blog | werkgroep caraïbische letteren

De toekomst van het koloniale verleden

De toenemende aandacht voor het koloniale en slavernijverleden is een goede ontwikkeling, schrijft Gert Oostindie. Er is wel meer nodig dan zelfgenoegzame gebaren.

prof. dr. Gert J. Oostindie - foto Aart G. Broek
de historicus en hoogleraar Gert J. Oostindie – foto Aart G. Broek

Er is in Nederland nog nooit zoveel aandacht geweest voor het koloniale verleden als nu. Vooral kritische aandacht. Er wordt wel gesproken van een ‘herontdekking’. Dat is de verkeerde metafoor, of althans een zeer eenzijdige. Ja, het koloniale verleden wordt door wit Nederland ‘ontdekt’. Maar het is natuurlijk nooit vergeten in de voormalige koloniën. En evenmin door de gemeenschappen van postkoloniale migranten in dit land, die de motor waren achter de herontdekking. Zíj zeiden ‘wij zijn hier omdat jullie daar waren’, zíj eisten erkenning.

[…]
Er is alle reden om te erkennen dat het kolonialisme in de grond niet deugde, geen inherente rechtvaardiging had en doordesemd was van racisme en geweld. Dat hardop uitspreken kán een zinvol gebaar zijn, net als excuses dat kúnnen zijn. Het lijkt mij belangrijk dat hierover in Nederland een debat wordt gevoerd. Maar daarbij wordt te weinig de vraag gesteld wat hierover dan de gedachten en mogelijk ook verwachtingen zijn in die zeer diverse verzameling landen die – ongewild – een koloniale geschiedenis met Nederland delen. Daar zou het gesprek toch ook over moeten gaan. Anders komt Nederland niet voorbij zelfgenoegzame gebaren van publieke ootmoed. Daar zitten Indonesië en Suriname niet op te wachten, de zes Caribische eilanden die nog steeds deel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden evenmin.

Lees de bewerking van het afscheidscollege op de NRC-website, 19 december 2021, eveneens in Antilliaans Dagblad, 20 december 2021; voor het college zie hier

on 19.12.2021 at 11:43
Tags: / /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter