blog | werkgroep caraïbische letteren

Dierenrechten

Van de Redactie

De literaire pagina van vandaag [11 maart 2017] heeft voor een groot deel de natuur als onderwerp. Zijn we op de goede weg wat natuurbeheer betreft, als we kijken naar alle protesten tegen de zandafgravingen op Braamspunt? Onze jonge recensent Brenda Soetosenojo heeft genoten van de drie boekjes die Katia Debusschere-Delvoye samen met Brigitte Küchler in 2012 (Dieren), 2014 (Planten) en 2016 (mijn Omgeving) maakte met en voor de kinderen van Kwamalasamutu en de andere inheemse dorpen in het zuiden, maar ook voor alle kinderen en volwassenen elders. De inmiddels wereldberoemde ‘moeder’ van de Surinaamse luiaards-in-de-verdrukking, Monique Pool, bespreekt het filosofische boek Dierenrechten, een boeiend verslag.

Bij deze natuurpagina past wonderwel het Open Boek waarin de alom bekende oud-ranger, natuur- en cultureel erfgoed-beschermer Harrold Sijlbing door Chandra van Binnendijk aan de tand wordt gevoeld over zijn leesgedrag.

Tenslotte is er een ingezonden stuk: een rectificatie van de schrijfster Karin Sitalsing van de bespreking op 11 februari van haar boek Boeroes door Walter Lotens.    


Junior Park Ranger of Sipaliwini Suriname

Onder deze titel zijn er drie prachtige boekjes verschenen, in eerste instantie geschreven voor en met de Trio en Wayana kinderen in het zuiden van ons land, maar eigenlijk voor iedereen in ons groene land die begaan is met de natuur en het milieu, waarin we leven. We maken in het buitenland wel reclame voor Suriname als groenste land ter wereld om toeristen te trekken, maar diezelfde toeristen schrikken als ze zien hoe weinig veel  Surinamers geven om natuur en milieu, er zelfs bang voor zijn.

Met onze kondreman in het binnenland is dat anders (al zijn de goudzoekers daarop helaas een uitzondering). Zij weten uit ervaring en intuïtief/spiritueel, hoe afhankelijk wij mensen zijn van de natuur, hoe wij er onderdeel van zijn. De beroemde bomenkenner Frits van Troon zegt het zo mooi in de documentaire die over hem werd gemaakt: ‘Zonder plant ga je niet leven’.

Rangers kennen het bos goed. Zij zijn meer dan een boswachter, zij letten erop dat dieren en planten die beschermd zijn, niet stiekem verdwijnen, schrijven regelmatig de stand van bomen en beesten in hun gebied op, geven voorlichting aan volwassenen en lessen op scholen. Eigenlijk zijn zij ook een soort bospolitie, want ze mogen mensen beboeten die zomaar bomen omhakken, op dieren schieten of een vuurtje maken. Het Wereldnatuurfonds heeft in verschillende landen zelf zo’n club voor jongeren die leren en meehelpen om te natuur te beschermen.  Een junior park ranger is ook Siofan uit het fictieve dorp Si-kwa-tep-ape, een tienjarig jongetje met een Wayana-vader en een Trio-moeder. Hij is de hoofdpersoon in het derde, het gele boekje van de serie, die verder bestaat uit een rood en een groen boekje. Het rode boekje gaat over Dieren, het groene over Planten en het gele over mijn Omgeving. In elk boekje vinden we woorden in het Wayana, Trio en Nederlands en bij planten- en dierennamen ook nog eens de wetenschappelijke, Latijnse naam. Verder staan er in elk boekje puzzels, sommen, werkjes, spelletjes….

Brenda (13 jaar)  heeft alle drie boekjes gelezen. Het rode boekje is al verschenen in 2012. Ze zegt ervan: ‘Dit boek is voor alle kinderen (ongeacht leeftijd). Het leert je over Dieren die in ons binnenland leven. Ook hun leefwijze en -gebieden en voedingsgewoonten worden besproken. Kortom een aanrader voor alle kinderen.’ Inderdaad gaat het over dieren die in de omgeving van Sipaliwini, Kwamalasamutu, Tepu en Apetina leven. De dieren hebben van de bevlogen schrijfster Katia Delvoye en de vormgeefster Brigitte Küchler een paspoort gekregen, waarin een foto en allerlei kenmerken van het dier staan, net als een mensenpaspoort. Er wordt van alles verteld over de miereneter, jaguar, gonini, powisi, kaaiman, groene boa, okopipi en pireng: twee zoogdieren, twee vogels, twee reptielen, een amfibie en een vis. Ja, het gaat erom meer te leren over die diersoorten die elk schoolkind moet kennen. Het zijn de dieren uit de leefomgeving van de kinderen in het zuiden van ons land, het binnenland. Dat is belangrijk, daardoor kunnen kinderen veel beter de diersoorten onthouden. In de schoolboekjes staan vaak dieren uit de omgeving van stads- en districtskinderen genoemd, die lang niet altijd te zien zijn in het binnenland.  

Over het groene boekje dat in 2014 uitkwam, zegt Brenda: ‘Dit boek brengt je kennis bij over de Planten waarvan sommige bekend en andere weer onbekend zijn, ook de uitspraak van de naam. Alle achtergrond informatie over hun geneeskrachtige werking wordt omschreven.  Ook de insecten komen aan de orde.’ Ja, met het Tropische Regenwoud en de term Biodiversiteit scoren we tot ver over de grenzen, maar zijn we er echt zuinig op?? De schrijfster noemt het onze Schatkist en dat beseffen de mensen in het binnenland maar al te goed. Zij gebruiken voor hun dagelijks leven zoveel bosproducten: hout om hun huizen en boten te bouwen, materiaal voor vlechtwerk (dakbedekking, cassavepers, draagmanden), voedingsmiddelen, medicijnen, sieraden, verfstoffen en zelfs muziekinstrumenten. Die Schatkist wordt wereldwijd momenteel geplunderd. Per jaar verdwijnt er zoveel hectare bos als heel Suriname groot is! Dat heeft onomkeerbare gevolgen voor ons leefmilieu, niet alleen in Suriname, over de hele wereld. Het boekje heeft een uitklapbare pagina waardoor je alle lagen van een hele boom met alle bladeren, vruchten, dieren, van onder op de bodem tot hoog in de top kan zien. Fantastisch mooi! Van de Walaba boom krijgen we op elke pagina een stadium te zien van zaad tot vrucht en sekrepatu houdt op elke pagina de boel in de gaten, zittend, schommelend, snoepend, werkend op zijn sekrepatu-trapu. Je raakt niet uitgekeken in dit groene boekje.

Het gele boekje met mijn Omgeving als onderwerp verscheen vorig jaar, 2016. We laten Brenda weer even aan het woord: ‘Hier wordt onze woonomgeving besproken. Hoe we wonen en wat er allemaal in onze leefgemeenschap plaatsvindt, ons milieu, dat we goed moeten behandelen. Wat ook interessant is, zijn de tijdverschillen tussen de verschillende werelddelen. Het leert ons ook waarom er tijdverschillen zijn en hoe daarmee om te gaan.’

Eigenlijk begint dit boekje op z’n inheems: met het heelal, het grote geheel waarvan wij deel uitmaken op dat piepkleine bolletje, die blauwe planeet die aarde heet. Vliegt Sofian, als echte astronaut met een raket vanuit het heelal naar de aarde?  Het inheemse verhaal over het sterrenbeeld Orion komt voorbij. Als je je de zon voorstelt als een voerbal, op hoeveel stappen liggen de planeten, waaronder de aarde, dan. En er is een ezelsbruggetje om de volgorde en namen van de planeten te onthouden: Zal Michel Van Apetina Met Juf Susan Uitvaren Naar Paramaribo? De maanstanden worden behandeld en de Werelddelen, evenals de regenboog, de noordoostpassaat en de dampkring. Er wordt gesproken over Bodem, Water en Lucht die alle drie van levensbelang zijn voor ons voortbestaan. Hoe gaan we daarmee om? Wij mensen vervuilen onze omgeving met ernstige gevolgen. Sofian wordt er verdrietig van. Met hem gaan we dan maar een spel spelen, waarbij we reizen van Nickerie via alle districten naar de hoogste berg van Suriname.

De kinderen van Sikwatepape hebben honderden tekeningen gemaakt voor de boekjes. Ik denk dat hun groene kleurtjes, krijtjes, stiften als eerste op waren, want groen is de kleur die overheerst met als goede tweede blauw voor het water van de rivier. Sofian geeft als voorzitter van de Junior Parkranger Club van Sikwatepape aan alle kinderen een Diploma op de laatste pagina van het gele boekje!

Tenslotte nog even Brenda’s conclusie: ‘Deze boeken zijn leerrijk en informatief. Het is echt een verrijking  van je kennis over ons geliefd Suriname!’ Misschien wordt Brenda ook wel een ranger….

[Christine F. Samsom]

Katia Debusschere-Delvoye: Junior park ranger of Sipaliwini Suriname. Uitgever: Amazon Conservation Team, 2012, 2014, 2016. Vormgeving Brigitte Küchler. ISBN 978-99914-7-303-1 (Dieren), ISBN 978-99914-7-305-5 (Planten), ISBN 978-99914-7-304-8.


Dierenrechten

In de serie Elementaire Deeltjes van de Amsterdam University Press is eind 2016 een boekje verschenen van de hand van Dirk-Jan Verdonk, nummer 43 in de serie. Het is een handig klein boekje met een mooi font en een rustig bladbeeld wat het prettig maakt om te lezen. Verdonk studeerde vergelijkende kunstwetenschappen en schreef als promovendus ‘Het dierloze gerecht’. Dirk-Jan Verdonk is Hoofd Programma’s van World Animal Protection Nederland en is tevens voorzitter van de Dierencoalitie.

Hoewel het een handzaam boekje is en uitnodigt om te lezen is het onderwerp niet altijd even gemakkelijk om door te komen. Vooral het hoofdstuk over dieren in de filosofie vereist de nodige voorkennis van de lezer voor een juist begrip van wat de auteur ons voorschotelt. Verdonk behandelt het onderwerp dierenrechten op een systematische wijze, waarbij hij na de inleiding ons meeneemt op een tocht van het gebruik van dieren, naar dieren in de religie, dieren in de filosofie, dieren in de wetenschap, dieren beschermen naar dieren in wetten en beleid. Hij sluit zijn relaas af met een hoofdstukje over de toekomst van dierenrechten. Achterin het boekje is er een lijst per hoofdstuk voor de lezer die zich verder wil verdiepen in het onderwerp. Ook is er een index opgenomen.

In het eerste hoofdstuk dat gaat over het gebruik van dieren word je als lezer uitgedaagd door de schrijver om alle dieren(producten) die je tegenkomt vanaf het moment dat je opstaat op te sommen. Dat lijstje kan best confronterend zijn, zelfs voor iemand die denkt dat die (dier)bewust eet. En ik kijk nu wel degelijk anders aan tegen een glaasje appelsap, waarvoor gelatine gewonnen uit vissenkadavers is gebruikt, om het zo een mooi helder drankje te maken. Dus vegetarisch eten, wil nog niet zeggen dat in jouw leven dieren(producten) geen belangrijk aandeel hebben. Producten gewonnen uit dieren komen voor in shampoo, brood, kleding en allerlei andere producten die wij dagelijks gebruiken. Verder legt Verdonk ook een duidelijke relatie tussen welvaart en vleesconsumptie, alhoewel dat zeker geen rechtlijnig verband is. Waar hij aantallen noemt van landbouwhuisdieren die liggen tussen de 65 en 70 miljard per jaar, gefokt voor consumptie, wordt het al snel dusdanig overweldigend dat het moeilijk te bevatten valt dat de biomassa van deze dieren die van de mens verre overschrijdt.

Hoewel dierenrechten er beter voorstonden in de vroege oudheid en in verschillende religieuze stromingen, bereikt met het gedachtegoed van de filosoof Descartes – het idee dat dieren geen gevoel hebben maar slechts automaten zijn die reageren op prikkels –  het denken over dieren een dieptepunt. Dat Verdonk een onverbeterlijke optimist is, blijkt uit het feit dat hij zegt, dat het daarna alleen maar beter kon gaan. Hij gaat verder uitgebreid in op alle aspecten van dieren in ons leven, zoals in de wetenschap, in wetten en beleid en de bescherming van dieren door de jaren heen. Om op het punt te belanden waar we vandaag de dag zijn beland, een maatschappij waar het geïndustrialiseerde dier nog steeds niet optimaal is beschermd, maar waar wel de bewijslast over het negatief effect op het welzijn van een dier dat wordt mishandeld niet langer ligt bij degene die aangifte doet. Het is nu algemeen geaccepteerd dat schoppen, slaan en andere vormen van dierenmishandeling het welzijn van het dier aantasten.

Met onderzoek en meer en meer bewijs dat dieren intelligent zijn, kunnen voelen, kunnen anticiperen op pijn en vaak een rijk sociaal leven hebben, lijkt het erop, dat dierenrechten langzaam maar zeker in de wetgeving van westerse en niet-westerse landen hun ingang vinden. Luxemburg kan daarbij als meest vooruitstrevend worden gezien, waarbij de regering in haar toelichting aangeeft dat dieren ‘als begaafde, niet-menselijke levende wezens met gevoel en houders van bepaalde rechten’ worden erkend. Suriname is net op het pad gekomen om de rechten van dieren te beschermen bij wet, echter, het boekje van Verdonk maakt duidelijk dat er nog veel meer is dat wij als burgers en wetgevers van dit land kunnen doen om ervoor te zorgen dat de rechten van dieren op de juiste wijze worden opgenomen in de wet en regelgeving van ons land. Wat mij betreft is dit boekje een absolute aanrader voor een ieder die zich bezighoudt met het verbeteren van de status van dieren in Suriname.

[Monique Pool]

Dirk-Jan Verdonk: Dierenrechten. Uitgever Amsterdam University Press, 2016. ISBN: 978-94629-8-129-4

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter