blog | werkgroep caraïbische letteren

Dieren in de klassieke en moderne wereldliteratuur

door Jerry Dewnarain

Verhalen over dieren zijn heel oud. De oude Germanen kennen al verhalen waarin dieren de hoofdrol spelen. En lang voor het begin van de christelijke jaartelling zijn er in India reeds fabels in omloop. Dat zijn korte dierenverhalen met een duidelijke moraal. Dit genre is via Griekenland en het Romeinse Rijk naar West-Europa gekomen. De bekende verzameling fabels van de Griekse dichter Aesopus (6de eeuw v. Chr.) wordt in het Latijn vertaald. In de 13de eeuw verschijnt een aantal fabels van Aesopus in het Middelnederlands onder de titel ‘Esopet’. Naast de fabel komen in West-Europa uitgebreidere dierenverhalen voor, die worden opgeschreven in Latijn en de volkstaal. Ze zijn minder moraliserend en vooral satirisch. Doorheen de eeuwen gebruikte men dieren om op bedekte wijze kritiek te leveren wanneer dat niet openlijk kon. Denk maar aan onze anansitori die op het achtererf van de masra door slaven verteld werden en waarin vaak flink de spot gedreven werd met de masra. Hierna volgt slechts een greep uit de vele voorbeelden in de wereldliteratuur waarbij dieren een belangrijke rol spelen.
In Frankrijk ontstaat een hele reeks dierenverhalen met de vos als hoofdpersoon. Samen vormen deze verhalen uiteindelijk de Roman de Renart. Een van deze verhalen, ‘Le Plaid’ (Het Pleidooi), levert stof voor misschien wel het populairste epische gedicht van de middeleeuwse Vlaamstalige letterkunde, Van den Vos Reinaerde. Reinaert lijkt op Anansi: hij is werkelijk iedereen te slim af. Middels Reinaert wilde de schrijver Willem laten zien dat de maatschappij doortrokken is van ‘Reinaerden’. Zijn streken kon men iedere dag tegenkomen. Anansi is met de slaven meegekomen uit Afrika, waar hij een soort godheid was. Dat verandert snel onder de slavernij. Met zijn streken gaat Anansi het verzet tegen alles wat autoriteit heeft, personifiëren. En dat doet hij nog steeds! Hij heeft de slavernij overleefd en is nog steeds een populaire verhaalfiguur.
Een ander voorbeeld van een fabeldier is de Centaur. Deze komt uit de Griekse mythologie en is half mens, half paard. De benaming is voluit ‘hippocentaurus’ (paardmens). Men stelt zich de Centaur voor als een paard met een menselijk bovenlijf. Centauren worden meestal afgeschilderd als brute, beestachtige wezens met als wapen pijl en boog of een knuppel. Het laatste  wapen benadrukt zijn wilde karakter.
In de hindoeïstische mythologie is er ook zo’n half mens, half dier: Garuda of Garoeda (mythisch wezen, half mens, half adelaar). Thailand en Indonesië hebben Garuda zelfs als nationaal symbool. Een duidelijk voorbeeld van hoe culturen van verschillende volken elkaar beïnvloeden. Garuda is ook een god of bovennatuurlijk wezen in boeddhisme en hindoeïsme. Hij is het rijdier van de hindoegod Vishnu, en daarnaast de aartsvijand van slangen. Dit trekje heeft hij overgenomen van zijn moeder, die ooit ruzie had met een andere bijvrouw en haar meerdere, Kadru, de moeder aller slangen. De gloed van Garuda is oogverblindend waardoor de goden ten onrechte dachten dat hij Agni was, de vuurgod, en hem aanbaden. Garoeda wordt afgebeeld als een wezen met kop, bek, vleugels en staart van een arend.In de literatuur van de laatste eeuwen zijn dieren enorm populair. Een voorbeeld is ‘Moby-Dick’ (1851) van Herman Melville. Mobi-Dick is genoemd naar een ongewoon grote en agressieve witte potvis die een centrale rol speelt. Deze potvis zou zoveel rampen hebben veroorzaakt voor de walvisvaarders dat het dier uitgroeide tot een mythe. Het boek maakt gebruik van gestileerde taal, humor, metaforen en symboliek om meerdere thema’s aan te snijden, zoals sociale

Een wit konijn met horloge; een rups met waterpijp; een baby die in een biggetje verandert en een kat die altijd grijnst; een theedrinkende haas; een soepschildpad en een griffioen die de kreeftenquadrille dansen – er is geen roman (en geen kinderboek) waarin zoveel dieren een rol spelen als in Alice in Wonderland (1865/1871) van Lewis Carroll. De wereld waarin Alice verzeild raakt, spot met alle normen, waarden, wetten en regels van het dagelijks leven. De zevenjarige Alice volgt – in haar droom – Wit Konijn door een gat in de grond, om na een lange val terecht te komen in een vreemde wereld waar eetbare paddenstoelen vreemde effecten hebben, poezen kunnen praten, bloemen levend worden, cricket wordt gespeeld met egels en flamingo’s, enzovoort. Haar avonturen worden door Carroll verteld met veel gevoel voor woordspelingen, grappige omdraaiingen en vlotte gesprekken.
Ook in Alleen op de wereld van Hector Malot (1830-1907) spelen dieren een rol. Het gaat over de vondeling Rémi die na veel omzwervingen zijn echte moeder vindt. De eerste acht jaren groeit hij op bij zijn pleegmoeder Barberin. Dan wordt hij verkocht aan een straatmuzikant, Vitalis, die met een groepje dieren door het land trekt: het aapje Joli-Coeur en de drie honden Capi, Zerbino en Dolce. Wanneer Rémi’s kameraad Joli-Coeur sterft aan longontsteking en Vitalis spoedig daarna volgt, trekt hij alleen met zijn hond Capi de wereld rond. Na veel ontberingen ontdekt hij het geheim van zijn afkomst.En dan het fascinerende jeugdboek Nils Holgerssons wonderbare reis (1906) van de Zweedse Selma Lagerlöf (1858-1940) waarvoor ze in 1909 de Nobelprijs kreeg. Ik denk dat velen dit prachtige boek kennen over de ondeugende, pesterige jongen Nils die betoverd wordt door een kabouter en op de rug van de jonge gans Márti temidden van een zwerm ganzen een reis over heel Zweden maakt naar Lapland, een reis vol spannende avonturen en vooral wijze lessen.

Van veel recenter datum is het boek Animal Farm (1945) van de Britse schrijver/journalist George Orwell. Het satirische verhaal gaat over een groep dieren die er genoeg van hebben als slaven van de mensheid te leven, en die de macht in eigen handen nemen. Het loopt uiteindelijk – anders dan de meeste dieren verwachtten – uit op een tirannie. Met Animal Farm bekritiseert Orwell het totalitaire politieke systeem van de Sovjet-Unie na de oktoberrevolutie. Na een revolte op een boerderij, waarbij de mensen verjaagd worden, nemen de varkens, die de doctrine van animalisme hebben ontwikkeld en de revolutie hebben geleid, geleidelijk aan de touwtjes in handen op het bedrijf. Twee varkens, Napoleon en Sneeuwbal, raken verwikkeld in een machtsstrijd die in de uitwijzing van Sneeuwbal culmineert. Het leven op het landbouwbedrijf wordt harder en harder voor de rest van de dieren. De varkens leggen steeds meer controles aan hen op terwijl ze voor zichzelf voorrechten opeisen. Uiteindelijk is alles wat van de ‘Principes van Animalisme’ overblijft de regel dat ‘alle dieren gelijk zijn, maar sommige meer gelijk dan andere’. Elke stap in deze ontwikkeling wordt gerechtvaardigd middels propaganda. Met een groep wrede honden als stok achter de deur, drukt Napoleon zijn zin door en zorgt hij voor een luxe leven voor zichzelf. De varkens gaan op twee benen lopen. In de laatste scène bekijken de dieren de varkens en mensen, maar kunnen geen verschil meer zien. Een boek over dieren dat tot op de huidige dag niet veel aan actualiteit heeft verloren!Al met al, dieren vervullen een belangrijke rol in het leven van de mens. Zij zijn door de eeuwen heen beschreven in de literatuur. Daarin zien wij dat aan dieren verschillende functies en symbolische betekenissen worden toegekend. In het oude India was de aap een heilig dier, het symbool van kracht, trouw en opoffering. Ook in China werden de apen met veel eerbetoon omringd. In de christelijke iconografie is de betekenis van de aap zeer negatief, als karikatuur van de mens en symbool van de ondeugden ijdelheid (met een spiegel in de hand), begeerte en onkuisheid. Het symbool van de adelaar wordt veel gebruikt op wapens en vlaggen. De adelaar heeft verschillende symbolische betekenissen. De belangrijkste is koning der vogels als symbool voor macht en overwinning. Dit symbool werd bijvoorbeeld gebruikt op vaandels van de Romeinen, maar ook de oude Egyptenaren, Azteken en andere inheemse volken gebruikten de adelaar daarvoor. Ook in Surinaamse ingi-verhalen vervult hij die rol.

In de westerse samenleving staat de hond symbool voor trouw en opoffering. Bij de oude Grieken werd de hond gezien als een magisch dier met macht over leven en dood. In Egypte werden honden naast hun meesters begraven om hen te begeleiden naar de volgende wereld. De Romeinen en Grieken gebruikten de term hond ook als een denigrerende benaming en tegenwoordig zijn hond en teef nog steeds beledigende woorden. Dieren blijven de mens eeuwig intrigeren.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter