blog | werkgroep caraïbische letteren

De vitamine-C van Carmen Dragman

door Christine F. Samsom
Dat kunst en cultuur in ons onderwijs ‘ondergeschoven kinderen’ zijn, is een understatement. Ja, een tekeningetje hier, een liedje daar, knutselen met moederdag en kerst, dan hebben we het op veel scholen wel zo ongeveer gehad met de creativiteit. Dat je kunst kan integreren in het totale onderwijs en daarmee kinderen meer handvatten geeft om de leerstof beter te begrijpen en te onthouden, dat is iets totaal anders. Carmen Dragman is er heilig van overtuigd dat het die kant op moet. Daarom heeft ze zich, toen ze even ‘niets te doen had’, door het Minov voor een jaar laten uitlenen aan de voormalige dc van Coronie, Harrold Sijlbing, waaruit prachtige projectvoorstellen, verslagen én een boekje voor de jeugd van Coronie van tien jaar en ouder zijn voortgekomen.

Om dat boekje gaat het hier: een klein boekje, door Sijlbing in zijn voorwoord vergeleken met vitamine-C van creativiteit, over kunst en kunstnijverheid, klein, maar een kleinood, een juweeltje! Carmen, van huis uit beeldend kunstenaar met een onderwijsbevoegdheid in handvaardigheid en kunstgeschiedenis en een masters in behoud van monumenten en cultureel erfgoed (tja, wat doet onze regering met al deze deskundigheid???), kwam tot het schrijven op verzoek van een schoolleider in Coronie: ‘Er is een hoofdstuk in het taalboekje (oud) van de 6de klas over kunst, maar wij weten ons er geen raad mee, het is ver van de belevingswereld van onze kinderen’. Dus verzamelde Dragman allerhande informatie specifiek gericht op de in Coronie aanwezige kunst en kunstnijverheid en maakte er dit boekje van. Gesponsord door onder andere de ministeries van RO, Onderwijs en RGB en de Paradise Oil Company, een dochter van Staatsolie, kregen alle scholen in Coronie een stapel.

slory

Dichter Michael Slory, geboren in Totness, Coronie. Foto © Ruth San A Jong

Allereerst wordt het verschil tussen kunst en kunstnijverheid, nu ook vaak met het Engelse woord ‘craft’ aangeduid, besproken. Daarna komt kunstnijverheid aan de orde. Verschillende ‘crafts’ uit Coronie die met – hoe kan het ook anders – materiaal van de kokospalm gemaakt zijn, maar ook met ander materiaal uit de natuur, zijn met veel illustraties en uitleg te zien: hoeden, sieraden, tassen, matten, een houtsnijbank zelfs. Dan volgt eerst beeldende kunst: tekenkunst, schilderkunst (Lieveld, Creton) en beeldhouwkunst (Jhunri Udenhout), daarna bouwkunst (die prachtige monumenten zoals het gebouw van de dc), dichtkunst (de Coronianen Sombra en Slory ontbreken niet) en podiumkunsten (ballet). Op vrijwel elke pagina wordt de tekst geïllustreerd met foto’s van kunstwerken en kunstenaars. Zo zien de kinderen prachtige voorbeelden van schilderwerk op kokosbast of kalebas. Zelfs bodypainting (schminken, mehendi), komt aan bod. Speciale hoofdstukken worden gewijd aan een interview met Roddney Tjon Poen Gie die werkt met drijfhout van de parwaboom en aan Carifesta dat voor de gelegenheid door de dc van Coronie werd omgedoopt tot Cokofest, een jaarlijks terugkerend festival… hopelijk.

Ik mis wel één belangrijke kunstuiting in het boekje en dat verbaast me met een pokuman als dc. Wordt er in Coronie niet gezongen, hebben de kerken geen koren? Zijn er geen popgroepen/ kawinabands/ grootbazuin? Is reggae niet populair? Wist u dat Coronie zelfs een eigen volkslied heeft: ‘Coronie is een mooi district, dat moet een ieder weten’. Daarmee eindigt het boekje, met bij sommige coupletten een Sranan-spelling, waar Eddy van der Hilst hoge bloeddruk van krijgt, ‘ouwe’ spelling zullen we maar zeggen.

Carmen Dragman: Kunst en Kunstnijverheid. Een leesboekje speciaal voor de Coroniaanse schooljeugd vanaf 10 jaar. Zonder plaats en geen uitgever, 2013. Geen ISBN

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter