De onbekende en onbesproken impact van het slavernijverleden op de gezondheid van nazaten in het Caribisch deel van het Koninkrijk
door Bob Harms
Een van de minst besproken aspecten van het slavernijverleden in het Caribisch deel van ons koninkrijk is de mogelijke impact van deze afschuwelijke gebeurtenis op de fysieke en mentale gezondheid van nazaten van Afrikaanse voorouders die tot slaaf gemaakt werden. Deze periode besloeg 240 jaar, gevolgd door de koloniale tijd waarin bijna alle fundamenten van slavernij als economisch model in stand werden gehouden.
Een veelgehoord argument wanneer dit onderwerp ter sprake komt, is dat het moeilijk is om causale verbanden te leggen tussen het slavernijverleden en de gezondheidstoestand van nazaten. Maar wat zijn de meer tastbare impacts van het slavernijverleden op de gezondheid van afstammelingen van slaven? Wat zijn de fysieke en psychische kenmerken van doorwerking van een situatie geperpetueerd 240 jaar gelden op de mensen van nu? Hoe reflecteert deze doorwerking in het dagelijkse leven van de hedendaagse nazaat van slaven.
Voordat deze vragen behandeld worden, is het naar mijn bescheiden mening belangrijk om een beeld te schetsen van de situatie zoals deze geïnstitutionaliseerd werd door slavernij als economisch model gedurende 240 jaar op onze eilanden. Ten eerste, de totale afwezigheid van enige vorm van gestructureerde gezondheidszorg voor slaven en (vrijgekomen) kleurlingen. Bronnen zoals “Contouren van slavenrebellie en slechte medische zorg op Bonaire 1765” door drs. A.M.G. Rutten, waarin hij uitvoerig stilstaat bij de ongelooflijk slechte staat van zorg voor de slaven, bieden een inkijk in dit belangrijke aspect van slavernij: “Van de Benedenwindse Eilanden maakte Curaçao drie slavenopstanden mee, maar ook de Bonairiaanse slaven hebben naar het mes gegrepen in hun onmacht en woede over een slechte behandeling. In de literatuur wordt aan de opstand en de oorzaak daarvan weinig aandacht geschonken. Het is daarom nuttig erop te wijzen dat een belangrijk deel van de grieven van de slaven betrekking had op het verwaarlozen van de medische zorg.”
Belangrijk is om te vermelden dat deze “verwaarloosde medische zorg” voor slaven en de gekleurde bevolking van de eilanden tot en na de afschaffing van slavernij in 1863 heeft voortgeduurd. Op Curaçao opende het eerste gasthuis, het Sint Elisabeth Gasthuis (toen zeker geen volwaardig ziekenhuis), in 1855. Op Bonaire werd het Sint Franciscus Ziekenhuis (voorloper van het huidige Fundashon Mariadal) in 1932 opgericht, en het eerste ziekenhuis op Aruba, het Sint Michiels Paviljoen, opende in 1920. Al deze instellingen werden opgericht door de ‘barmhartigheid’ van de Rooms-Katholieke missie, destijds geleid door Mgr. Nieuwindt. Er was totaal geen sprake van een georganiseerde, door de overheid gesteunde medische zorg voor slaven en de gekleurde bevolking!
Een vaak terugkerend tegenargument voor de voedingservaring van slaven en de consequenties voor hun gezondheid en de doorwerking daarna, is dat het vooral op Curaçao en Aruba moeilijk is om causale verbanden te leggen, gezien de enorme toestroom van buitenlanders met de vestiging van de twee raffinaderijen op de eilanden in de jaren twintig van de vorige eeuw. Misschien waar, maar tegelijkertijd vergeet men dat een overgrote deel van deze migranten afkomstig was van Engelssprekende Caribische eilanden, die zelf een eigen voedingservaring tijdens slavernij hebben meegemaakt en deze meegebracht hebben naar de eilanden waar ze zich vestigden. Met andere woorden, de op slavernij gebaseerde voedingservaring op Curaçao en Aruba heeft een extra negatieve impuls gekregen met de vestiging van duizenden migranten uit de Engelssprekende eilanden.
En dan de psychische aspecten van het slavernijverleden. Het is een bekend en wetenschappelijk bewezen feit dat slavernij als economisch model het ontmenselijken van de gevangengenomen mens als een, zo niet de allerbelangrijkste, component van dit beschamende model inzette. Mensen werden van hun vrijheid, geloof, identiteit, taal en persoonlijkheid beroofd, onder erbarmelijke omstandigheden verscheept, in totale schaamte te koop gesteld en daarna onder gruwelijke omstandigheden te werk gesteld. Daarnaast werden als economisch model stelsels ingesteld zoals het ontnemen, vervolgen en verketteren (dit laatste tot de dag van vandaag!) van elke vorm van uitingen van Afro-spirituele geloofsvormen zoals rituelen voor genezing en heling.
Een belangrijke bron over hoe het koloniale gezag dit instelde en lang na de afschaffing van slavernij handhaafde, is een studie gedaan door de bekende Curaçaose antropoloog en wetenschapper Richenel “Muz” Ansano. In zijn paper “Afro-spiritualiteit en recht” staat hij uitvoerig stil bij de gevangenneming, berechting en bestraffing in 1788 van drie dames die “betrapt” werden met: (a) Het vermeende gebruik van toverij of geheime kunsten, waarbij sommige van de gedetineerden bedrieglijke en verleidende daden uitvoerden om deze praktijken te bevorderen, (b) Het houden van bijeenkomsten in danshuizen en dansfeesten, waarbij bepaalde rituelen werden uitgevoerd, (c) Het dragen van opvallende gewaden, evenals het gebruik van bellen, trommels en andere muziekinstrumenten tijdens deze rituelen, (d) Het uitvoeren van dans- en muziekperformances tijdens deze bijeenkomsten, (e) Het slachten van dieren, het laten stromen van bloed en het koken van voedsel, zoals funchi (gekookt maismeel), om aan omstanders uit te delen en, (f) Andere vreemde en ongewone handelingen die werden uitgevoerd tijdens deze bijeenkomsten.
De bestraffing van deze drie dames liet absoluut geen twijfel dat deze “praktijken” tot het uiterste achtervolgd en bestraft werden door het koloniale gezag van toen. In wat rechtsantropologen “ritualistische rechtspraak” noemen, werd de vonnis als volgt voor deze drie dames gewezen: “Drie van de “leugenaars en bedriegers” van de dansceremonie, “de gedetineerden Anna Pompie, Juana Boso en Tina Gradies”, werden veroordeeld “omme ieder van hen insgelyks met eenige hunner danskleederen omhangen en met een papier op de borst waarop staat: Bedriegster, gebragt te worden ter plaatse voornoemd aan den scherprechter over geleeverd en derzelve aan een paal gebonden zijnde, gegeeseld te werden.” Anna Timpie en Tina Gradies werden daarna “ten eeuwigen dage gebannen van dit Eyland en het ressort van dien zonder ooit weeder te mogen inkomen op poene van zwaardere straffen”…
En dan hebben wij het nog niet over het geïnstitutionaliseerde racisme als machtsmiddel van het koloniaal gezag en de uitvoerders van slavernij als economisch model, het doelbewuste beleid van kleurisme op de plantages en werkplekken van slaven (ook na de afschaffing van slavernij!), en de gevolgen hiervan voor de onderlinge relaties tijdens de slavernij en lang daarna, die voelbaar zijn tot de dag van vandaag!
Maar, wat zijn deze meer tastbare effecten van het slavernijverleden op de fysieke en mentale gezondheid van afstammelingen van slaven? Hoewel er in het Caribisch gebied, Noord- en Zuid-Amerika tal van studies zijn gedaan over de tastbare effecten van het slavernijverleden op de fysieke en mentale gezondheidstoestand van nazaten, bestaan er bar weinig die in een lokale context geplaatst kunnen worden. Lest we forget! Hoewel een aantal premissen van slavernij als economisch model (ontmenselijking, ontbreken van gestructureerde zorg, etc.) voor de eilanden van het Caribisch deel van het koninkrijk gelijk zijn, zijn er toch aantoonbare verschillen. Bijvoorbeeld klimatologische aspecten die ervoor zorgden dat bijna al het voedsel geïmporteerd moest worden, wat heel kostbaar was (waardoor de voedingservaring op onze eilanden, in tegenstelling tot eilanden zoals Hispañola, Jamaica, Trinidad, behoorlijk eenzijdig was), de typen slavernijeconomie (zoutwinning op Bonaire versus plantage-/havenarbeid op Curaçao en die van deze twee eilanden versus paardenfokkerij, goud- en fosfaatwinning op Aruba), en de heer-slaaf gedragspatronen die op alle eilanden verschillend waren.
Het is ook bewezen dat het verbieden, vervolgen, bestraffen en verketteren van het belijden van eigen (Afro)-spiritualiteit psychische gevolgen kan hebben voor nazaten. Onderzoek, onder andere door de University of West Indies en andere wetenschappers in Amerika, toont aan dat het onderdrukken van culturele en spirituele praktijken kan leiden tot gevoelens van verlies, identiteitscrisis en een verminderd gevoel van eigenwaarde. Dit kan zich uiten in psychische problemen zoals depressie, angst en posttraumatische stressstoornis (PTSS). De afwezigheid van rituelen die bijdragen aan gemeenschapszin en persoonlijke heling kan ook leiden tot een verminderd sociaal welzijn en isolatie.
Reden genoeg voor de schrijver van dit artikel om te pleiten en blijven pleiten voor meer en gedegen onderzoek naar hoe het slavernijverleden zich weerspiegelt in het dagelijks leven van hedendaagse nazaten van slaven. De doorwerking van het slavernijverleden in het dagelijks leven van nazaten kan zich uiten in diverse aspecten. Sociaaleconomische achterstanden, zoals beperkte toegang tot gezondheidszorg, kunnen voortvloeien uit historische ongelijkheden. Culturele identiteit en gevoelens van onthechting kunnen ook een rol spelen, net als de strijd tegen institutioneel racisme en discriminatie en (zelf)uitsluiting van zorg, die nog steeds aanwezig zijn. La lucha continua!
Aanbevolen literatuur
“Post Traumatic Slave Syndrome” door Dr. Joy DeGruy: Dit boek onderzoekt de psychologische gevolgen van slavernij en de doorwerking van deze trauma’s op latere generaties.
“The Psychological Residuals of Slavery in the Western Hemisphere” door Dr. Marimba Ani: Deze studie bekijkt hoe slavernij en koloniale onderdrukking doorwerken in de mentale gezondheid van Afro-descendenten.
“The Impact of Slavery on African-American Mental Health” – Diverse academische artikelen behandelen de langdurige psychologische gevolgen van slavernij, zoals angst, depressie en posttraumatische stressstoornis. (https://link.springer.com/chapter/10.1007/978-3-319-90197-8_2)
“Racism and Psychological and Emotional Injury: Recognizing and Assessing Mental Health Issues of African Descendants” door Dr. Beverly Greene – Dit werk behandelt hoe historische trauma’s zoals slavernij de geestelijke gezondheid van Afro-Amerikanen beïnvloeden.
Bob Harms is senior beleidsadviseur met een sterke passie voor de gezondheidszorg, communicatie, cultuur en slavernijverleden.
Lees ook Nadine Robertus, de slavernij en de gezondheidszorg