blog | werkgroep caraïbische letteren

De promenade

door Nico Eigenhuis

De promenade is fysiek nog niet als zodanig echt zichtbaar in Paramaribo, maar in onderstaande beschrijving van een gang langs de Waterkant moet menig Surinamer en toerist zich kunnen vinden. Voor wie er voor het eerst is biedt het wellicht een aardig houvast voor een eerste kennismaking met deze historische plek.

De pier / De pier van hotel Torarica in de Surinamerivier kent een grote aantrekkingskracht op romantische stellen, en is een mooie plek om te mijmeren. Er kan vandaaruit over de rivier stroomafwaarts worden uitgekeken richting de zee, maar meestal blijft de blik stroomopwaarts hangen op de brug (in het Surinaams/Sranantongo broki). Deze brug verbindt sinds het begin van de 21-ste eeuw Oost-Suriname –links- met West-Suriname –rechts-. De brug is vernoemd de toenmalige president Jules Wijdenbosch die voor de bouw de broekriem in het land moest aanhalen. In de volksmond werd deze periode van schaarste dan ook aangeduid als ‘broodje brug’.

1

Bij het mijmeren past het om ook een verder te blikken dan het oog reikt. Wie het land een beetje kent weet dat de plantage-economie veel effect heeft gehad. De oorspronkelijke inheemse (indiaanse) bevolking is gedecimeerd, en voornamelijk te vinden aan de grenzen van het land. Aansluitend zijn de Marrons gevestigd, nakomelingen van gevluchte slaafgemaakten en naarmate je meer richting stad en kuststrook komt de latere contractanten, zoals de Javanen en Hindoestanen. In Paramaribo zelf is er inmiddels sprake van een vergevorderde smeltkroes van culturen.

Hotels en casino’s / Rond 1960 werd Hotel Torarica gebouwd, en in 2007 het naastgelegen Royal Torarica. De diverse hotels en casino’s geven aan dat het toerisme in het land toeneemt. Het tegenovergelegen plein bij cafe-restaurant het Vat vormt het lokale Leidseplein, in de zin dat de lokale bevolking en toeristen elkaar daar ontmoeten. Elders in de stad zij er nog veel meer hotels te vinden, en voor de toeristen zijn er diverse resorts. Om echt iets te beleven als toerist kun je naar de resorts in de binnenlanden en naar de voormalige plantages. Het toerisme in Suriname kan nog verder worden ontwikkeld door het bewust benoemen en doorontwikkelen van een aantal bewezen speerpunten, zoals Moengo art, Frederiksdorp, Anaula, Overbridge, Bigi Pan, naast de reeds bekende andere bestemmingen in het binnenland.

4

Bloemen en palmen / Na het passeren van de bloemenwinkels ga je over de Sommelsdijkse Kreek. De naamgever van Aerssen van Sommelsdijck overleefde de gewelddadige protesten van zijn manschappen in de 17e eeuw niet. Een soortgelijk lot kende in de 20ste eeuw bij Mariënburg opzichter Mavor. In zicht is de Palmentuin, die achter het voormalige gouvernementeel paleis is gevestigd. Het beeld van Baba en Mai als vader en moeder staat symbool voor de Hindoestaanse contractanten die in 1873 met de Lallah Rookh aankwamen in Suriname. Voor hen waren er al contractanten uit Nederland, Madeira, China, en na hen kwamen nog de Libanezen en Javanen. Het beeld Mama Sranan (Suriname) van Jozef Klas voor het kabinet van de president draagt symbolisch vijf kinderen, Inheems, Hindoestaans, Javaans, Chinees en Creools.

3

Fort / Op het terrein van Fort Zeelandia was als strategisch verdedigingswerk rond 1640 door de Fransen een houten fort aan de rivier werd gebouwd. Hierna werd dit door de Engelse Lord Willoughby overgenomen, en in 1667 door de Zeeuwen onder aanvoering van Abraham Crijnssen. Het fort is daarna in steen opgetrokken, naar alle waarschijnlijkheid voorzien van een slotgracht, en diende jarenlang als gevangenis en strafplaats. De gedachten aldaar gaan uit naar Marronleiders uit de slaventijd, zoals Asikan Sylvester, Boni en Tata Colin, en opstandigen aan het begon van de 20ste eeuw zoals als Killinger, Doedel en de Kom. In WO 2 zijn hier de vermeende NSB-ers van Poelje en Raedt van Oldenbarneveldt omgebracht, en van recenter datum zijn de slachtoffers van 8 december 1982.

In het Fort en de tegenover gelegen officierswoning is thans het Surinaams museum gehuisvest. Op het terrein van het fort is thans ook de kunstopleiding gevestigd, die is vernoemd naar de Nederlandse Nola Hatterman. Ook is er een beeld van muzikant Eddy Snijders, en het gebeeldhouwde logo I love Su.

Kopstukken / Bij en op het Onafhankelijkheidsplein zijn beelden te vinden van prominente Surinamers. Van staatsmannen Henck Arron, Johan ‘Jopie’ Pengel en Jaggernath Lachmon zijn elk biografieën verschenen waarin hun bijdragen zijn beschreven. De nationale dichter Henri de Ziel werd bekend onder het pseudoniem Trefossa. Hij debuteerde in het maandblad Foetoeboi (loopjongen) van de Sranantongo-voorvechter ‘Tata’ Julius Koenders met zijn gedicht Bro (adem) . Trefossa’s  gedichtenbundel Trotji  (aanhef) was volledig in het Sranan en kreeg navolging door dichters als Dobru en Slory. Trefossa bedacht het Sranan-woord Srefidensi als eigen aanduiding voor de Onafhankelijkheid. Over hem is een prachtige documentaire verschenen die is gemaakt door Ida Does. Voor de Nationale Assemblee staat de Surinaamse tekst van het volkslied dat in overleg met Trefossa werd geschreven.

5

 

Het Onafhankelijkheidsplein / Wie doorloopt naar de Nationale Assemblee kijkt uit over het Onafhankelijkheidsplein, het voormalige Oranjeplein. Op zondagmorgen zijn hier bij zonsopgang de zangvogelwedstrijden met de lokale twa twa’s en picolet’s die zoveel mogelijk ‘slagen’ moeten maken. Rechts van het plein loopt de Henck Arronstraat, vernoemd naar de man die in 1975 tekende voor de onafhankelijkheid van Suriname. Daarvoor heette het de Gravenstraat, afgeleid van the Lord’s road, de naam die het had in de tijd van Lord Willoughby. Op het plein zelf lag ooit zand, in die tijd oefende hier de bereden brigade, de zogenoemde Parderei. Kijkend naar het plein zie je op acht uur de historische Dixie Bar, die door militairen werd bezocht, op negen uur het beeld van Jaggernath Lachmon, op twaalf uur het beeld van Jopie Pengel, daar rechts achter het historische pand dat thans wordt gebruikt voor de First Lady, waar ooit de beruchte slaveneigenares Susanna du Plessis woonde. Op drie uur is er het Presidentieel paleis, voorheen het Gouvernementeel paleis.

WO II / Na de Nationale Assemblee is het monument te vinden voor de gevallen Surinaamse strijders in WO II, met als symbool Harry Frederik Voss. De Surinaamse bauxietwinning was in WO II zeer belangrijk voor de vliegtuigindustrie van de geallieerden, vandaar dat de Amerikanen er zo’n 2000 man legerden en vliegveld Zanderij aanlegden. Naast fort Zeelandia en tegenover restaurant Gadri is het beeld van koningin Wilhelmina te vinden. Haar blik is gericht op het wrak van de Duitse boot de Gosslar, die door de bemanning tot zinken is gebracht in de Surinamerivier. Gouverneur Kielstra creëerde tijdens de oorlog een drietal interneringskampen, één voor vermeende NSB-ers uit Oost-Indië te Jodensavanne, één bij Katwijk voor de lokale prostituees en één bij kopieweg voor Duitsers. Op kopieweg werden ook leden van de Surinaamse oppositie gevangen gezet, waaronder Wim Bosch Verschuur, Eddy Bruma en Otto Huiswoud. Suriname kende in die tijd ook een opvang voor uit Europa gevluchte joden. Er zijn op deze plek nog twee monumenten te vinden, een voor de Surinaamse Korea-gangers en één voor de gevallenen tijdens de binnenlandse oorlog in Suriname.

2

De stenen trap en de Waterkant / De stenen trap in de Surinamerivier was de plaats waar eeuwenlang nieuw aangevoerde slaafgemaakten hun eerste stap in Suriname zetten. Ze werden daarna verhandeld en tewerkgesteld op de diverse plantages. Hun gemiddelde levensverwachting na aankomst was zo’n jaar of acht, door het zware werk en de verschillende heersende ziektes. Vanaf de stenen trap zijn de grote houten panden van de Waterkant te zien. In 1821 ontstond in het oorspronkelijke hoekpand een brand die leidde tot de verwoesting van dit deel van de Waterkant, en daarachter nog zo’n 1000 panden. De brandstichter was Outalissi, die door de Brit Lefroy in 1826 als Afrikaanse koning werd omschreven. Bij de latere herbouw is gekozen voor de New Orleans bouwstijl die thans te zien is.

De Waag / Voorbij de restaurantjes aan de Waterkant, met als bekendste Uncle Re,  kom je bij het Waaggebouw, de plek waar ooit de koloniale goederen werden verhandeld. Na de prachtige restauratie was het Botty Sanches die er goede sier maakte met houten kunstwerken afkomstig van het dorp Pikin Slee in de binnenlanden van Suriname. Deze kunstwerken bereikten zelfs de Stopera in Amsterdam.  Per heden wordt de kunstcollectie beheerd door Ken Doorson, die ook betrokken is bij de Moengo Art van Marcel Pinas.

Heiligeweg / Tegenover de Platte brug, die feitelijk een steiger is, is er het Monument van de Revolutie op de plek waar in 1980 het oude politiebureau in vlammen opging. Een weinig opvallend monument aan de Heiligeweg is de gedenkplaat voor Mentor Codjo en Present. In 1832 stichtten ze een brand aan dit deel van de Waterkant. Als straf werden ze op deze plaats levend verbrand. De promenade langs de Waterkant eindigt bij de centrale markt, de overdekte grote markt die strategisch is gelegen aan de Surinamerivier.

 

NB – Naast het bezoeken van de promenade is ook een gang langs de diverse musea van Suriname aan te bevelen, zie daarvoor het verslagje ‘Een culturele trip, Suriname 2014

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter