blog | werkgroep caraïbische letteren

Diana Lebacs – De Planter

(Opgedragen aan Frank Martinus Arion)

Hij liep rond in het onbewerkte land
en plantte woorden
een voor een in de rulle aarde.
De planter,
kwiek ter been.

Hij hield de wacht tussen de
dromende zaden
met een zorg zo wijd als de hemel,
en wachtte.
De planter,
totdat het allemaal begon.

Hij boog zich over de ranke plantjes
die struiken werden
en stronken van bomen,
met een glimlach warmer dan de zon.
De planter,
omdat het eindelijk begon!

De bomen droegen vruchten
en de struiken bloemen
als boeken zo zwaar.
Toen bouwde hij een school van klinkende zinnen,
de planter.
Hij was nog niet klaar.

De tijd die niets en niemand ontziet,
haast had en niet kon wachten,
sloeg toe,
onverbiddelijk.

De planter keerde naar binnen,
buigzaam als de benta boog,
strak als haar tokkelende snaar.
En toch was hij
zo moe ineens, zo moe.

Hij verpoost zich nu in zijn landschap
van woorden, zinnen, verzen en teksten,
gevangen in een glijden van komen en gaan.

Deze planter van formaat

met een liefde groter dan zijn land
blijft voortbestaan!

 

Curaçao. Foto © Carel de Haseth

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter