blog | werkgroep caraïbische letteren

De tragiek van een feestelijke prijsuitreiking

door Astrid H. Roemer

Onderweg vroeg ik aan mijn minnaar waarom hij dringend moest vliegen naar Scandinavië. Om de aankoop van twee duikboten af te ronden, zie hij zacht. Duikboten voor het Surinaamse leger om de kust thuis te bewaken. Moet ik aan denken ineens terwijl ik mijn broer telefonisch feliciteer met zijn verjaardag. Het is zondag 29 augustus 2021. Stralend weer in Paramaribo en voor mij een mogelijkheid om weer eens in familieverband verrukkelijk te eten en bij te praten.

Astrd H. Roemer bij de uitreiking van de P.C. Hooftprijs in 2017. Foto Hellen J. Gill

Een ochtenddroom remt mij. Een vrouw in een lang gewaad van zijde waarin schitterende kleurpatronen staat voor me. Ik zit op een rechte leunstoel voor een passpiegel eveneens gekleed in een dergelijk gewaad. Dan schuift een dame binnen met een brief in de hand. Slecht nieuws. Een overlijdensbericht voor Astrid. Voor mij?! Het is 29 augustus 2021, de verjaardag van mijn broer en het was 1935 toen op 29 augustus de wereld het tragische nieuws te verwerken kreeg van het verkeersongeval in Zwitserland waarbij Koningin Astrid van België op slag stierf. Haar naam heeft mijn moeder nooit losgelaten. Er werd verteld dat haar echtgenoot zo kapot was van verdriet dat hij hun kinderen verbood hun moeders naam uit te spreken. Straten, pleinen, boulevards, ziekenhuizen en alles van waarde kreeg van de Belgen de naam van hun Koningin Astrid. En in 1947 besloot mijn moeder haar eersteling Astrid te noemen. Mijn droom met prachtige dames brengt verschillende tijdperken samen. Ik huiver. Hoe wonderlijk zou moeder het hebben gevonden als ik uit handen van de kleinzoon van koningin Astrid van België de Prijs der Nederlandse letteren 2021 in het koninklijk paleis te Brussel in ontvangst zou mogen nemen? Moeder is in 2019 overleden. Zij heeft nog breed en diep kunnen meegenieten van de P. C. Hooftprijs die mij in  2017 feestelijk werd uitgereikt.

Recent heeft het bericht mij bereikt. Koning Filip van België zal mij niet ontvangen en er zal geen feestelijke uitreiking van de prijs zijn aan laureaat Astrid H. Roemer. In het openbaar heb ik verkondigd te weigeren mee te gaan met de menigte die D. D. Bouterse, ex-president van mijn geboorteland, moordenaar noemt en hem de verarming van Suriname compleet in de schoenen schuift. SINDS 2019 VERBLIJF IK in Paramaribo waar ik geboren ben.  Ik focus op wat verbeterd is sinds de Paramaribodecembermoorden1982.  Ik ben immers romanauteur en haal mijn inspiratie vooral ook uit de actuele geschiedenis van Suriname en Nederland. Ik wens niet te verzuipen in het langlopende decembermoordenstrafproces. Ik zoek naar patronen van groei en ontwikkeling. En die vind ik. De weggelopen slavernijarbeiders en de inheemsen hebben hun dorpen die eerst vluchtplaatsen waren diep in het Amazoneregenwoud grotendeels verlaten om hun heil te zoeken en te vinden  in de kuststad Paramaribo. Moeiteloos eisen zij op wat hen honderden jaren onthouden is. Achtergehouden stedelingen laten zich niet langer wijsmaken dat het hun historische afkomst is welke hen op achterstand blijft houden. De Nederlandse taal wordt zonder vrees door iedereen gebruikt met leenwoorden uit diverse andere moedertalen. Soms klinkt het belachelijk en buiten Suriname kun je er weinig mee. Maar ik noem dat emancipatie en de verarming die ik eveneens constateer is voor mij een bijproduct van een door militairen geforceerde dekolonisatie.

Astrid Roemer – fotograaf Raúl Neijhorst / Taalunie

Mijn minnaar Bill  werd reeds bij de eerste staatsgreep begin jaren 80 door de militairen afgezet als ambassadeur voor Suriname te Den Haag. Naar Suriname werd hij gedirigeerd. Zijn gedwongen vertrek heeft ons uit mekaar gedreven. Hij en ik liepen in 1976 na de ondertekening van het duikbotencontract hand in hand door een frisse Scandinavische stad. Wij zwegen. Voor hem en mij was de aankoop van militaire duikboten om onze kustlijn te bewaken een misplaatste grap betreffende een nieuwgevormd leger dat mogelijk een bloedbad zou kunnen aanrichten onder de eigen bevolking. Ooit, zei mijn minnaar wijs: Die jongens zijn opgeleid om te doden als het eropaan komt! Onmogelijk, dacht ik. Aan een tafeltje in de openlucht aten wij een potpourri van rauwe vis en glunderden van genot. En ja, het ergste is gebeurd. Mijn minnaar leeft niet meer. En ik probeer als oudere dame er het beste van te maken in Paramaribo.

Precies 85 jaren na het verschrikkelijke ongeval in Zwitserland werd mij onverwacht een mooie literatuurprijs toegekend. Ik wil deze waardevolle eer opdragen aan mijn recent overleden lieve moeder. Ik bereid mij niet meer voor op een mooi feest in een koninklijk paleis. Ik onderga Paramaribo. Ik beweerde iets over een legerleider en over de stand van zaken in mijn geboortestad. Er brak een mediarel uit. Ik voel hoe krachtig het verleden doorstoot en dat het heden kan worden vastgeschroefd. Koningin Astrid van België is al 85 jaar dood maar ik voel iets van rouw denkend ook aan het bloedbad van 1982 dichtbij de Surinamerivier. Kaarslicht steek ik aan om deze ongelukkigen te gedenken. En om mij bij mijn moeder te verontschuldigen: geen feestelijke uitreiking voor mij op 12 oktober op het paleis te Brussel bij Koning Filip. Maar de Prijs der Nederlandse Letteren 2021 blijft opgedragen aan onze moeder Heligonda Louise Cornelia Roemer. En zachtjes zing ik voor mijn lieve broer die een jaartje ouder is geworden: Lang Zal Hij Leven in de gloria!

Paramaribo, 29 augustus 2021

6 comments to “De tragiek van een feestelijke prijsuitreiking”

  • Wat zou het mooi geweest zijn als…

    Wat een boeiende reactie heeft Astrid Roemer geschreven op haar gemiste prijsuitreiking door koning Philip van België.
    Wat zou het mooi geweest zijn als haar moeder niet kort daarvoor was overleden en de toekenning van de prijs der Nederlandse Letteren aan haar dochter nog had meegemaakt. Ontroerend mooi zou het geweest zijn. Zeker als je de link begrijpt die haar naam Astrid heeft met het Belgisch koningshuis.
    Wat zou het mooi geweest zijn als de prijs uitgereikt was door de koning der Belgen aan de Surinaamse auteur.
    Wat zou het mooi geweest zijn als de schrijfster in haar kleurrijk lang gewaad van zijde naar het paleis in Brussel had kunnen afreizen.
    Wat zou het mooi geweest zijn als ze haar meelevend oordeel over een president met bloed aan zijn handen voor zichzelf had gehouden.
    Wat zou het mooi geweest zijn als de nabestaanden die dolksteek bespaard zou zijn gebleven.
    Wat zou het mooi geweest zijn als 8 december 1982 als onbeschreven blad de geschiedenis in was gegaan.
    Wat zou het mooi zijn geweest als de slachtoffers gewoon liefhebbende echtgenoot, vader en opa hadden mogen zijn in hun familiekring en hun krachten voor het jonge land Suriname in hadden mogen zetten. Ontroerend mooi.
    Dan was die dag in Brussel ontroerend mooi verlopen voor de Surinaamse Astrid die de prijs uit handen kreeg aangeboden door de kleinzoon van de koningin naar wie haar moeder haar had vernoemd.
    Helaas zo mocht het niet gaan, ontroerend verdrietig.

    Janny de Heer
    Auteur.

  • Astrid Roemer,
    Geniale vrouw, woordkunstenaar
    Geniale vrouw, ook een prachtmens met een mening
    Ja, met een mening, zoals een ieder daar recht op heeft
    Wonen in Suriname betekent ook… een eigen mening hebben
    Wat luguber:
    Iemand een prijs willen ontnemen omdat zij een mening heeft die jou niet zint….
    How dare you!!

    Astrid Roemer:
    JIJ zal wel voor eeuwig leven!!

  • @ Karin Refos / wat is er mis met het onthouden van een prijs aan iemand waarvan je meent dat de meningen die zij uit niet ‘prijzenswaardig’ zijn? Ze mag de mening uiten, ze wordt niet opgepakt, niet gevangen gezet, niet gemarteld, niet gedood. Ze heeft alle vrijheid om zich in het Koninkrijk der Nederlanden te uiten, maar of ze voor wat ze verdedigt (in casu de decembermoorden onder leiding van Desi Bouterse) een belangwekkende prijs moet krijgen, is zeer de vraag. Why wouldn’t one dare to?

  • Dank mevrouw Refos. Aart, jij maakt een kanjer denkfout. De prijs is mij niet toegekend voor het verkondigen van een mening maar voor een groot literair erfgoed…een oeuvre.

  • @ Astrid Roemer / Voor een onderbouwing van mijn ‘kanjer denkfout’ zie mijn beschouwing ‘Neem Astrid Roemer serieus en onthoud haar de Prijs der Nederlandse Letteren’, oorspronkelijk op de website Wynia’s Week, 1 sept. jl., ook hier op Caraibisch Uitzicht: https://werkgroepcaraibischeletteren.nl/neem-astrid-roemer-serieus/

  • Naar mijn mening had Roemer ook de prijs niet moeten krijgen. Dit, wegens intellectuele domheid.
    Laat ik eerst wat feiten noemen.
    Bouterse heeft ongetwijfeld Suriname en Surinamers veel schade toegebracht, en, behalve de 15 van Fort Zeelandia, de overige slachtoffers van die dag, het vier dozijn van Moiwana , ook door slecht beleid nog meer Surinamers het leven gekost. Hij is niet alleen aangeklaagd, hij is ook veroordeeld, dus hij IS de facto en de jure een moordenaar, niet indirect, zoals bij Putin, Bush, Bolsonaro, maar DIRECT. Geen mitsen en maren.

    Het getuigt van een immense stampvoetende, kinderlijkheid om Bouterse, alleen maar om effe lekker in de contramine te zijn, te prijzen als zelfbewustwording-middel voor de Surinaamse samenleving.
    Gezien de 55-60 moorden waar hij DIRECT voor verantwoordelijk is, en de vele tientallen miljoenen die hij gewoon gestolen heeft was die prijs we betaalt hebben als samenleving voor dit empowerment tooltje, tamelijk hoog. “Tamelijk” is hier een understatement.

    Om je dan verongelijkt, gelijk een pruilend kind, op te stellen, en, misselijkmakend de nabestaanden nog een trap na te geven door een gewetenloze moordenaar te verheerlijken als DIEF, is van een morele verwerpelijkheid die ongekend is. We zien het vaker, dit soort gedrag, van Maurice de Hond die het coronabeleid aanvalt, academische antivaxers, Russen die Putin stemmen vanwege “de stabiliteit”, Holocaust ontkenners en rabiaat rechts in Amerika dat Trump verheerlijkt, met hun politici die niet het morele fatsoen hebben om daar tegen in te gaan.

    En trouwens, met dat zelfbewuster worden van Suriname valt het wel mee, gezien Santohki’s recente bedel-reis naar Rutte-land.
    Welke rol Bouterse op dat vlak gespeeld heeft, we kunnen er zeker van zijn dat zulks een onbedoeld neveneffect was. Iets, waar ie handig gebruik van heeft gemaakt, om maar meer macht en geld te verkrijgen. Bouterse bedanken voor wat dekolonisatie effecten dan ook, is net zo bizar en immoreel als Hitler bedanken voor het ontstaan van Israël. Slechte mensen, moordenaars en dieven hebben soms onbedoelde positieve effecten. Maar om de dieven te gaan prijzen voor het ontstaan van sloten, lijkt me niet alleen overdreven, maar ook een tamelijk achterlijk.

    Oh ja, dat standbeeld? Betaal het lekker zelf. Je hebt € 40 doezoe aan BLOEDgeld, toch?

3 Trackbacks/Pings

Your response at Aart Broek

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter