blog | werkgroep caraïbische letteren

De relaties tussen Suriname en het Vaticaan

door Glenn Truideman

En onlangs mocht president Bouterse kennis maken met de paus die de vorige week in Brazilië was waar hij een deel van de Wereldjongerendagen bijwoonde. De relaties tussen Suriname en Het Vaticaan kunnen op twee niveaus worden bekeken. Het eerste niveau heeft meer te maken met de rooms-katholieke missie en de kerk in Suriname. Het andere niveau speelt zich af op het diplomatieke vlak.

De relatie tussen Suriname en de room-katholieke missie kent een heel lange geschiedenis. Die missie in Suriname is reeds in 1683 opgericht bij decreet van het centraal bestuur van de kerk in Rome. De Beknopte geschiedenis der katholieke missie in Suriname verhaalt over de vroege missie in Suriname. Een citaat uit een brief van Pater Wennekers (5 maart 1821):” (…): Ik heb gisteren den Directeur der plantage Toledo, waar ik die kinderen en de Creolen-mama gedoopt heb, gesproken. Toen ik hem naar Hanna, de Creolen-mama, vroeg, weidde hij sterk uit in den lof dier oude negerin, en zeide, dat hij zich niet genoeg over haar kon verwonderen ….. Tevoren moest zij schier elke week om leugentaal, dieverij, luiheid enz. geslagen worden. Eertijds ten uiterste onwillig en onbuigzaam, doet zij nu alles gedwee. Dit laatste had ik reeds van de eigenaar zelven en van diens deugdzame dochter gehoord.” Plantage Toledo was eigendom van een Rooms-Katholieke Ier, Richard O’Ferrall. Uiteraard dient dit stuk te worden gelezen in de tijdgeest van toen. De missie was mede gestoeld op de opdracht om “alle volkeren de Blijde Boodschap te brengen en alle mensen te dopen in Gods Naam”.

Ook in Suriname heeft de rk-kerk zich beziggehouden met de politiek. In vele landen speelt zij nog een actieve politieke rol. Dit heeft te maken met de sociale leer. Respect voor de menselijke waardigheid is het uitgangspunt. Die waardigheid moet beschermd worden, omdat ieder mens geschapen zou zijn naar het evenbeeld van God. Die sociale leer doet een beroep op alle mensen zich in te zetten voor een wereld waarin er respect is voor de menselijke waardigheid en waarin gestreefd wordt naar solidariteit en gerechtigheid. De christendemocratie (als politieke stroming) komt hieruit voort. In ons land werd de PSV als christendemocratische partij in 1946 opgericht door pater Weidmann en Coen Ooft. Hoewel de PSV nooit een grote partij is geweest, heeft ze vaker in coalitieverband deelgenomen aan regeringen in Suriname. De partijpolitiek zelf was dus geen aangelegenheid van de rooms-katholieke kerk.

Er zijn momenteel 178 staten die volledig diplomatieke betrekkingen onderhouden met de Heilige Stoel (Het Vaticaan, Rome). Behalve een bisdom in Suriname heeft de Heilige Stoel ook op landsniveau betrekkingen met Suriname. Ze wordt in Suriname vertegenwoordigd door aartsbisschop Nicola Girsoli. Hij is tevens nuntius, kerkelijke vertegenwoordiger die de rol van ambassadeur vervult. Dat is hij niet alleen voor Suriname, maar ook meerdere Caribische landen. En zo zal de Kerk ook haar mening hebben over internationale zaken. Een voorbeeld. In 2009 kwamen meer dan tweehonderd Afrikaanse rooms-katholieke bisschoppen bijeen. Ze riepen toen corrupte leiders op om op te stappen en berouw te tonen. Ze waren eigenlijk bijeen om zich te beraden over de bijdrage die de kerk zou kunnen leveren bij de bevordering van gerechtigheid en vrede in Afrika.

Ook de Surinaamse politiek heeft in het verleden met de nodige kritiek te maken gehad. Bij ons in Suriname vaardigde Desi Bouterse op 29 juni 1983 het Decreet B-10 uit. Daarin verbood hij ‘geschriften in te voeren, door te voeren, te verhandelen, te verspreiden, in bezit te hebben, in voorraad te hebben, te produceren of te reproduceren, welke naar het oordeel van het bevoegde gezag de openbare orde en rust of de nationale veiligheid ernstig kunnen verstoren’. Nu was er ene pater Martinus Noordermeer die tijdens de kerkdienst kritiek op Desi Bouterse geleverd had. Op 29 augustus 1985 verklaarde Bouterse op een vergadering van de 25-februari-beweging (Stanvaste), dat het Hof van Justitie had gelast om de verblijfsvergunning van pater M. Noordermeer in te trekken. In een nota aan de Nederlandse ambassade stond dat Noordermeer “in het openbaar en wel tijdens een eucharistieviering op 27 augustus bij een schriftlezing met een passage in de Bijbel ten aanhoren van meerdere kerkgangers bepaald ernstige uitlatingen had gedaan, die als beledigend voor het militair gezag worden aangemerkt”. In de nota herinnerde Bouterse eraan dat al eerder een pater was gearresteerd wegens belediging van het militair gezag maar dat toen “om opportunistische redenen” van strafvervolging was afgezien (in de zaak-Mulder).

Of neem nu het geval van de gewijzigde Amnestiewet. In de verklaring deden de Caribische bisschoppen een beroep op de Surinaamse rechtspraak dat er manieren worden gevonden om het strafproces tegen president Desi Bouterse en 24 anderen ongehinderd voortgang te doen vinden. De gewijzigde Amnestiewet zat hen niet lekker. Toen bisschop Wilhelmus de Bekker zich naar aanleiding van de Amnestiewet zich minder vleiend uitliet over de kiezers van de NDP, liet de NDP weten dat ze een brief gestuurd had naar paus Benedictus XVI. In de brief werd gevraagd om Bisschop De Bekker en pater Karel Choennie terug te roepen. De NDP heeft nooit een reactie van de paus gekregen. Overigens was ook niet de juiste diplomatieke weg bewandeld.

De diplomatieke betrekkingen tussen het Vaticaan zelf en Suriname zijn altijd hartelijk geweest. In 2009 bracht toenmalig president Venetiaan een historisch bezoek aan paus Benedictus XVI. Het is de eerste keer dat een Surinaams staatshoofd officieel is ontvangen in het Vaticaan. “Venetiaan en de paus spraken over Suriname en de wereld. Ook de relaties tussen de katholieke gemeenschap en de Surinaamse overheid kwam aan de orde.”

G.Truideman@hotmail.com

[uit de Ware Tijd, 03/08/2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter