blog | werkgroep caraïbische letteren

Debuutroman Eric de Brabander vertaald naar Papiamentu

Het hiernamaals van Doña Lisa is de debuutroman uit 2009 van Eric de Brander. Lucille Berry-Haseth maakte er nu een vertaling van in het Papiamentu: E bida infinito di Doña Lisa.

door Quito Nicolaas

Het is alweer de zoveelste Antilliaanse roman die gaat over de gebeurtenissen rondom 30 mei 1969. In 1970 publiceerde Edward de Jongh zijn historische roman E dia di mas historiko  in het Papiamentu. Ook andere auteurs hebben mei 69 als verhaalstof gebruikt. Maar in de versie van Eric de Brabander hebben de gebeurtenissen van mei 1969 meer als décor gediend. Vanuit de zijlijn wordt er nu gekeken naar deze dag, die een omwenteling teweeg bracht in de culturele identiteit en emancipatie van het Curaçoase volk. Op het eerste gezicht lijkt het alsof de roman bedoeld is voor liefhebbers van de koopvaardij, maar dan kom je bedrogen uit. Een thrillerelement maakt het boek avontuurlijk en spannend.

Thema van de roman is de vriendschap tussen de drie buurtjongens en de gecalculeerde liefdesverhouding van een vrouw die meent er beter van te worden. In elke vriendschap heb je van nature een zekere spanning, die zich uit in een meningsverschil, jaloezie en soms in een woordenwisseling. Het verhaal krijgt in het tweede deel van de roman een zekere wending, als de schrijver historische elementen weet op te voeren.  Dan krijgt de setting in Venezuela meer cachet.

Personages

De vriendschap tussen de tandarts Edward Raven, bijgenaamd Boyo, de visser Kai en JonJon die in een rolstoel zich voortbeweegt is voor altijd. Dit ondanks dat Boyo als enige uit de wijk naar het buitenland vertrok, terwijl de achterblijvers qua maatschappelijke positie niet verder zijn gekomen. Het verhaal laat zo zien dat de sociale afkomst geen rol hoeft te spelen in de intermenselijke verhoudingen. Uiteindelijk komt het toch tot een uitbarsting tussen de vrienden. Maar zoals in de Curaçaose cultuur geldt, wordt de haat-liefdeverhouding bedekt met een zwarte fluwelen mantel.

Perspectief

Het verhaal wordt vanuit het perspectief van Boyo verteld. Hierdoor raken de twee andere personages op de achtergrond en komen pas aan het eind van het verhaal in actie. Je verwacht dat het verhaal op een zeker moment via een flashback van de drie jeugdvrienden terugblikt op hun verleden. Dit had best gekund tijdens de urenlange bootreis naar Tucacas of gedurende hun terugreis naar Curaçao. Daarmee kon met de gebeurtenissen nog fris in het geheugen een contrast worden geschapen van het Curaçao van vroeger en dat aan de vooravond van 30 mei 1969. Daar waar het vooral gaat om de klasse- en etnische tegenstellingen en de verschuivingen daarbinnen, had je met het oog op recente gebeurtenissen iets meer verwacht.

Stijl                                                                                       

Het verhaal gaat in vertraagd tempo voorbij, gehakt in stukjes. Af en toe wordt het een beetje langdradig als het continu gaat over de mal, het bouwen van een nieuw peñero en minder over de menselijke verhoudingen. Met het opvoeren van het personage van Dieter en Lisa krijgt het verhaal een draai. In het laatste deel van de roman komen de drie voornaamste personages echt tot leven. Er is dan meer interactie tussen de personages, met name de tot zijn rolstoel veroordeelde JonJon die zich afvroeg wat zijn rol eigenlijk was onder die twee vrienden?

Conclusie

De indruk bestaat dat de prille liefde tussen Doña Lisa en Boyo een noodingreep is geweest om het verhaal wat smeuïger te maken. Via enkele filosofische verhandelingen krijgt de lezer een geraffineerd beeld van de Curaçaose maatschappij en samenleving.

Jammer dat opnieuw uitgerekend Edward Raven (Boyo) – evenals vroeger de passanten in de Antilliaanse literatuur – als betweter wordt neergezet. De afloop van het verhaal, waarbij zowel Kai en JonJon komen te overlijden is niet zo goed doordacht. Niettemin is het een roman geworden die zich voornamelijk buiten de grenzen van Curaçao afspeelt en nieuwe inzichten aandraagt over de relatie yu di Korsòu en migranten. Het is een teken dat de Antilliaanse literatuur niet langer beperkt blijft tot het veelvuldig beschrijven van de eigen omgeving.

Eric de Brander, E bida infinito di Doña Lisa. Tradukshon na Papiamentu Lucille Berry-Haseth. Haarlem: In de Knipscheer, 2020 [= 2021]. 274 pagina’s. ISBN 978-94-93214-15-6.


Lucille Berry-Haseth (Curaçao, 1937) is taaldeskundige van het Papiaments, met name in de semantiek van deze, haar moedertaal. Zij heeft zich tevens weten te onderscheiden als redacteur, dichter en vertaler (uit het Nederlands, Engels en Spaans naar het Papiaments). Zij heeft drie Papiamentstalige dichtbundels op haar naam staan, was nauw betrokken bij het onderzoek naar de geschiedenis van het literaire Papiaments, resulterend in de driedelige studie van Aart G. Broek Pa saka kara (1999), en neemt deel aan een omvangrijk project dat leidt tot de uitgave van een verklarend Papiaments woordenboek. Voor haar werk ontving zij in 2014 de Cola Debrotprijs.


Zie ook dit bericht over de roman.

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter