blog | werkgroep caraïbische letteren

Diana Tjin: ‘De eerste 25 jaar wilde niemand mijn werk uitgeven’

Voor schrijfster Diana Tjin is het natuurlijk om over onderbelichte onderwerpen uit de Nederlands-Surinaamse geschiedenis te schrijven, zo ook in haar derde roman: De catalograaf.

Diana Tjin. Foto: Jet Budelman/Werkgroep Caraïbische Letteren

door Dianne Bleeker

De catalograaf gaat over Edgar, die decennialang als catalograaf werkt (verzamelingen in kaart brengen om ze in een catalogus op te kunnen nemen) bij de universiteitsbibliotheek en nu met pensioen gaat. Daar heeft hij geen zin in.

Sterker, deze man van rust, regels en regelmaat ziet de oneindige hoeveelheid vrije tijd met angst tegemoet: te veel tijd om na te denken over het huwelijk van zijn ouders, over zijn afkomst en identiteit, over de mensen die hij kwijt is geraakt, de liefdes die niet tot bloei kwamen. Als hij van een verzamelaar het aanbod krijgt opnieuw aan de slag te gaan, zet dat zijn leven op zijn kop.

U bent werkzaam als catalograaf en dat wereldje legt u bloot in uw nieuwe roman. Is het moeilijk om zo’n beroep begrijpelijk te maken?

“Nee, het is de bedoeling om in zo eenvoudig mogelijk taalgebruik te schrijven en dan heb ik het niet over jip-en-janneketaal. Het is de bedoeling dat mensen iets voelen bij het verhaal en zichzelf niet verliezen in ellenlange constructies. Ik probeer dan ook zo prettig mogelijk te schrijven.”

Lees hier het hele interview in Het Parool, 27 juli 2020

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter