daar alleen in met een pasje.

    Je kan zeggen wat je wilt, maar het is duidelijk. Ik zat tegenover iemand die eerlijk bekende dat hij racistische beelden had over Zwarte mensen zoals ik, en tegelijkertijd ook toegaf dat het bijna een onmogelijke opgave was om het uit zijn systeem te krijgen. Het was een eerlijke, niet geveinsde worsteling.

    Paul Wanga plaats ik op één lijn met de Nederlander van Julianadorp, alleen denk ik dat onze Julianadorper een betere kans op genezing heeft. Een kaasschaafmethode voor antiracisme bestaat niet.

    Wat de ‘bekende’ Curaçaose socioloog Cyrill Wanga betreft, hij heeft een vrij sterke mening over de zorgeloze blije negers op zijn eiland. Het dedain spat ervan af. Gelukkig ken ik ook Zwarte Curaçaoënaars die goed opgeleid zijn en die niet vallen onder zijn racistische stereotyperingen.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter